ECLI:NL:GHSHE:2013:1302
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- C.M. Aarts
- M.G.W.M. Stienissen
- M. van Ham
- Rechtspraak.nl
Bewijswaardering van gestelde afspraak over het opnemen van vakantiedagen bij het einde van de arbeidsovereenkomst
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Brasserie Monopole B.V. tegen een vonnis van de rechtbank Maastricht, waarin de vorderingen van de geïntimeerde, een voormalige medewerker, zijn toegewezen. De medewerker, geboren in 1967, was in dienst bij Monopole op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, die meerdere keren is verlengd. Bij het einde van zijn dienstverband ontstond er een geschil over de verrekening van 114 opgebouwde maar niet genoten over- en verlofuren. Monopole stelde dat de medewerker in de periode van 23 januari 2011 tot en met 10 februari 2011 geen arbeid had verricht en dat er een mondelinge afspraak was gemaakt dat hij zijn resterende uren zou opnemen. De medewerker betwistte deze afspraak en stelde dat hij recht had op een uitkering in geld voor de niet genoten uren. De kantonrechter had de vorderingen van de medewerker toegewezen, maar Monopole ging in hoger beroep. Het hof oordeelde dat Monopole de bewijslast droeg voor de gestelde mondelinge afspraak en dat de bewijsvoering nog niet voldoende was geleverd. Het hof heeft Monopole in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren van de afspraak. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling.