Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 453614 CV EXPL 07-4550)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met eiswijziging en negen producties;
- de memorie van antwoord met zeven producties;
- het pleidooi van 3 april 2013, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd.
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
- ontbinding van de huurovereenkomst tussen partijen en veroordeling van [geïntimeerde] tot ontruiming van het gehuurde;
- veroordeling van [geïntimeerde] tot betaling van een bedrag van € 1.900,- ter zake van huurachterstand tot en met 23 oktober 2007, een bedrag van € 2.134,80 ter zake van meerpremie opstalverzekering en een bedrag van € 23.500,- ter zake van tot en met 20 juli 2007 op grond van de algemene voorwaarden verbeurde boetes, te vermeerderen met een boete van € 250,- per dag dat [geïntimeerde] vanaf 21 juli 2007 tot en met de datum van ontbinding van de huurovereenkomst in gebreke is gebleven;
- veroordeling van [geïntimeerde] tot betalen van schadevergoeding, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
- de in de huurovereenkomst genoemde algemene voorwaarden te vernietigen op de grond dat hij nimmer de mogelijkheid heeft gehad om kennis te nemen van de inhoud daarvan en omdat hij ook geen exemplaar daarvan heeft ontvangen;
- te bepalen dat het gebrek aan het dak van de aanbouw van het gehuurde voor rekening komt van [appellant] en [appellant] te veroordelen tot het (laten) herstellen daarvan, althans [geïntimeerde] te machtigen om op kosten van [appellant] voor herstel zorg te dragen en de kosten hiervan te verrekenen met de achterstallige huurpenningen;
- [appellant] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 6.089,70, te vermeerderen met de wettelijke rente, wegens onverschuldigde betaling van meerpremies opstalverzekering
- [appellant] veroordeeld tot het (laten) herstellen van het dak van de aanbouw binnen 30 dagen na betekening van het vonnis en - voor het geval het herstel niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - [geïntimeerde] gemachtigd om zelf voor het herstel zorg te dragen voor rekening van [appellant] en om de kosten hiervan te verrekenen met de huurpenningen;
- [appellant] veroordeeld tot het vergoeden van de door [geïntimeerde] geleden en nog te lijden schade als gevolg van het gebrek aan het dak van de aanbouw, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
- ontbinding van de tussen partijen bestaande huurovereenkomst;
- veroordeling van [geïntimeerde] tot ontruiming van het gehuurde;
- betaling door [geïntimeerde] van een bedrag van € 23.500,- ter zake van tot en met 20 juli 2007 verbeurde boetes, te vermeerderen met een bedrag van € 250,- voor elke dag dat [geïntimeerde] vanaf 21 juli 2007 tot en met de datum van ontbinding van de huurovereenkomst in gebreke is gebleven;
- betaling door [geïntimeerde] van een totaal bedrag van € 18.269,10 ter zake van achterstallige verzekeringspremies, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over het bedrag van € 6.089,70 vanaf 24 juli 2007 tot de dag der algehele voldoening en met de wettelijke handelsrente over het bedrag van € 12.179,40 vanaf datum dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
- betaling door [geïntimeerde] van een bedrag van € 9.515,50 ter zake van onbetaald gebleven huur, te vermeerderen met minimaal de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf de eerste dag van de maand volgende op de maand waarover iedere huurtermijn verschuldigd is tot de dag der algehele voldoening;
- veroordeling van [geïntimeerde] tot het (laten) herstellen in de oude staat van het dak waar de dakpannen zijn ingezakt, de buitenmuur van de eerste verdieping aan de buitenzijde waar de doorgang is gecreëerd, de badkamer en de slaapkamer op de eerste verdieping van het gehuurde binnen dertig dagen na betekening van het arrest en - voor het geval het herstel niet binnen die termijn plaatsvindt - veroordeling van [geïntimeerde] tot betaling van schadevergoeding aan [appellant] , op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
eerste griefstelt [appellant] dat de kantonrechter ten onrechte heeft aangenomen dat [geïntimeerde] geen kennis heeft genomen van de in de huurovereenkomst genoemde algemene bepalingen. De
tweede griefhoudt in dat de kantonrechter ten onrechte de bewijslast van de stelling dat de algemene voorwaarden aan [geïntimeerde] ter hand zijn gesteld bij [appellant] heeft gelegd. [appellant] voert in dit kader aan dat [geïntimeerde] door middel van het plaatsen van zijn paraaf/handtekening op pagina’s 2 en 3 [bedoeld zal zijn: de pagina’s 1 en 2, hof] van de huurovereenkomst heeft erkend een exemplaar van de algemene bepalingen te hebben ontvangen en bekend te zijn met de inhoud van die bepalingen. Gelet hierop had het volgens [geïntimeerde] op de weg van de kantonrechter gelegen om de bewijslast van de stelling dat de algemene bepalingen niet aan [geïntimeerde] ter hand zijn gesteld bij [geïntimeerde] te leggen.
