ECLI:NL:GHSHE:2012:BY4738

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
27 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
HD 200.078.714 T
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van feitelijk leidinggevende in onrechtmatige daad bij Bordeaux Advisory

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om de aansprakelijkheid van een feitelijk leidinggevende van Bordeaux Advisory in het kader van onrechtmatige daad. De stichting Bordeaux Beleggers Belangen en andere appellanten hebben in hoger beroep vorderingen ingesteld tegen [appellant], die als managing director van Bordeaux Advisory fungeerde. De stichting heeft gesteld dat [appellant] onrechtmatig heeft gehandeld door het aanbieden van participaties in wijn zonder de vereiste vergunningen, wat heeft geleid tot aanzienlijke financiële schade voor de beleggers. Het hof heeft in een eerder tussenarrest van 28 februari 2012 de vordering van Bordeaux Beleggers Belangen c.s. in het incident afgewezen en de zaak naar de rol verwezen voor beraad.

De feiten van de zaak zijn als volgt: Bordeaux Advisory bood vanaf 2002 participaties in kwaliteitswijn aan, maar de aangekochte wijnen konden niet worden herleid tot individuele beleggers. De stichting heeft ongeveer 400 donateurs die in de periode 2005-2007 hebben geïnvesteerd in wijn via Bordeaux Advisory. Bordeaux Advisory is in oktober 2008 failliet verklaard, en [appellant] zelf is in september 2010 failliet verklaard, maar dit faillissement is later opgeheven.

Het hof heeft overwogen dat [appellant] feitelijk leiding heeft gegeven aan Bordeaux Advisory en dat hij onrechtmatig heeft gehandeld door de verkoop van wijnparticipaties zonder vergunning. De rechtbank heeft de vorderingen van Bordeaux Beleggers Belangen c.s. in eerste aanleg toegewezen, maar het hof heeft geoordeeld dat de primaire en subsidiaire vorderingen van Bordeaux Beleggers Belangen c.s. moeten worden afgewezen, omdat aansprakelijkheid van feitelijk leidinggevenden niet op andere gronden kan worden ingesteld dan die in de wet zijn voorzien. Het hof heeft de zaak verwezen naar de rol voor verdere akte.

Uitspraak

GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
Sector civiel recht
zaaknummer HD 200.078.714/01
arrest van 27 november 2012
in de zaak van
[appellant],
wonende te [woonplaats],
appellant,
advocaat mr. Th.J.J. Dierichs,
tegen
1. de stichting Bordeaux Beleggers Belangen,
gevestigd te [vestigingsplaats],
2. Sportsline B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
3. [Appellant sub 3.],
wonende te [woonplaats],
4. [Appellant sub 4.],
wonende te [woonplaats],
5. [Appellant sub 5.],
wonende te [woonplaats],
6. [Appellante sub 6.],
wonende te [woonplaats],
7. [Appellant sub 7.],
wonende te [woonplaats],
8. [Appellant sub 8.],
wonende te [woonplaats],
9. [Appellant sub 9.],
wonende te [woonplaats],
10. [Appellant sub 10.],
wonende te [woonplaats],
11. [Appellant sub 11.],
wonende te [woonplaats],
12. [Appellant sub 12.],
wonende te [woonplaats],
13. [Appellant sub 13.],
wonende te [woonplaats],
14. [Appellant sub 14.],
wonende te [woonplaats],
15. [Appellant sub 15.],
wonende te [woonplaats],
16. [Appellant sub 16.],
wonende te [woonplaats],
17. [Appellant sub 17.],
wonende te [woonplaats],
18. [Appellant sub 18.],
wonende te [woonplaats],
19. [Appellante sub 19.],
wonende te [woonplaats],
20. [Appellant sub 20.],
wonende te [woonplaats],
21. [Appellant sub 21.],
wonende te [woonplaats],
22. [Appellant sub 22.],
wonende te [woonplaats],
23. [Appellant sub 23.],
wonende te [woonplaats],
24. [Appellant sub 24.],
wonende te [woonplaats],
aan geïntimeerden 5, 14 en 16 is verstek verleend,
advocaat voor de overige geïntimeerden mr. R.H.J.M. Silvertand te Waalwijk,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest in incident van 28 februari 2012 in het hoger beroep van de door de rechtbank ‘s-Hertogenbosch onder nummer 171347/HA ZA 08-413 gewezen vonnissen van 24 december 2008, 10 februari 2010 (rolbeslissing) en 4 augustus 2010.
