Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5 Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 21 februari 2012 waarbij het hof een comparitie na aanbrengen heeft gelast;
- het proces-verbaal van comparitie van 30 maart 2012;
- de memorie van grieven met 17 producties en een eiswijziging;
- de memorie van antwoord met 7 producties.
6.De gronden van het hoger beroep
7.De beoordeling
.Het hof zal hierna een overzicht geven van deze relevante feiten.
- [appellant], geboren op [geboortedatum] 1964, is bij 4Works, een uitzendbureau, in dienst geweest
- van 20 maart 2007 tot en met 17 mei 2007 en
- van 24 januari 2008 tot en met 26 juni 2008 en van 29 september 2008 tot en met 17 juli 2009,
- van 24 januari 2008 tot en met 17 juli 2009.
5. Inlenersbeloning
a. In afwijking van het bepaalde in de leden 2, 3 en 4a. en b. van dit artikel kan de
4. initiële loonsverhoging, hoogte en tijdstip als bij de inlener bepaald;
5. kostenvergoeding (voor zover de uitzendonderneming deze vrij van loonheffing
2. Met betrekking tot ondernemingen, als bedoeld in sub 1, die tevens bouwwerken in opdracht van derden uitvoeren dan wel bouwwerken voor eigen rekening uitvoeren met het doel deze aan derden te verkopen of te verhuren, is deze cao van toepassing op de gehele onderneming, met dien verstande dat dit niet geldt ten aanzien van:
a. ondernemingen, die in het kader van de gehele onderneming in hoofdzaak regelmatig bouwwerken uitvoeren;
b. gedeelten van ondernemingen, die zelfstandige en administratieve eenheden vormen, hetgeen dient te blijken uit het feit, dat de werknemers niet worden uitgewisseld en die bouwwerken uitvoeren.
3. De cao is voorts van toepassing op de werknemers, die door de ondernemingen als bedoeld sub 1, worden belast met het stellen van betonelementen op de bouwplaats en die, bij onderbreking van de werkzaamheden op de bouwplaats, terugkeren naar de onderneming, welke hen heeft uitgezonden.
4. Voor ingeleende werknemers werkzaam in ondernemingen zoals bedoeld in sub 1; 2 en 3 zijn de arbeidsvoorwaarden zoals in deze cao, of in ondernemingen vallend onder deze cao afgeleide regelingen van toepassing. Deze CAO is daartoe aangemeld bij de Stichting Meldingsbureau Uitzendbranche.”
:
2. Het eerste lid is niet van toepassing, indien in een collectieve arbeidsovereenkomst, van toepassing op de onderneming die arbeidskrachten ter beschikking stelt, of bij of krachtens wet is bepaald, welk loon en overige vergoedingen degene, die arbeidskrachten ter beschikking stelt, aan die arbeidskrachten verschuldigd is.
3. Het eerste lid is eveneens niet van toepassing, indien op de onderneming bij welke de ter beschikkingstelling plaats vindt, een collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing is, die bepalingen bevat op grond waarvan de werkgever zich ervan moet verzekeren dat aan arbeidskrachten die aan zijn onderneming ter beschikking zijn gesteld loon en overige vergoedingen worden betaald overeenkomstig de bepalingen van die collectieve arbeidsovereenkomsten”.
- [appellant] baseert zich op de berekening van [salarisadministratiekantoor] (prod. 14 inl dgv). Deze berekening is in ieder geval onjuist voor zover deze niet strookt met hetgeen ten aanzien van grief 1 omtrent de van toepassing zijnde CAO reeds is beslist in r.o. 7.5. Voor zover in de berekening van [salarisadministratiekantoor] wordt uitgegaan van functiegroep V van de CAO Beton is dat in ieder geval onjuist voor wat betreft de eerste 26 weken van de uitzendrelatie, zie 7.5.1. slot. Voor zover de uitzendrelatie langer heeft geduurd dan 26 weken zal de vraag of het juiste uurloon door [salarisadministratiekantoor] is gehanteerd afhangen van de uitkomst van de bewijsopdracht aan [appellant], zie 7.6.1.
- Voor zover [appellant] zich voor wat betreft de arbeidsduur per week beroept op de uitzendovereenkomst(en) faalt dit beroep, aangezien daarin is bepaald dat de arbeidsduur indicatief 40 uren per week bedraagt en dat wordt uitgegaan van de bij de opdrachtgever gebruikelijke arbeids-, rust- en werktijden.
- [appellant] stelt verder dat geen sprake is van flexibele roosters omdat hij altijd om 6.00 uur in de ochtend moest beginnen. Daarom is volgens hem artikel 6 lid 1a CAO Beton, dat uitgaat van een werkweek van gemiddeld 38 uur op jaarbasis, van toepassing.