In zoverre slagen de eerste twee grieven. [geïntimeerde] heeft in hoger beroep evenwel (tegen)bewijs aangeboden, in het bijzonder door middel van het horen van getuigen. Gelet op artikel 166 Rv zal het hof [geïntimeerde] tot het tegenbewijs tegen de voorshands bewezen geachte stelling van [appellant] toelaten, zoals hierna in het dictum vermeld.
derde griefstelt [appellant] dat de kantonrechter de huurovereenkomst van partijen had moeten ontbinden op grond van de door [geïntimeerde] ongeoorloofd aangebrachte wijzigingen in het gehuurde, waardoor schade aan het gehuurde is toegebracht. Zo heeft [geïntimeerde] op de bovenverdieping van het gehuurde een doorgang gemaakt naar het platte dak van de aanbouw met als gevolg een verzakking van het dak van het gehuurde en scheuren in de zijmuur, heeft hij bouw-/sloopafval gestort op het platte dak met als gevolg een beschadiging van de dakbedekking en lekkages in de aanbouw en heeft hij de badkamer en de slaapkamer uitgebroken, aldus [appellant] . [appellant] voert voorts aan dat [geïntimeerde] de bladeren op het platte dak van de aanbouw niet heeft verwijderd en aan de voorzijde van het pand geen onderhoud heeft verricht, aangezien het muurtje vóór het pand onder het mos zit.
nadatdeze waren uitgevoerd, maar
ten tijde of voordatdat [geïntimeerde] daarmee bezig was, dan is het hof van oordeel dat het beroep van [appellant] op de schriftelijkheidseis naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Wanneer [geïntimeerde] erin slaagt het bewijs te leveren van de instemming van [appellant] , dan is daarmee gegeven dat [appellant] ook op de hoogte was. Wanneer [geïntimeerde] niet slaagt in de bewijslevering van de instemming, dan laat dat de mogelijkheid onverlet dat [appellant] wel op de hoogte was van het feit dat [geïntimeerde] bezig was wijzigingen/aanpassingen aan te brengen aan het gehuurde. Deze bewijsopdracht zit opgesloten in de hiervoor bedoelde bewijsopdracht.
vierde griefstelt [appellant] dat het feit dat [geïntimeerde] het gehuurde zonder toestemming van [appellant] heeft onderverhuurd een tekortkoming van [geïntimeerde] oplevert die ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt.
vijfde griefvan [appellant] is gericht tegen het oordeel van de kantonrechter dat [geïntimeerde] geen verzekeringspremies is verschuldigd aan [appellant] . [appellant] baseert zijn vordering tot betaling van meerpremies in hoger beroep niet alleen op artikel 20.3 van de algemene bepalingen huurovereenkomst winkelruimte maar ook op artikel 15 van de tussen partijen gesloten huurovereenkomst.
zesde griefvan [appellant] komt er ten slotte op neer dat de huurovereenkomst dient te worden ontbonden, omdat [geïntimeerde] is tekortgeschoten in de nakoming van zijn huurbetalingsverplichting. [appellant] stelt in dat kader dat [geïntimeerde] een totale huurachterstand van € 9.515,50 heeft en dat de betalingsachterstand betrekking heeft op de maanden juni tot en met oktober 2011.
- Heeft [appellant] nog steeds (gedeeltelijk) niet voldaan aan de bij het vonnis van 3 november 2010 opgelegde herstelverplichting?
- Is [geïntimeerde] inmiddels zelf al dan niet volledig overgegaan tot herstel van het dak en zo ja, welke kosten zijn daarmee gemoeid?
- Wat heeft [geïntimeerde] tot op heden aan huurtermijnen betaald respectievelijk ingehouden?