Uitspraak
GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een huurder, [appellant], en de woningcorporatie Stichting Woonbedrijf SWS over de plaatsing van een schutting tussen de voortuinen van twee door SWS verhuurde woningen. [appellant] huurt sinds 1 mei 1981 een woning van SWS en heeft bezwaar tegen de schutting die op verzoek van zijn buurvrouw, die de naastgelegen woning huurt, is geplaatst. De schutting is op 7 september 2011 aangebracht en heeft een hoogte van 97 cm. [appellant] vordert de verwijdering van de schutting, huurprijsvermindering en schadevergoeding, omdat hij meent dat de schutting zijn woongenot beperkt en niet voldoet aan de eisen die SWS aan haar huurders stelt.
De kantonrechter heeft in eerste aanleg geoordeeld dat er geen sprake is van een gebrek in de zin van artikel 7:204 BW, omdat de schutting geen beperking van het woongenot oplevert. [appellant] is het hier niet mee eens en heeft hoger beroep ingesteld. Het hof heeft de procedure beoordeeld aan de hand van de ingediende stukken en de grieven van [appellant].
Het hof concludeert dat de plaatsing van de schutting geen gebrek oplevert, omdat [appellant] er rekening mee moest houden dat er op enig moment een erfafscheiding zou worden geplaatst. De schutting is normaal en voldoet aan de verwachtingen die een huurder mag hebben. Het hof wijst de vorderingen van [appellant] af en bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter, waarbij [appellant] wordt veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.