Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
- op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het primair en subsidiair ten laste gelegde;
- voor wat betreft de meer subsidiair ten laste gelegde (openlijke geweldpleging) en de vordering van de benadeelde partij gerefereerd aan het oordeel van het hof;
- ten aanzien van de op te leggen straf op het standpunt gesteld dat dient te worden volstaan met voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 maand met een proeftijd van twee jaren en een werkstraf voor de duur van 100 uur.
hij op of omstreeks 12 augustus 2012 in de gemeente Venlo ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk het slachtoffervan het leven te beroven, met dat opzet [het slachtoffer] een trap tegen zijn rug en/of een (karate)trap tegen het gezicht heeft gegeven, terwijl [het slachtoffer] op zijn knieën zat, en/of (vervolgens) [het slachtoffer] meermalen, althans eenmaal in het gezicht en/of hoofd en/of rug en/of buik, in elk geval tegen zijn lichaam heeft geschopt, terwijl [het slachtoffer]op de grond lag, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 12 augustus 2012 in de gemeente Venlo tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om het slachtoffer, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet het slachtoffer een trap tegen zijn rug en/of een (karate)trap tegen het gezicht heeft gegeven, terwijl het slachtoffer op zijn knieën zat, en/of (vervolgens) het slachtoffer meermalen, althans eenmaal in het gezicht en/of hoofd en/of rug en/of buik, in elk geval tegen zijn lichaam heeft geschopt, terwijl het slachtoffer op de grond lag, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 12 augustus 2012 in de gemeente Venlo met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de Nieuwstraat, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen het slachtoffer, welk geweld bestond uit het tegen de rug trappen en/of een (karate)trap -tegen het gezicht- geven van het slachtoffer, terwijl het slachtoffer op zijn knieën zat, en/of (vervolgens) het slachtoffer meermalen, althans eenmaal in het gezicht en/of hoofd en/of rug en/of buik, in elk geval tegen zijn lichaam te schoppen, terwijl het slachtoffer op de grond lag.
Medeplegen van poging tot zware mishandeling.
- de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- de omstandigheid dat het hier gaat om een zeer gewelddadig feit waardoor de in de maatschappij heersende gevoelens van onrust en onveiligheid worden versterkt;
- het laffe en zeer gewelddadige karakter van het geweld, waarbij zonder invoelbare aanleiding twee en later drie personen een vluchtende jongeman achterna rennen, onderuit schoppen en ernstig mishandelen;
- de mate waarin door het bewezen verklaarde feit pijn en letsel is toegebracht aan het slachtoffer.
- de omstandigheid dat verdachte blijkens de inhoud van het hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 24 april 2013, niet eerder voor een soortgelijk feit is veroordeeld;
- de persoonlijke omstandigheden van verdachte, voor zover daarvan ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
39 (negenendertig) dagen.
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig dagen) hechtenis.
€ 898,22 (achthonderdachtennegentig euro en tweeëntwintig cent) bestaande uit € 298,22 (tweehonderdachtennegentig euro en tweeëntwintig cent) materiële schade en € 600,00 (zeshonderd euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 898,22 (achthonderdachtennegentig euro en tweeëntwintig cent) bestaande uit € 298,22 (tweehonderdachtennegentig euro en tweeëntwintig cent) materiële schade en € 600,00 (zeshonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
17 (zeventien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.