ECLI:NL:GHSHE:2012:BY5199
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- N.J.M. van Etten
- B.A. Meulenbroek
- M. van Ham
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake medehuurderschap en ontvankelijkheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellante], de kleindochter van [grootmoeder van appellante], tegen de Stichting Thuisvester. In eerste aanleg hebben [appellante] en haar grootmoeder gezamenlijk een verzoek ingediend om te bepalen dat [appellante] medehuurder zou worden van de door haar grootmoeder gehuurde woonwagen. De rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, omdat niet kon worden vastgesteld dat er sprake was van een duurzame gemeenschappelijke huishouding, zoals vereist door artikel 7:267 lid 1 BW.
In hoger beroep heeft [appellante] de beslissing van de rechtbank bestreden en verzocht om toewijzing van haar vorderingen. Het hof heeft echter geoordeeld dat [appellante] niet-ontvankelijk is in haar hoger beroep, omdat zij alleen in hoger beroep is gekomen zonder dat [grootmoeder van appellante] daarbij betrokken was. Het hof benadrukt dat voor een geslaagd beroep op artikel 7:267 lid 1 BW een gezamenlijke vordering van de huurder en de beoogde medehuurder vereist is, en dat dit vereiste ook geldt in hoger beroep.
Het hof heeft geconcludeerd dat de vordering van [appellante] niet voldoet aan de wettelijke vereisten, aangezien haar grootmoeder niet meer in de procedure betrokken is. Hierdoor is de vordering van [appellante] niet ontvankelijk verklaard. Tevens is [appellante] veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, die zijn begroot op € 666 aan vast recht en € 894 aan salaris advocaat. De uitspraak is gedaan op 4 december 2012.