“Bij de schriftelijke bevestiging van de afspraak voor een bezichtiging is er gevraagd om, indien beschikbaar, bouwtekeningen en/of werkomschrijvingen te overleggen. Er zijn geen bouwtekeningen of werkomschrijvingen resp. afspraken over afgesproken kwaliteiten of gestelde eisen overgelegd.
Het hoogteprobleem wordt door [geïntimeerde] verklaard door een plaatselijke verhoging in de vloer omdat de vloerverwarming over een op de vloer aangebrachte afvoerleiding liep, welke verhoging door de vloerenlegger zonder overleg op eigen wijze was opgelost. Als de coördinatie van werkzaamheden tussen de verschillende disciplines onvoldoende is, kiezen de respectieve partijen doorgaans de voor hen gemakkelijkste oplossing en leidt dat achteraf tot dit soort problemen. Meterpeilen in de bouw blijken vaak uiterst onbetrouwbaar maar tussen partijen is niet in geding dat er ter plaatste van die leidingconcentratie de tegelvloer verhoogd is uitgevoerd. Omdat er geen vlakheidsmeting is uitgevoerd volgens NEN 2747 na het ontstaan van de klacht over onvlakheid, is die onvlakheid nu niet meer te beoordelen.
Waar ITS (12 februari 2010) melding maakt van het wisselen van tegels met 2mm verschil, wordt dit geïllustreerd met een foto waarop geen hoogteverschil tussen 2 naastgelegen tegels zichtbaar is maar met een duimstok een onvlakheid wordt getoond. De onvlakheid dient te worden gemeten met een kaliberweg. Voor het beoordelen van de vlakheid van tegelvloeren bestaan geen normen. Het werk moet bij een objectieve beoordeling dus voldoen aan de eisen van goed en deugdelijk werk, maar wat moet daaronder dan worden verstaan.
Voor SGAT-erkende tegelzetters zijn er uitvoeringsrichtlijnen (URL) waarin de hogere eisen staan waaraan het werk van die erkende bedrijven geacht worden te voldoen. Maar die eisen zijn alleen van toepassing op tegelwerk aangebracht op vloeren hechtend aangebracht op de constructie en niet voor vloeren op een isolatielaag zoals hier aan de orde. Daarenboven zijn die eisen niet van toepassing op een tegelvloer met directe bedding voor tegels met een oppervlak groter dan 900 cm2 (URL35-101, tabel 5) (deze tegels zijn 3600 cm2) en/of ruimtes groter dan 15 m2. Kennelijk moeten we dan rekening houden met hogere toleranties. Volgens URL zou de maximale afwijking voor tegelwerk in woningen (hogere eisen) in andere gevallen dan hier, maximaal 1 mm + de tolerantie van de tegel (holling/bolling) bedragen.
Volgens de meer algemene STABU-bestek systematiek en NEN-EN14411 is de tolerantie 0,5% van het oppervlak; de URL gaat uit van 0,2%, maar dat betekent dat er nog altijd een maximale tegeltolerantie mogelijk is tot wel 3,6 mm ofwel een onvlakheid tussen twee tegels van 50% tegeltolerantie +1 mm= 2,8; afgerond 3 mm voor verlijmd tegelwerk op een hechtend aangebrachte ondervloer waarbij dan eisen worden gesteld aan de vlakheid van de ondervloer.
Aan de hand van de in de rapportages vermelde metingen kan daarom door mij geen kwalitatieve beoordeling ten aanzien van de onvlakheid van het tegelwerk worden gedaan.
Uit productie 24 in eerste aanleg moet worden geconcludeerd (“dikke lijmmoppen”) dat de tegelvloer in deze ruimte niet in het werk is gezet maar op een cementvloer is gelijmd. Kennelijk was het niet waterpas liggen van en de “bult” in de voor tegelwerk bestaande cement dekvloer, bij aanvang van het tegelwerk door geen van partijen opgemerkt.