ECLI:NL:GHSHE:2013:4436

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
1 oktober 2013
Publicatiedatum
2 oktober 2013
Zaaknummer
20-003436-12
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens roekeloos verkeersgedrag met dodelijke afloop

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 1 oktober 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Middelburg. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden en ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van respectievelijk drie en twee jaren, wegens het veroorzaken van een verkeersongeval waarbij een ander om het leven kwam en een ander zwaar lichamelijk letsel opliep. De advocaat-generaal vorderde een zwaardere straf, en het hof heeft deze vordering gehonoreerd door de gevangenisstraf te verhogen naar 16 maanden en de ontzegging van de rijbevoegdheid te handhaven.

Het hof oordeelde dat de verdachte, als bestuurder van een krachtige personenauto, ernstig tekortgeschoten was in zijn zorgplicht voor andere verkeersdeelnemers. Hij had niet alleen de maximumsnelheid overschreden, maar ook niet adequaat gereageerd op de verkeerssituatie. Het ongeval had ernstige gevolgen voor de slachtoffers: de passagier van de aangereden auto overleed, terwijl de bestuurder zwaar gewond raakte. Het hof benadrukte de ernst van het verkeersgedrag van de verdachte en de dramatische gevolgen daarvan voor de slachtoffers en hun naasten.

Bij de strafbepaling heeft het hof rekening gehouden met de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoon van de verdachte. Het hof concludeerde dat alleen een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf en ontzegging van de rijbevoegdheid passend waren, gezien het strafblad van de verdachte en de ernst van het delict. De tijd dat het rijbewijs van de verdachte eerder was ingevorderd, zou in mindering worden gebracht op de bijkomende straf van drie jaar ontzegging van de rijbevoegdheid. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd voor wat betreft de straf en opnieuw recht gedaan.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer : 20-003436-12
Uitspraak : 1 oktober 2013
VERSTEK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof te

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Middelburg van 4 oktober 2012 in de strafzaak met parketnummer 12-705527-11 tegen:

[verdachte]

geboren te [geboorteplaats] op[geboortedatum],
wonende te [adres]
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van - kort gezegd - het veroorzaken van een verkeersongeval ten gevolge waarvan een ander werd gedood en aan een ander zwaar lichamelijk letsel werd toegebracht veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, met ontzeggingen van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor de duur van respectievelijk drie jaren en twee jaren.
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de rechtbank zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, de verdachte voor de primair ten laste gelegde feiten zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 16 maanden, met een ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor de duur van drie jaren en een ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor de duur van twee jaren.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis en met de gronden waarop dit berust, behalve voor wat betreft de opgelegde straf en de strafmotivering en met dien verstande dat het hof het primair ten laste gelegde en de bewezenverklaring van de rechtbank verbeterd zal lezen.
Het hof zal het primair ten laste gelegde en de bewezenverklaring verbeterd lezen in dier voege dat de woorden ‘twee, althans één, gebroken bekken’ worden vervangen door de woorden ‘een gebroken bekken’. De verdachte wordt blijkens het onderzoek ter terechtzitting door verbeterde lezing niet in zijn verdediging geschaad.
Op te leggen straf of maatregel
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Verdachte is de veroorzaker van een zeer ernstig verkeersongeval Als bestuurder van een personenauto, die wordt geacht de auto voortdurend onder controle te hebben, is verdachte in ernstige mate tekortgeschoten in zijn zorgplicht ten aanzien van overige verkeersdeelnemers. Verdachte heeft met een personenauto met groot vermogen gereden, terwijl de staat van banden om de wielen die de auto aandreven slecht was. Daarbij heeft verdachte niet alleen de maximumsnelheid op de betreffende weg ruimschoots overschreden, maar hij heeft zich op de betreffende weg - van tweebaans provinciale wegen als waarvan hier sprake was is algemeen bekend dat zij de weggebruiker nopen tot voortdurende alertheid en aanpassingsvermogen - ook niet aangepast aan de snelheid van het overige gemotoriseerde verkeer.
Het aan de roekeloosheid van de verdachte te wijten ongeval heeft ernstige gevolgen gehad voor de bestuurder en de passagier van de aangereden auto. Passagier [slachtoffer 1] is tengevolge van het ongeval overleden en bestuurder [slachtoffer 2] heeft zwaar lichamelijk letsel opgelopen tengevolge van het ongeval.
Gelet op de ernst van de geschonden norm, de dramatische gevolgen die verdachtes verkeersgedrag heeft meegebracht voor de slachtoffers en hun naasten en het gegeven dat het strafblad van verdachte met betrekking tot zijn verkeersgedrag niet tot optimisme stemt,
is het hof van oordeel dat met geen andere straf kan worden volstaan dan de straf die door de advocaat-generaal is gevorderd. Het hof is van oordeel dat deze onvoorwaardelijke vrijheidsstraf en deze ontzeggingen van de rijbevoegdheid, ondanks de ernstige gevolgen die het verkeersongeval ook voor verdachte zelf met zich heeft gebracht, passend en geboden zijn.
De tijd, gedurende welke het rijbewijs van de verdachte ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 ingevorderd of ingehouden is geweest, zal op de duur van de bijkomende straf van 3 jaren in mindering worden gebracht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de straf en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 16 (zestien) maanden.
Ontzegt de verdachte ter zake van het bewezen verklaarde onder 1 de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 3 (drie) jaren.
Ontzegt de verdachte ter zake van het bewezen verklaarde onder 2 de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 2 (twee) jaren.
Bepaalt dat de tijd, gedurende welke het rijbewijs van de verdachte ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 vóór het tijdstip, waarop deze uitspraak voor wat betreft de in artikel 179 van die wet genoemde bijkomende straf voor tenuitvoerlegging vatbaar is geworden, ingevorderd of ingehouden is geweest, op de duur van de bijkomende straf van 3 jaar ontzegging van de rijbevoegdheid in mindering zal worden gebracht.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige.
Aldus gewezen door:
mr. J. Huurman-van Asten, voorzitter,
mr. J.W. de Ruijter en mr. M. Bakhuis, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. drs. M.M. Spooren, griffier,
en op 1 oktober 2013 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. Bakhuis is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.