In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een huurovereenkomst voor een bedrijfsruimte die op 30 juli 2009 is gesloten tussen [appellant] en [geïntimeerde]. De gemeente Leudal heeft na het sluiten van de overeenkomst meegedeeld dat de bestemming van de gehuurde ruimte niet toelaat dat er een garagebedrijf of APK-station wordt geëxploiteerd. [geïntimeerde] heeft de ruimte daarom niet in gebruik genomen en heeft de huurovereenkomst op grond van bedrog en dwaling willen ontbinden. De verhuurder, [appellant], heeft echter gesteld dat de bestemming wel zou voldoen aan het bestemmingsplan.
Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de verhuurder niet heeft voldaan aan zijn verplichting om de huurder het rustig genot van de gehuurde zaak te verschaffen. De verhuurder was op de hoogte van de planologische bezwaren en had deze informatie aan de huurder moeten verstrekken. Het hof oordeelt dat de verhuurder in gebreke is gebleven en dat dit een tekortkoming is die de (buitengerechtelijke) ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. De grieven van de verhuurder worden verworpen, en het hof bekrachtigt het eindvonnis van de rechtbank, waarbij de verhuurder wordt veroordeeld in de proceskosten.
De uitspraak van het hof benadrukt de verplichtingen van verhuurders om transparant te zijn over de gebruiksmogelijkheden van de gehuurde ruimte en de gevolgen van bestemmingsplannen. Dit arrest is gewezen op 2 juli 2013 en onderstreept het belang van goede communicatie tussen partijen bij het aangaan van huurovereenkomsten.