4.1.Het gaat in deze zaak om het volgende.
4.1.1.De Maatschap exploiteert een tuinbouwbedrijf nabij de watergangen de Flinke Venlossing en de Venbeek in het zuidelijke deel van de provincie Limburg. Zij houdt zich bezig met de teelt van asperges, prei, suikerbieten en maïs. Zij pacht daartoe een perceel grond, kadastraal bekend als gemeente [vestigingsplaats] , [sectieletter] , nummer [sectienummer] (gedeeltelijk), groot 3.17 ha (hierna te noemen: het perceel).
4.1.2.De Maatschap heeft in de periode 1978-1986 voor het eerst asperges geteeld op het perceel.
4.1.3.In 1986 heeft (de rechtsvoorganger van) de Maatschap een drainagesysteem laten aanleggen op het perceel. Volgens de Maatschap hebben de drains een lengte van 100 m en liggen zij op een afstand van 8 m van elkaar op circa 80 cm onder de laagste maaiveldhoogte, zijnde 28.89 m +NAP (inl. dagv. p. 3 en pleitnota hb p. 1).
4.1.4.Het Waterschap is als waterbeheerder belast met de zorg voor de waterkwantiteit, waterkwaliteit en waterkeringen in het zuidelijke deel van de provincie Limburg.
4.1.5.In het voorjaar van 2002 heeft het Waterschap in het kader van het project Optimaal Waterbeheer in de Landbouw (OWL) in de Flinke Venlossing , nabij de aftakking naar de Venbeek , een stuw geplaatst met nummer 2.069 (op de bij conclusie van antwoord overgelegde kaarten aangeduid als 2.010.0015W) en in de Benedenstroomse Venbeek nabij Koezoep een stuw met nummer 2.070 (2.009.0028X) (hierna gezamenlijk: de stuwen).
Voor beide stuwen werd een zomerstreefpeil van 28,50 m +NAP aangehouden.
4.1.6.In 2003 is als gevolg van wateroverlast schade ontstaan aan de teelt van courgettes op het perceel van de Maatschap. De Maatschap weet deze schade aan (toen nog alleen) het gebruik van stuw 2.069. Naar aanleiding hiervan is tussen partijen discussie ontstaan over de oorzaak van de wateroverlast en het gebruik van die stuw, maar de Maatschap heeft het Waterschap niet aansprakelijk gesteld.
4.1.7.Bij brief van 26 april 2006 (prod. 3 inl. dagv.) heeft het Waterschap (onder meer) aan de Maatschap medegedeeld dat met ingang van het lopende groeiseizoen bediening van de stuw zal gebeuren met behulp van een systeem waarbij gewassoort, seizoen, neerslagverwachting en grondwaterstand de basis vormen voor het in te stellen stuwpeil.
4.1.8.In april 2007 heeft de Maatschap op het gehele perceel asperges gezet op een diepte van 22 cm.
4.1.9.Op 31 juli 2007 heeft de Maatschap op een grote plek schade aan de jonge aspergeaanplant geconstateerd als gevolg van wateroverlast, bestaande uit een gele verkleuring.
4.1.10.Bij brieven van 2 augustus 2007 (prod. 5 inl. dagv.) en 3 oktober 2007 (prod. 7 inl. dagv.) heeft (de gemachtigde van) de Maatschap het Waterschap aansprakelijk gesteld voor de hiervoor bedoelde schade.
4.1.11.Bij brief van 24 oktober 2007 heeft (de gemachtigde van) de Maatschap aan het Waterschap opgave gedaan van de schade (prod. 8 inl. dagv.). Bij deze brief is een (taxatie)rapport gevoegd van [expert 2] d.d. 10 oktober 2007.
4.1.12.Bij brief van 19 december 2007 (prod. 9 inl. dagv.) heeft (de verzekeraar van) het Waterschap de aansprakelijkheid van de hand gewezen.
4.1.13.Bij brief van 19 februari 2008 (prod. 10 inl. dagv.) heeft (de gemachtigde van) de Maatschap het Waterschap nogmaals aansprakelijk gesteld.
4.1.14.Bij brief van 26 februari 2008 (prod. 11 inl. dagv.) heeft (de verzekeraar van) het Waterschap de aansprakelijkheid wederom van de hand gewezen.
4.1.15.De (gemachtigde van de) Maatschap heeft bij brief van 13 juni 2008 (prod. 12 inl. dagv.) een nadere onderbouwing gegeven van de aansprakelijkheid van het Waterschap.
4.1.16.Op 13 juni 2008 heeft de Maatschap opnieuw schade aan de aspergeaanplant als gevolg van wateroverlast geconstateerd.
4.1.17.Bij brief van 28 juli 2008 (prod. 16 inl. dagv.) heeft de Maatschap het Waterschap ook voor deze schade aansprakelijk gesteld.
4.1.18.Het Waterschap heeft de zaak vervolgens weer in handen gesteld van haar aansprakelijkheidsverzekeraar (prod. 17 inl. dagv.). Deze heeft opdracht gegeven aan bureau [expertisebureau] om ter zake van de beide schadeclaims een expertise uit te voeren. De bevindingen en conclusies van deze expertise zijn vastgelegd in een 'Rapport van expertise' d.d. 13 maart 2009 (prod. 10 cva).
4.1.19.De (gemachtigde van de) Maatschap heeft bij brief van 18 augustus 2009 (prod. 22 inl. dagv.) medegedeeld dat zij zich niet met de inhoud van het rapport van bureau [expertisebureau] kan verenigen. Bij deze brief is een rapport gevoegd van [expert 1] , met als titel 'Natschade asperges langs de Flinke Venlossing . Bevindingen na bestudering van de stukken en een bezoek ter plaatse' d.d 15 juli 2009.
4.1.20.Bureau [expertisebureau] heeft op 30 november 2009 een aanvullend memo opgesteld naar aanleiding van het genoemde rapport van [expert 1] (gevoegd bij prod. 24 inl. dagv.).
4.1.21.[expert 1] heeft hierop in een nieuw rapport, toegezonden aan de Maatschap op 1 maart 2010, gereageerd (gevoegd bij prod. 25 inl. dagv.).
4.1.22.Partijen hebben onderling geen vergelijk kunnen treffen.