ECLI:NL:GHSHE:2013:2520
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- W.H.B. den Hartog Jager
- O.G.H. Milar
- M. van Ham
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over arbeidsverhouding en proceskosten na betaling van hoofdsom
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om een hoger beroep van Industrial B.V. tegen een vonnis van de rechtbank Maastricht. De zaak betreft een arbeidsverhouding tussen Industrial B.V. en de geïntimeerde, die als uitzendkracht bij Industrial B.V. heeft gewerkt. De geïntimeerde vorderde een beëindigingsvergoeding en andere vergoedingen, die volgens hem nog niet waren betaald. Na het uitbrengen van de dagvaarding heeft Industrial B.V. de hoofdsom voldaan, maar de procedure werd door de geïntimeerde voortgezet zonder vermindering van eis.
Het hof oordeelde dat de geïntimeerde niet tijdig had aangegeven dat de hoofdsom was voldaan, wat gevolgen had voor de proceskostenbeslissing. Het hof concludeerde dat de geïntimeerde recht had op een bedrag van € 149,11, bestaande uit wettelijke rente en een wettelijke verhoging. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank voor zover het ging om de veroordeling van Industrial B.V. tot betaling van explootkosten en salaris van de gemachtigde, maar vernietigde het vonnis voor het overige. De geïntimeerde werd veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, omdat hij de procedure had voortgezet zonder voldoende grond.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige communicatie over betalingen in het proces en de gevolgen van het voortzetten van een procedure zonder dat er nog een vordering openstaat. Het hof wees erop dat de geïntimeerde had moeten overleggen met Industrial B.V. voordat hij de procedure voortzette, wat had kunnen leiden tot een oplossing zonder rechtsgang.