Het hof zal de nummering van het tussenarrest voortzetten. Geïntimeerden worden hierna ook aangeduid als Bordeaux Beleggers Belangen c.s.
5. Het tussenarrest van 28 februari 2012
In het tussenarrest van 28 februari 2012 heeft het hof de vordering van Bordeaux Beleggers Belangen c.s. in het incident - strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring van [appellant] in het hoger beroep - afgewezen, de beslissing over de proceskosten van het incident aangehouden tot de einduitspraak in de hoofdzaak en in de hoofdzaak de zaak naar de rol van
13 maart 2012 verwezen voor beraad.
Partijen hebben vervolgens een schriftelijk pleidooi gehouden waarbij geïntimeerden producties hebben overgelegd. Partijen hebben daarop gefourneerd en uitspraak gevraagd.
6. De beoordeling van het geschil in de hoofdzaak
6.1 De grieven richten zich niet tegen het vonnis van 24 december 2008 en de rolbeslissing 10 februari 2010. [appellant] zal dan ook niet-ontvankelijk verklaard worden in het hoger beroep voor zover het zich richt tegen deze uitspraken.
6.2 De grieven richten zich mede tegen de door de rechtbank in rechtsoverweging 2 van het vonnis van 4 augustus 2010 vastgestelde feiten. Het hof zal de feiten, voor zover in hoger beroep van belang, opnieuw vaststellen.
6.3 Het gaat in dit geding om het volgende.
(a) De stichting Bordeaux Beleggers Belangen heeft blijkens artikel 3 van haar statuten (productie 3 bij dagvaarding in eerste aanleg) - kort gezegd - ten doel het behartigen van de belangen van hen die een overeenkomst zijn aangegaan met Bordeaux Advisory en als gevolg daarvan schade hebben geleden althans schade zullen lijden.
(b) De besloten vennootschap "Benelux Advisory B.V." was gevestigd te Amsterdam en is opgericht op 14 december 2000 als "[Beheer] Beheer BV". Deze naam is na statutenwijziging van 11 juni 2002 (volgens handelsregisterinformatie, productie 3 bij conclusie van antwoord) gewijzigd in Bordeaux Advisory B.V. (hierna: Bordeaux Advisory).
(c) Volgens opgave van het handelsregister van 16 oktober 2008 respectievelijk 3 november 2008 (productie 3 respectievelijk 1 bij conclusie van antwoord) waren bestuurders van Bordeaux Advisory:
van 22-04-2002 tot 11-06-2002: Adcomp Groep Limited te [vestigingsplaats];
van 11-06-2002 tot 01-04-2006: [bestuurder 2. van Bordeaux Advisory],
en was gevolmachtigde:
van 03-06-2002 tot 02-01-2006: [appellant] (thans appellant) met als titel:
Managing Director, met volledige volmacht.
Na 01-04-2006 was [bestuurder/directeur]bestuurder/directeur en algemeen/zelfstandig bevoegd.
(d) Bordeaux Advisory bood vanaf omstreeks 2002 onder meer middels een brochure (productie 8 bij dagvaarding in eerste aanleg; hierna: de brochure) en een (in het Engels gestelde) website (afdruk productie 4 bij dagvaarding in eerste aanleg) aan gegadigden kisten kwaliteitswijn te koop aan, en adviseerde over aankoop en verkoop en opslag van deze wijn.
(e) De stichting Bordeaux Beleggers Belangen heeft ongeveer 400 donateurs, die volgens eigen opgave hebben belegd in kisten wijn, in ieder geval in de periode 2005 - 2007, gekocht bij Bordeaux Advisory.
Ook de andere thans geïntimeerden hebben wijn gekocht van Bordeaux Advisory.
Ter zake deze aankopen werd steeds een "Confirmation Certificate" afgegeven door Bordeaux Advisory, waarin onder een referentienummer werd aangegeven welk aantal kisten van welk soort wijn was verkocht (producties bij comparitie in eerste aanleg).
(f) Bordeaux Advisory is bij vonnis van de Rechtbank Amsterdam van 11 oktober 2008 in staat van faillissement verklaard, met aanstelling van mr. H. Reitsma te Amsterdam tot curator.
(g) [appellant] zelf is failliet verklaard bij vonnis van de rechtbank Roermond van 21 september 2010. Dit faillissement is op 25 oktober 2011 opgeheven bij gebrek aan baten.