- Voor zover [appellant] heeft gesteld dat het totaal aantal feitelijk door hem gewerkte (over)uren onjuist door 4Works is berekend verwerpt het hof dat standpunt, nu [appellant] de door 4Works bij conclusie van antwoord, productie 32 t/m 34, gemaakte berekening ook in hoger beroep slechts ten aanzien van periode 3 van 2008 heeft betwist. Op hetgeen 4Works vervolgens op dat punt bij conclusie van dupliek heeft gesteld (punt 36 e.v.) en de nieuwe loonstroken die 4Works in reactie op het verweer van [appellant] vervolgens heeft overgelegd (prod. 64 cvd/cvr, zie ook prod. 62 en 63 cvd/cvr), heeft [appellant] in hoger beroep niet gereageerd. Het hof gaat daarom uit van de juistheid van berekeningen van 4Works voor wat betreft het aantal feitelijk gemaakte (over)uren.
- In reactie op de stelling van [appellant] dat hij het vermoeden heeft dat 4Works zelf het aantal (uit te betalen) gewerkte uren per periode wilde beperken tot 180 uur om niet in de problemen te komen met de Arbeidstijdenwet, heeft 4Works haar standpunt uit de eerste aanleg (punt 34 cvd en prod. 60) herhaald dat het opsparen van overuren op verzoek van [appellant] zelf gebeurde. [appellant] heeft zijn vermoeden niet te bewijzen aangeboden. Het hof gaat er daarom vanuit dat het opsparen van overuren op verzoek van [appellant] is gebeurd.
- Voor zover [appellant] zijn stellingen met betrekking tot het uurloon (op grond van de berekening van [salarisadministratiekantoor]. volgens hem kennelijk € 11,06 bruto per uur) baseert op zijn functie van timmerman/vakkracht verwijst het hof naar hetgeen in 7.6.1. is overwogen.
- Voor zover [appellant] stelt dat € 8,50 netto per uur is overeengekomen met mw. [medewerker 4Works] in 2007 faalt die stelling alleen al omdat de e-mail van mw. [medewerker 4Works] waar [appellant] zich op beroept (prod. 66 cvd/cvr) geen betrekking heeft op de aan dit geschil ten grondslag liggende (tweede) uitzendovereenkomst. Overigens is mede gelet op de verklaring van mw. [medewerker 4Works] (prod. 53 cvd/cvr) aannemelijk dat mw. [medewerker 4Works] zich in haar e-mail heeft vergist in bruto en netto, zoals 4Works heeft gesteld.
- [appellant] heeft gesteld dat hij meermalen heeft geprotesteerd tegen het uurloon van € 8,00 bruto per uur. Dit betoog passeert het hof aangezien de protesten, als daar al sprake van was kennelijk niet zijn gehonoreerd en dus niet kunnen leiden tot het door [appellant] gewenste resultaat.
- [appellant] heeft verwezen naar de huisregels (prod. 37/38 cvr) als bewijs voor zijn stelling dat hij als vakkracht in 2008 niets voor huisvesting hoefde te betalen en € 5,00 per week in 2009. [appellant] diende volgens 4Works op grond van de huisregels als ‘andere werknemer’ € 200,00 per week in 2008 en € 220,00 per week in 2009 te betalen, welke kosten volgens afspraak op een bedrag van € 5,00 per week na in 2009 in het uurloon waren verdisconteerd volgens 4Works. Nu [appellant] deze afspraak heeft betwist dient 4Works haar stelling te bewijzen. Het eindoordeel van het hof op dit punt is gelet op de voormelde huisregels verder afhankelijk van de uitkomst van de bewijsopdracht aan [appellant] met betrekking tot de door hem als gespecialiseerd timmerman/vakkracht bij OBI verrichte werkzaamheden (zie 7.6.1.).
- Met betrekking tot het standpunt van [appellant] dat het privégebruik van de bedrijfsauto niet kan zijn inbegrepen in het uurloon overweegt het hof het volgende. Het feit dat de benzinekosten voor woon-werkverkeer/het vervoer van uitzendkrachten die voor OBI werkten werden vergoed laat onverlet dat [appellant] de bedrijfsauto privé mocht gebruiken in ruil voor een lager uurloon, zoals 4Works heeft gesteld. Nu [appellant] deze stelling heeft betwist, dient 4Works haar stelling te bewijzen.
- Voor wat betreft het vakantiegeld heeft 4Works voldoende aangetoond aan de hand van de loonstroken (prod. 6 inl dgv en prod. 33 cvd/cvr) dat dit maandelijks aan [appellant] is uitbetaald. Overigens zal, afhankelijk van de bewijslevering, mogelijk t.z.t. een herberekening van het vakantiegeld gemaakt moeten worden.
8.De uitspraak
;