Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 696917 CV 11-11401)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord.
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
- [geïntimeerde], geboren op [geboortedatum] 1978, is op 6 december 2010 op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, te weten 4 maanden, bij Z.I.B. in dienst getreden als all round medewerker. [geïntimeerde] was werkzaam in de vestiging van Z.I.B. in [vestigingsplaats].
- Per 6 april 2011 is de arbeidsovereenkomst verlengd voor de duur van 8 maanden. Het laatstgenoten salaris bedrag € 1.800,-- bruto per maand exclusief 8% vakantoetoeslag, op basis van 38 uur per week.
- Op 18 maart 2011 hebben de assistent manager SPA Wellness [vestigingsnaam], [assistent manager SPA Wellness], en de leidinggevende van [geïntimeerde], Jurgen Mast, met [geïntimeerde] gesproken en hem daarbij medegedeeld dat twee vrouwen, onafhankelijk van elkaar zich bij de receptie hadden beklaagd over het feit dat [geïntimeerde] hen in de sauna had benaderd met een aanbod voor een massage en [geïntimeerde] aangegeven dat een dergelijk gedrag absoluut niet is toegestaan.
- Op 9 mei 2011 heeft de manager van SPA Welness [vestigingsnaam], [leidinggevende van geintimeerde], [geïntimeerde] geconfronteerd met een klacht van een vrouw die stelde op 8 mei 2011 in de sauna door [geïntimeerde] te zijn benaderd met een aanbod voor een massage. Bij brief van diezelfde datum heeft zij [geïntimeerde] een officiële waarschuwing gegeven, in welke brief onder mee de volgende passage staat opgenomen:
- Z.I.B. heeft [geïntimeerde] op 26 juli 2011 op staande voet ontslagen. Het ontslag is per brief van diezelfde datum aan hem bevestigd. In die brief is als reden voor het ontslag op staande voet vermeld dat Z.I.B. een aantal klachten heeft ontvangen van vrouwen over ongepast gedrag van [geïntimeerde] in de sauna. In de brief wordt gewezen op incidenten op 7 juli 2011 en 21 juli 2011, waarbij [geïntimeerde] massagehandelingen zou hebben uitgevoerd.
- Bij brief van 29 juli 2011 heeft de gemachtigde van [geïntimeerde] de nietigheid van het ontslag ingeroepen wegens het ontbreken van een dringende dan wel gewichtige reden en aangegeven dat [geïntimeerde] bereid was de hem op te dragen werkzaamheden te verrichten. Z.I.B. heeft het ontslag gehandhaafd.