(h) Tegen [appellant] en de mede-betrokkenen [bestuurder 2. van Bordeaux Advisory] (bestuurder) en [leverancier van wijn aan Bordeaux Advisory] (leverancier van wijn aan Bordeaux Advisory) zijn strafzaken aanhangig bij de rechtbank Amsterdam. Op 17 juli 2009 heeft in elk van deze drie strafzaken een (gelijktijdige maar niet gevoegde) terechtzitting plaatsgevonden, waar [bestuurder 2. van Bordeaux Advisory] en [leverancier van wijn aan Bordeaux Advisory] in de zaak van [appellant] als getuigen onder ede zijn gehoord. De processen-verbaal van die drie terechtzittingen bevinden zich bij de stukken in deze civiele zaak (bijlage 3 bij proces-verbaal comparitie).
Op 26 januari 2011 is het onderzoek voortgezet, en ook daarvan is proces-verbaal opgemaakt (productie 8 bij memorie van grieven).
6.4 In eerste aanleg hebben thans geïntimeerden aanvankelijk gevorderd:
(1) een verklaring voor recht dat [appellant] jegens hen een onrechtmatige daad heeft gepleegd en dat hij gehouden is de dientengevolge verschenen schade en nog te verschijnen schade te vergoeden, alsmede een veroordeling van [appellant] in de proceskosten;
thans geïntimeerden 2 tot en met 24 hebben daarnaast bovendien gevorderd :
(2) betaling aan ieder van hen van in de dagvaarding genoemde bedragen tot een totaalbedrag van € 2.237.564,00.
Als grondslag van deze vorderingen heeft Bordeaux Beleggers Belangen c.s. in eerste aanleg aanvankelijk (bij de inleidende dagvaarding) primair gesteld dat een bestuurder van een vennootschap die zonder vergunning effecten uitgeeft en/of effectentransacties verricht een onrechtmatige daad jegens beleggers pleegt, alsook dat [appellant] in strijd heeft gehandeld met de Wet toezicht effectenverkeer (Wte) door zonder vergunning te bemiddelen bij het tot stand komen van effectentransacties. Daarnaast heeft Bordeaux Beleggers Belangen c.s. bij de dagvaarding in eerste aanleg als grondslag gesteld dat [appellant] onrechtmatig heeft gehandeld omdat hij wist dat de belegging in wijn uiteindelijk fout moest lopen.
Na een incidentele vordering tot onbevoegdheid en een incidentele vordering tot vrijwaring van [appellant] - waarop de rechtbank bij vonnissen van 24 december 2008 en 22 april 2009 heeft beslist - heeft Bordeaux Beleggers Belangen c.s. bij akte wijziging grondslag gesteld dat de aanvankelijke (naar het hof begrijpt: primaire) grondslag van haar vordering niet juist was, en vervolgens primair gesteld dat Bordeaux Advisory heeft gehandeld in strijd met de Wtb (oud) en subsidiair dat Bordeaux Advisory heeft gehandeld in strijd met de Wte 1995 (oud) en dat [appellant] als managing director daarvan een persoonlijk verwijt kan worden gemaakt.
Bordeaux Beleggers Belangen c.s. heeft de nieuwe primaire grondslag als volgt toegelicht. Omdat de opgeslagen kisten wijn niet waren te herleiden tot individuele beleggers is sprake van collectieve belegging teneinde deelnemers in de opbrengst van de wijn te laten delen naar rato van hun participatie. Naar het oordeel van Bordeaux Beleggers Belangen c.s. had Bordeaux Advisory een vergunning moeten hebben. [appellant] heeft volgens Bordeaux Beleggers Belangen c.s. dan ook onrechtmatig gehandeld jegens Bordeaux Beleggers Belangen c.s. door toe te laten dat Bordeaux Advisory zonder vergunning deelnemingsrechten aanbood.
Als nieuwe subsidiaire grondslag heeft Bordeaux Beleggers Belangen aangevoerd dat sprake was van overtreding van de Wte 1995 (oud) omdat de aan de kopers verstrekte confirmation certificates waardepapieren zijn en kwalificeren als effecten, en Bordeaux Advisory daardoor heeft bemiddeld bij effectentransacties.
Bij beide grondslagen heeft Bordeaux Beleggers Belangen c.s. gesteld dat [appellant] naast Bordeaux Advisory aansprakelijk was als feitelijk leidinggevende.
Het hof begrijpt dat Bordeaux Advisory haar oorspronkelijke grondslag heeft gehandhaafd. Ook [appellant] heeft de akte wijziging van eis kennelijk zo begrepen dat Bordeaux Beleggers Belangen c.s. "bovenop de oude eis, die zij dan degraderen tot subsidiaire eis, een nieuwe zowel juridische als feitelijke grondslag willen bouwen" (akte d.d. 27 januari 2010, ad 4).
