In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 3 september 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Breda. De verdachte was eerder veroordeeld voor het doen van een valse aangifte van diefstal van zijn auto, een Opel Omega, op 29 juni 2010. De politierechter had hem een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken opgelegd, met een proeftijd van twee jaar, en een taakstraf van 50 uren, subsidiair 25 dagen hechtenis. De verdachte ging in hoger beroep tegen dit vonnis.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vroeg om vernietiging van het eerdere vonnis en een herbeoordeling van de zaak. De verdediging pleitte voor vrijspraak. Het hof heeft de zaak onderzocht aan de hand van getuigenverklaringen en bewijsmateriaal, waaronder videobeelden van een tankstation en verklaringen van getuigen die de verdachte op de avond van de aangifte hadden gezien.
Het hof oordeelde dat de verdachte opzettelijk in strijd met de waarheid aangifte had gedaan van diefstal, wetende dat het feit niet gepleegd was. Het hof vernietigde het vonnis van de politierechter en verklaarde de verdachte schuldig aan het ten laste gelegde feit. De verdachte werd opnieuw veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken en een taakstraf van 50 uren, met een proeftijd van twee jaar. Het hof overwoog dat de straf passend was gezien de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder het feit was begaan.