Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 252828/KG ZA 12-644)
2.Het geding in hoger beroep
[geïntimeerde] is aanvankelijk in rechte niet verschenen, waarna verstek is verleend, appellante de gedingstukken heeft overgelegd en uitspraak heeft gevraagd.
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
De aandeelhouder is: Beheermaatschappij "De Giersberg" B.V., '[straatnaam][huisnummer].
Bestuurders:
- van 1978 tot 2002: diverse
- van 2002 tot heden: [bestuurder appellante], [woonplaats].
Dit bedrijf wordt hierna genoemd: "BvG (oud)/Gispro" (dan wel "BvG (oud)" of "Gispro" zonder meer).
De aandeelhouder is: Beheermaatschappij "De Giersberg" B.V., '[straatnaam][huisnummer].
Bestuurder: [bestuurder appellante], [woonplaats].
Dit bedrijf wordt hierna genoemd: "BvG (nieuw)".
Er kan geen enkele twijfel over bestaan dat het BvG (nieuw) is die van het vonnis in hoger beroep is gekomen. Op talloze plaatsen in de memorie van grieven maakt immers appellante telkens onderscheid tussen haarzelf enerzijds en Gispro, voorheen BvG (oud), anderzijds.
Grieven 1 tot en met 4 houden in dat de voorzieningenrechter ten onrechte wèl een vonnis heeft gewezen tussen [geïntimeerde] en BvG (oud)/Gispro en grief 5 houdt in dat de voorzieningenrechter ten onrechte geen vonnis heeft gewezen tussen [geïntimeerde] en BvG (nieuw).
Als regel zal enkel een veroordelend vonnis worden uitgesproken tegen een partij. In het uitzonderlijk geval dat er een vonnis is uitgesproken tegen een (rechts-)persoon welke niet als partij had kunnen worden aangemerkt, moet voorts aangenomen worden dat die (rechts-) persoon er een rechtens te respecteren belang bij heeft om op welke wijze dan ook dat veroordelend vonnis ter toetsing aan de rechter voor te leggen.
Uitsluitend BvG (oud)/Gispro was gedaagde partij en terecht is zij door de voorzieningenrechter ook aangeduid als gedaagde partij.
Dat betekent ook dat - indien en voor zover overigens, op inhoudelijke gronden, de vordering terecht is toegewezen - de voorzieningenrechter terecht BvG (oud)/Gispro heeft veroordeeld.
De eerste vier grieven hebben betrekking op Gispro. Indien de overwegingen waartegen die grieven zijn gericht nadelig zijn voor BvG (oud)/Gispro, had deze daarvan kunnen appelleren. BvG (nieuw) heeft echter in zoverre geen enkel nadeel geleden en heeft bij die grieven geen belang.
Bij grief 5 zou zij (op een enkel onderdeel na) evenmin belang hebben gehad. BvG (nieuw) stelt dat de voorzieningenrechter ten onrechte heeft verzuimd [geïntimeerde] niet ontvankelijk te verklaren in haar vorderingen tegen BvG (nieuw) althans haar deze te ontzeggen. Wat voor belang zij daarbij heeft valt niet in te zien, temeer nu in een zaak bij de voorzieningenrechter geen declaratoire uitspraken worden gedaan. In geval van een veroordeling te haren laste zou BvG (nieuw) belang kunnen hebben gehad bij vernietiging, maar niet in geval van de afwezigheid van enige beslissing ten gunste of ten laste van haar.
Doch aldus gelezen zou die grief niet tot enige beslissing ten gunste van BvG (nieuw) kunnen leiden. Immers, die kosten zouden hoe dan ook voor haar rekening blijven. Voor zover het gaat om kosten welke zijzelf heeft gemaakt doordat zij in rechte is verschenen terwijl de vordering haar helemaal niet aan ging en zij ook niet de gedagvaarde partij was geldt dat het maken van kosten het gevolg is van een door haarzelf gemaakte keuze om in rechte te verschijnen terwijl zij helemaal niet was gedagvaard (zie hierboven), terwijl voor zover het gaat om kosten gemaakt door BvG (oud)/Gispro heeft te gelden dat nu het vonnis waarvan beroep niet krachtens een door BvG (oud)/Gispro ingesteld appel is vernietigd, als uitgangspunt heeft te gelden dat de vordering terecht is toegewezen en BvG (oud)/Gispro terecht in de proceskosten is veroordeeld (en dus ook haar eigen kosten niet vergoed heeft gekregen).