ECLI:NL:GHSHE:2013:4430
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van huurovereenkomst en incidentele vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om een hoger beroep van een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij de huurovereenkomst tussen [appellante] en Thuisvester, Stichting, werd ontbonden. De huurovereenkomst was aangegaan op 2 oktober 1981 en de kantonrechter had bepaald dat [appellante] de woning binnen acht weken na betekening van het vonnis moest ontruimen. [appellante] voerde in het incident aan dat het vonnis op een kennelijke juridische of feitelijke misslag berustte en vroeg om schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis.
Het hof overwoog dat een partij die een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis heeft verkregen, in beginsel bevoegd is dat vonnis te executeren, ook als er hoger beroep is ingesteld. Voor toewijzing van de incidentele vordering is slechts plaats bij misbruik van recht of bij nieuwe omstandigheden die een heroverweging van de belangen rechtvaardigen. Het hof oordeelde dat [appellante] niet had aangetoond dat er sprake was van een juridische of feitelijke misslag in het vonnis van de kantonrechter. De door [appellante] aangevoerde omstandigheden waren niet nieuw en waren reeds in de eerdere procedure in overweging genomen.
Het hof wees de incidentele vordering van [appellante] af en veroordeelde haar in de proceskosten van het incident. De zaak werd verwezen naar de rol voor memorie van antwoord aan de zijde van Thuisvester, waarbij verdere beslissingen werden aangehouden. Het arrest werd uitgesproken op 1 oktober 2013.