Uitspraak
GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH
1.[X.] Groenaannemers B.V,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer: C/02/258967/KG ZA 13-41)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep met producties (nrs. 16-36);
- de memorie van antwoord van de Gemeente met producties (nrs. 3-11);
- de memorie van antwoord van [geïntimeerde];
- het pleidooi op 28 juni 2013, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd.
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
- Op de aanbesteding is het ARW 2005 van toepassing verklaard.
- Het gunningscriterium is de laagste prijs.
- Tot de aanbestedingsstukken behoren een Bestek, een Nota van Inlichtingen (hierna te noemen: NvI) en een Werkbestek.
- In het Bestek staat, voor zover relevant:
- Op 21 november 2012 om 14:00 uur sloot de aanbesteding. Uit het proces-verbaal van aanbesteding blijkt dat vijf partijen een inschrijving hebben ingediend, waaronder [geïntimeerde], [A.] Hoveniers BV (hierna te noemen: [A. Hoveniers]) en de Combinatie. [geïntimeerde] heeft ingeschreven met de laagste prijs. [A. Hoveniers] is de op een na laagste inschrijver, gevolgd door de Combinatie met de op twee na laagste prijs.
- Bij brief van 19 december 2012 heeft de Gemeente aan de inschrijvers bericht dat zij voornemens is de opdracht te gunnen aan [geïntimeerde] omdat zij voldoet aan de in het bestek gestelde (geschiktheids-)eisen alsmede de laagste prijs heeft geboden.
- Bij brief van 27 december 2012 heeft de Combinatie aan de Gemeente bericht dat de Combinatie van oordeel is dat zowel de [geïntimeerde] als [A. Hoveniers] niet kunnen voldoen aan de ervaringseis uit het Bestek zoals genoemd onder paragraaf 0.04 onder 2 onder b van het Bestek.
- De Gemeente heeft bij brief van 28 december 2012 aan de Combinatie bericht dat zij naar aanleiding van haar brief van 27 december 2012 nader onderzoek zal instellen. Tevens bericht de Gemeente dat de Alcateltermijn wordt verlengd hangende het nadere onderzoek en daarmee niet afloopt op 3 januari 2013.
- Bij brief van 17 januari 2013 bericht de Gemeente aan de Combinatie onder meer:
primairde Gemeente te gebieden de voorlopige gunningsbeslissing in te trekken, de inschrijvingen van [A. Hoveniers] en [geïntimeerde] ongeldig te verklaren en een nieuwe voorlopige gunningsbeslissing ten gunste van de Combinatie te nemen (voor zover de Gemeente de opdracht nog wenst te gunnen),
subsidiairde Gemeente te gebieden de voorlopige gunningsbeslissing in te trekken, de inschrijvingen van [A. Hoveniers] en [geïntimeerde] opnieuw te beoordelen met name ten aanzien van het voldoen aan de ervaringseis en een nieuwe voorlopige gunningsbeslissing te nemen (voor zover de Gemeente de opdracht nog wenst te gunnen) en
meer subsidiaireen passende voorlopige voorziening te treffen.
twee werken van dezelfde aard en omvang als het aan te besteden werk.Bij het pleidooi in hoger beroep heeft de Combinatie aangevoerd dat dit criterium minder ruim is dan het criterium
werken van vergelijkbare aard en omvangzodat de door [geïntimeerde] opgevoerde werken reeds daarom niet in aanmerking genomen hadden kunnen worden. Daarnaar gevraagd door het hof heeft de Combinatie te kennen gegeven dat dit betoog geen nieuwe grief inhoudt, maar een nadere toelichting op haar grieven.
NAAR AARD EN OMVANG VERGELIJKBAAR: GRASVELDEN EN GAZONSvermeld:
De Gemeente heeft gevraagd om referenties die ‘naar aard en omvang vergelijkbaar’ zijn met het aanbestede werk(punt 7). Met andere woorden: de criteria
werken van dezelfde aard en omvangen
werken van vergelijkbare aard en omvangzijn door partijen in de procedure steeds inwisselbaar geacht. In navolging van partijen is ook de voorzieningenrechter daarvan uitgegaan. Juist wanneer dit voor de Combinatie een belangrijk punt was, had het op haar weg gelegen daarvan bij de daarvoor in aanmerking komende gelegenheid, in dit geval de appeldagvaarding, melding te maken zodat haar wederpartijen hierop bedacht konden zijn bij de inrichting van hun memories van antwoord. In de appeldagvaarding is evenwel geen grief van de Combinatie tegen dit uitgangspunt te vinden, zodat het betoog dat de Combinatie daarover voor het eerst bij het pleidooi in hoger beroep houdt en dat wezenlijk afwijkt van haar eerdere standpunt, als nieuwe grief aangemerkt dient te worden.
vergelijkbareaard en omvang, zal (moeten) hanteren.
maaiwerkzaamheden, en dat die werkzaamheden het hoofdbestanddeel uitmaken van het aanbestede werk, zodat ook de referentiewerken betrekking moeten hebben op maaiwerkzaamheden en niet specifiek op het maaien van recreatieve grasvelden en gazons.
omdathet gaat om frequentiebestekken
omdatdie referentiewerken bestaan uit maaien van bermen c.a., heeft de Combinatie noch in de spoedappeldagvaarding, noch bij gelegenheid van het pleidooi met zoveel woorden gesteld dat de referentiewerken van [geïntimeerde] feitelijk geheel of overwegend frequentiebestekken betroffen.
allemaaiwerkzaamheden in referentiewerken vallen binnen de reikwijdte van dat vereiste, maar wel de maaiwerkzaamheden (in stadsgroen) als [geïntimeerde] in de door haar opgevoerde referentiewerken heeft uitgevoerd. Dat betekent dat grief 2 alsnog wordt verworpen.