ECLI:NL:GHSHE:2012:CA0882
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- A.P. Zweers-van Vollenhoven
- R.R.M. de Moor
- P. A. van Voorst van Beest
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van werknemer voor kastekort en schadevergoeding aan werkgever
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van een werknemer, [appellant], voor een kastekort dat is ontstaan tijdens zijn dienstverband bij [Goes] Goes B.V. Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft op 8 mei 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Middelburg. De werknemer was van 1 juli 2002 tot 28 februari 2007 werkzaam als Hoofd Financiële Administratie en had de verantwoordelijkheid voor de financiële administratie van het concern [geintimeerden] c.s. Tijdens zijn dienstverband heeft de werknemer een ongebruikelijk hoge belastingaanslag van € 800.000,-- veroorzaakt, wat leidde tot een onderzoek door accountants en uiteindelijk aangifte van verduistering en valsheid in geschrifte tegen hem. De werknemer werd in 2009 vrijgesproken van verduistering, maar veroordeeld voor valsheid in geschrifte.
In eerste aanleg vorderde [geintimeerden] c.s. schadevergoeding van de werknemer voor een kastekort van € 26.346,--, kosten van accountants en boetes. De kantonrechter oordeelde dat de werknemer aansprakelijk was voor de schade, omdat hij opzettelijk de boekhouding had gemanipuleerd en de directie niet op de hoogte had gesteld van de financiële problemen. De werknemer ging in hoger beroep, waarbij hij acht grieven aanvoerde en concludeerde tot vernietiging van het vonnis.
Het hof oordeelde dat de werknemer aansprakelijk was voor de schade die voortvloeide uit zijn manipulaties in de boekhouding. Het hof stelde vast dat de werknemer opzettelijk had gehandeld door onduidelijke boekingen te maken en de directie niet te informeren over de kastekorten. De bewijslast voor de omvang van het kastekort lag bij [geintimeerden] c.s., en het hof liet hen toe tot bewijslevering. Het hof oordeelde dat de werknemer niet aansprakelijk was voor de boetes en de kosten van het onderzoek door DRV, omdat niet was aangetoond dat hij opzettelijk of roekeloos had gehandeld in die context. De zaak werd aangehouden voor bewijslevering.