ECLI:NL:GHSHE:2013:3777

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
8 augustus 2013
Publicatiedatum
15 augustus 2013
Zaaknummer
20-001155-12
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van beschadiging van meerdere voertuigen

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 8 augustus 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Maastricht. De verdachte was eerder veroordeeld voor het opzettelijk en wederrechtelijk beschadigen van vijf auto’s, waarvoor hij een werkstraf van veertig uur had gekregen. De vorderingen van vier benadeelde partijen waren grotendeels toegewezen. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het eerdere vonnis zou vernietigen en de verdachte zou vrijspreken, wat ook door de verdediging werd bepleit.

Het hof heeft de zaak onderzocht op basis van de ter terechtzitting gepresenteerde bewijsmiddelen. De tenlastelegging betrof het opzettelijk beschadigen van voertuigen op 18 juni 2010 in Maastricht. Het hof heeft echter twijfels over het daderschap van de verdachte. De camerabeelden van de plaats delict waren onscherp en de getuigenverklaring van een getuige gaf aanleiding tot twijfel over de identiteit van de dader. De beschrijving van de dader door de getuige kwam niet overeen met de verdachte, wat leidde tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen.

Uiteindelijk heeft het hof het eerdere vonnis vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. De in beslag genomen CD-rom werd teruggegeven aan de Regiopolitie Limburg-Zuid. De vorderingen van de benadeelde partijen werden niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen straf of maatregel aan de verdachte werd opgelegd. De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter mr. W.E.C.A. Valkenburg, en de uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer : 20-001155-12
Uitspraak : 8 augustus 2013
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof 's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Maastricht van 13 maart 2012 in de strafzaak met parketnummer 03-052159-11 tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te[adres].
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van - kort gezegd - beschadiging van vijf auto’s veroordeeld tot een werkstraf van veertig uur, subsidiair twintig dagen hechtenis. De vorderingen van vier benadeelde partijen zijn grotendeels toegewezen, met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel. Ten slotte heeft de politierechter de teruggave aan de rechthebbende gelast van de in beslag genomen CD-rom.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, de verdachte zal vrijspreken.
Door de verdediging is eveneens vrijspraak bepleit.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 18 juni 2010 in de gemeente Maastricht opzettelijk en wederrechtelijk meerdere, althans een, personenauto('s), te weten:
  • een Subaru Impreza, gekentekend [kenteken], geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1], en/of
  • een Daewoo Lanos, gekentekend [kenteken], geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 2], en/of
  • een Opel Astra, gekentekend [kenteken], geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 3], en/of
  • een Toyota Yaris, gekentekend [kenteken], geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde],
  • een Volvo S40, gekentekend [kenteken], geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 4], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde eigena(a)r(en)/ benadeelde(n), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.
Vrijspraak
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen niet de overtuiging bekomen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
De aangiftes en de processen-verbaal van bevindingen van onder anderen verbalisant [N] van 18, 22 en 23 juni 2010 leveren in onderlinge samenhang bezien het wettige bewijs voor het ten laste gelegde. De auto’s van aangevers zijn op de ten laste gelegde datum en plaats beschadigd en verbalisant [N] heeft de dader kunnen aanwijzen door camerabeelden van 18 en 22 juni 2010 te bestuderen en met elkaar te vergelijken. De door verbalisant [N] aangewezen persoon, een blanke kale man, is later herkend als [verdachte].
Bij het hof bestaat echter twijfel over het daderschap van verdachte. Deze twijfel wordt ingegeven door verschillende aspecten van de zaak.
In de eerste plaats zijn de camerabeelden van 18 juni 2010 van de plaats delict onscherp. Het hof heeft wel waargenomen dat een in het zwart geklede blanke kale man de auto’s is gepasseerd aan de zijde waar later de beschadigingen zijn geconstateerd. Het hof heeft op grond van deze beelden echter niet met zekerheid kunnen vaststellen dat deze man de auto’s heeft aangeraakt.
Voorts geeft de verklaring van getuige [H] aanleiding voor twijfel. Zij heeft op 18 juni 2010 gezien dat een man de geparkeerde auto’s bekraste met een sleutel en zij heeft een signalement gegeven van de dader. De omschrijving die getuige [H] heeft gegeven van de kleding van deze man - een wat hoger opgetrokken spijkerbroek met een riem en een T-shirt gedragen in de broek - komt niet, althans niet onmiskenbaar, overeen met de kleding van de persoon die verbalisant [N] op de camerabeelden van 18 juni 2010 heeft aangewezen als de dader.
Verder komt het signalement dat getuige [H] heeft gegeven van de dader ook niet overeen met verdachte voor zover het geschatte lengte betreft.
Ten slotte heeft het hof evenals de advocaat-generaal op de camerabeelden van 22 juni 2010 niet met zekerheid verdachte herkend als de blanke man met het kale hoofd en de zonnebril. Deze man zou volgens verbalisant [N] onmiskenbaar dezelfde persoon zijn als de persoon die op de camerabeelden van 18 juni 2010 de beschadigingen aanricht aan de auto’s en die later [verdachte] zou blijken te zijn.
Het voorgaande levert zodanige twijfel op, dat verdachte dient te worden vrijgesproken.
Beslag
De in beslag genomen en nog niet teruggegeven CD-rom zal worden teruggegeven aan Regiopolitie Limburg-Zuid te Maastricht, die blijkens het onderzoek ter terechtzitting redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.
Benadeelden
De benadeelde partij [benadeelde partij 1] heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld, strekkende tot schadevergoeding tot een bedrag van € 1.235,76. Deze vordering is bij vonnis waarvan beroep toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente, en is derhalve van rechtswege aan de orde in hoger beroep.
De benadeelde partij [benadeelde partij 2] heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld, strekkende tot schadevergoeding tot een bedrag van € 900,00. Deze vordering is bij vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 750,00, vermeerderd met de wettelijke rente, en voor het overige niet-ontvankelijk verklaard. Benadeelde partij [benadeelde partij 2] heeft zich voor de gehele vordering opnieuw gevoegd in hoger beroep.
De benadeelde partij [benadeelde partij 3] heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld, strekkende tot schadevergoeding tot een bedrag van € 248,00. Deze vordering is bij vonnis waarvan beroep toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente, en is derhalve van rechtswege aan de orde in hoger beroep.
De benadeelde partij [benadeelde partij 4] heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld, strekkende tot schadevergoeding tot een bedrag van € 1.889,83. Deze vordering is bij vonnis waarvan beroep toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente, en is derhalve van rechtswege aan de orde in hoger beroep.
Nu aan verdachte ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade veroorzaakt zou zijn, geen straf of maatregel wordt opgelegd en evenmin toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht, kunnen de benadeelde partijen [1, 2, 3 en 4] in hun vorderingen niet worden ontvangen.
Het hof neemt een beslissing over de proceskosten als hierna te melden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij.
Gelast de teruggave aan Regiopolitie Limburg-Zuid te Maastricht van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten een CD-rom, nr. 1806476.
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 1] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 2] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 3] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 4] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Aldus gewezen door
mr. W.E.C.A. Valkenburg, voorzitter,
mr. N.J.L.M. Tuijn en mr. A.M. Hol, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R. van den Munckhof, griffier,
en op 8 augustus 2013 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. A.M. Hol is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.