Het hof zal deze grondslag hierna aanduiden als meer subsidiair.
6.5 De rechtbank heeft de vorderingen toegewezen en heeft daartoe onder meer het volgende overwogen. [appellant] is in ieder geval tot 2 januari 2006 feitelijk leidinggever van Bordeaux Advisory geweest, nu de door de rechtbank genoemde feiten er eenduidig op wijzen dat [appellant] de feitelijke en dagelijkse leiding over Bordeaux Advisory uitoefende, waarbij niet ter zake deed dat hij dat alleen of samen met anderen deed en dat hij geen bestuurder was. Ook na 2 januari 2006 (op welke datum [appellant] is uitgeschreven uit het handelsregister als gemachtigde en managing director) was sprake van een zodanige betrokkenheid van [appellant] bij de activiteiten van Bordeaux Advisory dat hij ook in die periode nog altijd in relevante mate bij de werkzaamheden van Bordeaux Advisory betrokken is gebleven.
Voorts bleken de beweerdelijk door Bordeaux Advisory voor Bordeaux Beleggers Belangen c.s. aangekochte kisten wijn bij lange na niet aanwezig te zijn en konden die kisten niet worden herleid tot individuele kopers, terwijl een groot deel van de gelden die de kopers aan Bordeaux Advisory hadden betaald niet is benut voor aankoop van kisten wijn maar is doorbetaald aan derden en aan [appellant] zelf, dit op instructie van [appellant]; en in ieder geval geldt dat [appellant] er jarenlang heeft voor heeft gezorgd dat bij een zekere [leverancier van wijn aan Bordeaux Advisory] gelden afkomstig van Bordeaux Advisory als winsten werden geparkeerd zonder dat de wijnen werden gekocht. Voorts kwam de (in het vonnis nader beschreven) gang van zaken erop neer dat Bordeaux Advisory met de door haar aan de klanten uitgereikte certificaten slechts een aanspraak op kisten wijn creëerde en geen recht op afgifte van aanwijsbare aan iedere klant toebehorende kisten wijn. Reeds door leiding te geven aan Bordeaux Advisory zonder dat Bordeaux Advisory de vereiste vergunning had handelde [appellant] onrechtmatig jegens Bordeaux Beleggers Belangen c.s. Ook wist [appellant] dat de ingekochte wijnen voor een prijs van 2 tot 5 à 6 maal hoger plus een opslag van 35% aan de klanten werden verkocht. Hierdoor werd het doen behalen van reële beleggingswinsten vrijwel onmogelijk. Nu [appellant] aan deze constructie heeft meegewerkt en ook na 2 januari 2006 is blijven meewerken, moet hem dat persoonlijk als een onrechtmatige daad worden toegerekend en hij is op grond van artikel 6:166 BW naast de anderen in deze organisatie hoofdelijk aansprakelijk.
6.6 Met de grieven is het geschil in volle omvang aan het hof voorgelegd. Het hof zal de grieven niet afzonderlijk behandelen.
6.7 De primaire en de subsidiaire grondslag van de vorderingen van Bordeaux Beleggers Belangen c.s. gaan er van uit dat de verkoop van de kisten wijn door Bordeaux Advisory onderworpen was aan een vergunning, ofwel op grond van de Wtb (oud) ofwel op grond van de Wft 1995 (oud), en dat het ontbreken daarvan een onrechtmatig handelen oplevert van Bordeaux Advisory jegens de kopers, en tevens een onrechtmatige daad van [appellant] als feitelijk leidinggevende van Bordeaux Advisory jegens de kopers.
6.8 Voor zover Bordeaux Beleggers Belangen c.s. met de vordering op deze grondslagen een beroep beoogt te doen op doorbraak van aansprakelijkheid van de rechtspersoon, niet ten laste van een bij die rechtspersoon (in dit geval Bordeaux Advisory) betrokken bestuurder maar ten laste van (volgens Bordeaux Beleggers Belangen c.s.) een feitelijk leidinggevende ([appellant]), overweegt het hof als volgt.
