Uitspraak
10.Het tussenarrest van 5 maart 2013
11.Het verdere verloop van de procedure
12.De verdere beoordeling
direct mailing.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, ging het om een hoger beroep van Digicom Media tegen [B.V.] over de totstandkoming van een overeenkomst. De zaak is voortgekomen uit eerdere vonnissen van de rechtbank 's-Hertogenbosch, waarbij Digicom als eiser optrad en [B.V.] als gedaagde. De kern van het geschil lag in de vraag of er een overeenkomst tot stand was gekomen tussen partijen naar aanleiding van een telefonische mededeling en een daaropvolgende fax. Het hof heeft in eerdere tussenarresten van 25 oktober 2011 en 5 maart 2013 al enkele belangrijke punten vastgesteld, waaronder de mogelijkheid voor [B.V.] om tegenbewijs te leveren tegen de stelling van Digicom dat er een overeenkomst was gesloten.
Tijdens de procedure heeft het hof vastgesteld dat de getuigenverklaringen van [B.V.] en haar medewerkers wezenlijk afweken van de beweringen van Digicom. De getuigen verklaarden dat er tijdens het telefoongesprek geen melding was gemaakt van kosten verbonden aan de vermelding in de bedrijvengids, en dat de ondertekening van de fax niet betekende dat er een overeenkomst was gesloten. Het hof concludeerde dat de door Digicom gestelde overeenkomst niet was komen vast te staan, en dat de vorderingen van Digicom daarom moesten worden afgewezen.
Het hof bekrachtigde de eerdere vonnissen van de rechtbank en veroordeelde Digicom in de proceskosten van het principaal appel. Dit arrest is gewezen op 1 oktober 2013 en benadrukt de noodzaak van duidelijke communicatie en bewijsvoering bij het aangaan van overeenkomsten, vooral in situaties waarin telefonische mededelingen en schriftelijke bevestigingen elkaar opvolgen.