De verklaring van mevrouw [getuige sub 1.] houdt onder meer in:
“In 2008 en 2009 hadden veel van die problemen te maken met het vermogen van de machine (…) Hierover hebben we in maart 2009 bij Itec geklaagd. Toen werd ons (…) door de heer [vertegenwoordiger van Itec], een vertegenwoordiger van Itec, verteld dat er eennieuwekopieermachine bijgeplaatst zou moeten worden om aan de beloofde kopieercapaciteit te kunnen voldoen. Dit heeft geresulteerd in de levering van de A307. Voor ontvangst van die A307 moest ik wel in een bonboek tekenen. Achteraf kwam ik erachter dat dit een contract met een nieuwe ingangsdatum bleek te zijn. Er is tijdens het gesprek met de heer [vertegenwoordiger van Itec], mevrouw [X.] en mij ook niet gesproken over het feit dat het plaatsen van de A307 betekende dat er een nieuw contract zou worden gesloten voor beide apparaten. Door het zetten van mijn handtekening heb ik onbewust en ongewild blijkbaar het bejaardencentrum verplicht 78 maanden lang bijna EUR 1400 aan Itec te betalen. Als ik dit van te voren van Itec had gehoord, dan had ik hiervoor nooit mijn handtekening gezet. (…)
Onze problemen waren niet opgelost. Ook hier geldt weer dat als ik geweten zou hebben dat Itec een tweedehands, gebrekkig apparaat zou leveren, ik nooit mijn handtekening zou hebben gezet. (…)
Itec heeft toen voorgesteld om de gebruikte A307 te vervangen door een ander apparaat: de CP2828. (…) We kwamen in een vergevorderd stadium in de onderhandelingen, zie mijn e-mail van 18 augustus 2009. Echter, voor het tot een afspraak kwam realiseerden we ons toen dat het nieuwe contract dat werd gepresenteerd weer een termijn van 78 maanden zou hebben. Wij hadden daar geen goed gevoel over, we waren ons vertrouwen in Itec kwijt. We kwamen tot het inzicht dat we helemaal geen nieuw contract wilden sluiten met een partij die vanaf begin af aan niet heeft gedaan wat zij beloofd had! (…)
Mijn conclusie over de bewijsopdracht van het hof: ik kan slechts verklaren dat ik erop heb vertrouwd – en dat ik dat ook mocht gezien de omstandigheden - dat de overeenkomst van 2009 zowel ten aanzien van de A307 als de CP3545geenlooptijd van 78 maanden ingaande 1 juni 2009 inhield. In mijn optiek hadden we een overeenkomst die in 2005 was gesloten en in 2010 zou eindigen met inachtneming van een opzegtermijn van een jaar. De inhoud van het contract van 2009 en de verstrekkende gevolgen zijn ons nooit duidelijk gemaakt door Itec. Nooit hebben wij gesproken over een termijn van 78 maanden. (…)
In het tussenarrest in paragraaf 4.6 is geciteerd wat ik gezegd zou hebben tijdens het pleidooi: ‘Tijdens het pleidooi heeft mevrouw [getuige sub 1.], die namens Mennistenerf de overeenkomst heeft getekend, verklaard dat zij ervan uitging dat de termijn van 78 maanden alleen gold voor de A307, niet ook voor de CP3545”. Dit isnietjuist. Uw hof heeft deze stelling zo geformuleerd en mij gevraagd of dit inderdaad zo was. In de hitte van de strijd heb ik hierop ‘Ja’ gezegd. Nu, in alle rust, zie ik dat het antwoord ‘nee’ had moeten zijn. Het is spijtig dat ik dit zo geantwoord heb, maar ik moet dit voor de volledigheid corrigeren. Zoals het door mij gestelde in de tweede alinea naar voren gebracht wordt, blijkt dat ons nooit duidelijk verteld is dat het om een nieuw contract voor beide machines ging.”