Ter zake van feitelijk leidinggevenden van een naamloze of besloten vennootschap is aansprakelijkheid mogelijk in de gevallen bedoeld in artikel 2:138 lid 7 en 2:248 lid 7 BW. In lid 7 van beide artikelen wordt bepaald dat voor de toepassing van dit artikel (cursivering hof) met een bestuurder wordt gelijkgesteld degene die het beleid heeft bepaald of mede heeft bepaald, als ware hij bestuurder. De in die artikelen bedoelde vordering kan slechts worden ingesteld door de curator in het faillissement van de desbetreffende rechtspersoon.
Aansprakelijkstelling door derden (zoals Bordeaux Beleggers Belangen c.s.) van een persoon als feitelijk leidinggevende op andere grond dan uitdrukkelijk in de wet voorzien berust niet op de wet moet, en reeds daarom moet worden afgewezen.
Bordeaux Beleggers Belangen c.s. heeft haar aanvankelijke stelling dat [appellant] bestuurder was van Bordeaux Advisory niet gehandhaafd, maar alleen nog gesteld dat [appellant] feitelijk leidinggevende was (hetgeen [appellant] overigens heeft betwist).
Derhalve moeten de primaire en subsidiaire vordering van Bordeaux Beleggers Belangen c.s. worden afgewezen.
6.9 Gelet op het voorgaande behoeft niet te worden beslist of [appellant] feitelijk leidinggevende was in de hier bedoelde zin (dat wil zeggen een leidinggevende die als zodanig ofwel opdrachten gaf aan de statutaire bestuurders van Bordeaux Advisory, ofwel het beleid heeft bepaald van Bordeaux Advisory met terzijdestelling van het formele bestuur).
Het hof kan op dezelfde grond eveneens in het midden laten of Bordeaux Advisory bij de verkoop vergunningplichtig was.
6.10 Het hof komt thans toe aan de meer subsidiaire grondslag van de vorderingen van Bordeaux Beleggers Belangen c.s.
6.11 Bordeaux Beleggers Belangen c.s. heeft wat dit betreft in de dagvaarding in eerste aanleg gesteld dat [appellant] onrechtmatig jegens gedupeerden heeft gehandeld omdat hij wist dat de belegging in wijn uiteindelijk fout moest lopen; de prijs van de wijn stond in geen enkele verhouding tot de waarde van die wijn op de reguliere markt en de kans op het maken van enig rendement was (daardoor) denkbeeldig (dagvaarding in eerste aanleg, §27). Bordeaux Beleggers Belangen c.s. heeft hieraan toegevoegd dat [appellant] zal moeten bewijzen dat de door Bordeaux Beleggers Belangen c.s. gekochte wijnen wel degelijk geschikt waren om mee te beleggen en dat de aan hen in het vooruitzicht gestelde rendementen wel degelijk reëel waren, mede gelet op de absurd hoge prijzen die Bordeaux Beleggers Belangen c.s. voor de wijn hebben betaald.
Tijdens de comparitie in eerste aanleg is voorts aangevoerd dat uit de stukken van de curator in het faillissement van Bordeaux Advisory blijkt dat er voor € 20.000.000 is ingelegd door alle beleggers samen en dat er slechts wijnen zijn aangetroffen ter waarde van € 1.000.000. Bordeaux Advisory wist dus bij voorbaat dat de investering niet waargemaakt kon worden. Volgens Bordeaux Beleggers Belangen c.s. kocht een zekere [leverancier van wijn aan Bordeaux Advisory] in opdracht van [appellant] de wijn en die verkocht [appellant] dan weer aan Bordeaux Advisory maar veel duurder; het verschil tussen het aankoopbedrag van de wijn en de verkoopprijs aan Bordeaux Advisory heeft [appellant] deels naar obscure vennootschappen doorgesluisd.
In de pleitnota in eerste aanleg heeft Bordeaux Beleggers Belangen c.s. onder meer aangevoerd dat [appellant] leiding heeft gegeven aan een onderneming die zich bezighield met een variant op een piramidespel. [appellant] kocht de wijnen welbewust en opzettelijk in tegen absurd hoge prijzen en het verschil tussen de werkelijke waarde van de wijnen en de fantasiewaarde die Bordeaux Advisory, althans [appellant] daaraan toekende verdween grotendeels direct of indirect in de zakken van [appellant]; dit verschil werd onder meer overgemaakt naar [appellant] (€ 112.000) en (voor € 3,3 miljoen) aan een aan [appellant] gerelateerd bedrijf Ariso (van dit bedrijf bezat [appellant] volgens Bordeaux Advisory 99% van de aandelen). Bordeaux Advisory heeft bij de incidentele memorie van 6 december 2011 ter zake een overzicht van de geldstromen in de periode 2002 - 2007 overgelegd, alsmede een organogram inzake de betrokkenheid van [appellant].
