Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
- Desgevraagd) Er zijn telkens dezelfde Hongaarse werknemers bij mij in dienst geweest. Het aantal Hongaarse werknemers is in die jaren wel minder geworden.
- Desgevraagd) In geschil is of voor toepassing van de lage sectorpremie de eis mag worden gesteld dat een dienstverband schriftelijk moet worden vastgelegd. Ik heb met de Hongaarse werknemers gehandeld als een goed werkgever betaamt en overeenkomstig de intentie van de CAO. In de praktijk van mijn bedrijf heeft het niet uitgemaakt. Jegens de Hongaarse werknemers heb ik dezelfde regels en voorwaarden toegepast, zo stond de koffiepot altijd klaar, zijn de gebruikelijke pauzes verleend en de regelingen omtrent vakantie toegepast.
- Desgevraagd) Niet in geschil is dat bij belanghebbende dezelfde Hongaarse werknemers in dienst zijn geweest, alsmede dat de dienstverbanden voor langer dan een jaar en met een bepaalde omvang van de te verrichten werkzaamheden mondeling zijn aangegaan.
- De toepassing van de lage sectorpremie is een faciliteit. Er is in voldoende mate kenbaar gemaakt aan welke voorwaarden moet worden voldaan. Het schriftelijkheidsvereiste is praktisch bij het toetsen van de juiste premiebetaling, zeker bij steekproefsgewijze controle tijdens het jaar. Wel wordt bij een later onderzoek gecontroleerd of de schriftelijk vastgelegde arbeidsovereenkomst nagekomen is. Zo niet, dan zal in daarbij voorkomende gevallen worden nageheven. Als tijdens het jaar de hoge sectorpremie is betaald bij een dienstverband dat schriftelijk voor korter dan een jaar is overeengekomen en achteraf blijkt dat het dienstverband langer dan een jaar heeft geduurd, wordt geen premie terugbetaald.
.
4.Gronden
2. De verschillende sectorpremiepercentages gelden voor:
1°. zij binnen een jaar na het aanvangen van de dienstbetrekking uit hoofde van die dienstbetrekking recht hebben gekregen op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet; of
2°. de omvang van de door de werknemer te verrichten arbeid in deze schriftelijke overeenkomst niet is vastgesteld; en
5. Een afschrift van de schriftelijke overeenkomst, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, wordt door de werkgever in zijn loonadministratie opgenomen.’
De lage premie is ook niet van toepassing indien de omvang van de door de werknemer te verrichten arbeid in deze schriftelijke arbeidsovereenkomst niet of niet eenduidig is vastgelegd. Indien bijvoorbeeld sprake is van een nul-urencontract met een duur van langer dan een jaar zal de hoge premie van toepassing zijn. Ditzelfde geldt voor een oproepcontract waarbij de omvang niet is vastgelegd en de contractduur eveneens langer dan een jaar is. (…) D(…)at de lage premie niet van toepassing is, indien de omvang van het dienstverband niet is vastgelegd zoals bij een nul-uren-contract of een oproepcontract (…). (…) Indien een minimaal aantal uren is vastgelegd, maar een wisselend aantal uren wordt gewerkt en deze wisselende omvang van de dienstbetrekking binnen een jaar leidt tot instroom in de WW, is alsnog de hoge premie van toepassing. (…)’
- voor het hoger beroep op 2 (punten wegens proceshandelingen) x € 472 (waarde per punt) x 1 (factor gewicht van de zaak) is € 944,
- tezamen € 1.888.
5.Beslissing
- vernietigtde uitspraak van de Rechtbank;
- verklaarthet bij de Rechtbank ingestelde beroep gegrond;
- bevestigtde uitspraak van de Inspecteur met betrekking tot de boetebeschikking;
- vernietigtde uitspraak van de Inspecteur met betrekking tot de naheffingsaanslag;
- vermindertde naheffingsaanslag tot een bedrag van € 11.933;
- bepaaltdat de bij beschikking in rekening gebrachte heffingsrente wordt verminderd overeenkomstig de vermindering van de naheffingsaanslag;
- gelastdat de Staat aan belanghebbende het door deze ter zake van de behandeling van het beroep bij de Rechtbank en het hoger beroep bij het Hof betaalde griffierecht ten bedrage van, in totaal, € 156 vergoedt; en
- veroordeeltde Inspecteur in de kosten van het geding bij de Rechtbank en het Hof aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op in totaal € 1.888.