Uitspraak
96373/HA ZA 04-1031 gewezen vonnissen van 22 maart 2006, 18 oktober 2006,
17 juni 2009 en 7 april 2010.
10 Het tussenarrest van 19 juni 2012
11 Het verdere verloop van de procedure
15 januari 2013.
12 De verdere beoordeling
5 juli 2012 aan [appellante] heeft voorgesteld prof. dr. [emeritus hoogleraar] (emeritus hoogleraar Erasmus MC te Rotterdam) dan wel dr. Vermetten (hoofdonderzoeker UMCU en Centraal Militair Hospitaal te Utrecht) tot deskundige te benoemen. Pas bij brief van 12 december 2012 vernam het AZM van [appellante] dat genoemde deskundigen voor haar niet acceptabel waren en meteen daarna heeft [appellante] haar akte uitlating ingediend, zodat een eensluidende voordracht niet mogelijk was.
ongeacht of de beperkingen voortvloeien uit de tekortkomingen van het AZM”niet goed; volgens het AZM is het van belang om te weten welke beperkingen gerelateerd zijn aan de wanprestatie van het AZM.
De door [appellante] voorgestelde vraag e is voor het AZM onacceptabel, deze is sturend en borduurt voort op een onjuiste opmerking van Gersons over het ontbreken van erkenning van schuld.
voor de situatie met medische foutinderdaad gevraagd een volledige omschrijving van de beperkingen te geven. Dit is conform de IWMD-vraagstelling. Dit betekent echter niet, anders dan het AZM kennelijk veronderstelt, dat het AZM aansprakelijk is voor alle beperkingen van [appellante]. Deze vraag moet worden gelezen in samenhang met onder meer de vragen b en e
voor de situatie zonder medische fout. Daar wordt de deskundige gevraagd aan te geven welke beperkingen uit eventuele vóór de medische fout bestaande klachten en afwijkingen voortvloeiden en thans nog steeds voortvloeien.
(vraag c en d) en welke beperkingen daaruit zouden zijn voortgevloeid (vraag e). Het is vervolgens aan de rechter om te beoordelen welke klachten, afwijkingen en beperkingen het gevolg zijn van de medische fout van het AZM c.q. daaraan moeten worden toegerekend. Er is derhalve geen reden genoemde aanvulling in vraag g weg te laten.
1.DE SITUATIE MET MEDISCHE FOUT:
- de medische voorgeschiedenis van de onderzochte op uw vakgebied;
- de medische behandeling van de onderzochte en het resultaat daarvan.
e. Voor zover u de vorige vraag ontkennend beantwoordt, wilt u dan aangeven wat de reactie was van de onderzochte op de door u geconstateerde inconsistenties en welke conclusies u daaruit trekt?
i. Zo ja, welke verbetering of verslechtering verwacht u?
j. Kunt u aangeven op welke termijn en in welke mate u die verbetering dan wel verslechtering verwacht?
k. Kunt u aangeven welke gevolgen deze verbetering dan wel verslechtering zal hebben voor de beperkingen (als bedoeld in vraag 1g)?
2.DE SITUATIE ZONDER MEDISCHE FOUT:
b. Zo ja, kunt u dan aangeven welke beperkingen vóór de fout uit deze klachten en afwijkingen voortvloeiden en thans nog steeds uit deze klachten en afwijkingen voortvloeien?
d. Zo ja (dus zonder fout ook klachten), kunt u dan een indicatie geven met welke mate van waarschijnlijkheid, op welke termijn en in welke omvang de klachten en afwijkingen dan hadden kunnen ontstaan?
e. Kunt u aangeven welke beperkingen uit deze klachten en afwijkingen zouden zijn voortgevloeid?
f. Verwacht u in de toekomst nog een belangrijke verbetering of verslechtering van de op uw vakgebied geconstateerde niet aan de tekortkoming gerelateerde klachten en afwijkingen?
g. Zo ja, welke verbetering of verslechtering verwacht u?
h. Kunt u aangeven op welke termijn en in welke mate u die verbetering dan wel verslechtering verwacht?
i. Kunt u aangeven welke gevolgen deze verbetering dan wel verslechtering zal hebben voor de beperkingen (als bedoeld in vraag 2e)?
3.HET GENEZINGSPROCES EN DE OPSTELLING VAN BETROKKENE DAARIN
b. Welke behandelingen of therapieën zijn ingesteld en met welk resultaat?
c. In hoeverre zou behandeling bij betrokkene hebben kunnen leiden tot een vermindering van het functieverlies (als bedoeld in vraag 1g) en van de beperkingen (als bedoeld in vraag 1h); in hoeverre acht u het reëel dat ingeval betrokkene zich eind 2004 zou hebben laten behandelen, zij dan na afronding van de behandeling, bijvoorbeeld medio 2006, weer volledig zou hebben kunnen werken? Zo niet, wanneer zou dat volgens u wel mogelijk zijn geweest? In hoeverre speelt daarbij de omstandigheid dat de onderhavige juridische procedure nog loopt een rol?
4.OVERIG
13.De uitspraak
en ten aanzien van de conceptrapportage-partijen in de gelegenheid stelt opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het schriftelijk bericht van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het bericht tevens melding wordt gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
drie maandennadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;
bij brief aan de griffier van dit hofmet afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij)tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval het hof op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen en de hoogte van het voorschot zal bepalen;
‘s-Hertogenbosch onder vermelding van zaaknummer HD 200.073.005;