In de memorie van antwoord heeft Bordeaux Beleggers Belangen c.s. wat dit betreft (bladzijde 14) nader gesteld dat het Openbaar Ministerie begroot heeft dat door beleggers voor € 19.377.852 is ingelegd en dat ongeveer € 4.000.000 is terugbetaald aan beleggers. Van de ongeveer € 15.000.000 die Bordeaux Advisory ter beschikking heeft gehad is slechts € 1,2 miljoen gebruikt voor het aankopen van wijn. [appellant] heeft het gat van € 14.000.000 niet kunnen verklaren.
Bovendien zijn de geldstromen gegaan over vennootschappen van [appellant].
[appellant] heeft deze stellingen van Bordeaux Beleggers Belangen c.s. uitdrukkelijk bestreden.
6.12 Hoewel zoals hiervoor in rechtsoverweging 6.8 is overwogen bestuurdersaansprakelijkheid hier niet aan de orde is, is niet uitgesloten dat [appellant] persoonlijk aansprakelijk kan worden gehouden op grond van artikel 6:162 BW, niet omdat hij feitelijk leiding gaf aan Bordeaux Advisory, maar omdat hem, gelet op alle concrete (door Bordeaux Beleggers Belangen c.s. aangevoerde) feiten en omstandigheden rechtstreeks onrechtmatig handelen jegens Bordeaux Beleggers Belangen c.s. kan worden verweten.
6.13 Hetgeen door Bordeaux Beleggers Belangen c.s. is aangevoerd (en is gerelateerd in rechtsoverweging 6.11 hiervoor) betreft deels (gesteld) onrechtmatig handelen van Bordeaux Advisory zelf zodat dat niet kan worden ingeroepen tegen [appellant]. Indien echter [appellant] in de gehele periode waarin door Bordeaux Beleggers Belangen c.s. wijn is gekocht (dan wel in een deel van die periode) daadwerkelijk de aanschaf van wijn heeft georganiseerd, en daarbij zelf grote bedragen niet heeft aangewend voor de koop van wijn maar heeft weggesluisd naar eigen rekeningen dan wel rekeningen van vennootschappen waarover hij het beheer voerde (andere dan Bordeaux Advisory), dan kan zulks onrechtmatig zijn jegens de kopers van de wijn. Daarbij heeft [appellant] dan de mogelijkheden die zijn werkzaamheden voor Bordeaux Advisory boden slechts voor zijn eigen gewin aangewend.
[appellant] heeft echter uitdrukkelijk bestreden dat hij aldus is opgetreden.
6.14 Op Bordeaux Beleggers Belangen c.s. rust ingevolge artikel 150 Rv de bewijslast van deze door [appellant] weersproken stelling. Bordeaux Beleggers Belangen c.s. heeft aangevoerd dat in dit geval de bewijslast op [appellant] dient te drukken dan wel dat zij haar stellingen al bewezen heeft.
Het hof acht met de door Bordeaux Beleggers Belangen c.s. overgelegde stukken de hier genoemde stellingen evenwel nog niet bewezen.
Hetgeen Bordeaux Beleggers Belangen c.s. wat dit betreft heeft aangevoerd kan ook niet leiden tot een andere bewijslastverdeling dan de wettelijke.
Het hof zal Bordeaux Beleggers Belangen c.s. toelaten haar hiervoor genoemde stellingen te bewijzen.
6.15 Alvorens een bewijsopdracht te verstrekken geeft het hof partijen nog het volgende in overweging.
In zijn reactie op de pleitnota in hoger beroep van Bordeaux Beleggers Belangen c.s. heeft [appellant] erop gewezen dat zijn stelling dat [leidinggevende sub 1.] en [leidinggevende sub 2.] feitelijk leiding hebben gegeven en de hele constructie hebben opgezet thans uitdrukkelijk in de strafzaak bij de rechtbank Amsterdam (hiervoor genoemd in rechtsoverweging 6.3. onder (g)) aan een onderzoek wordt onderworpen, dat de rechtbank 's-Hertogenbosch hierop ten onrechte is vooruitgelopen, en dat het onderzoek en de uitkomst in de strafzaak dienen te worden afgewacht.
Mede gelet op het bepaalde in artikel 161 Rv dat de bewijskracht in civiele zaken van een in Nederland gewezen strafvonnis regelt (waarbij het hof voor de goede orde opmerkt dat tegen het veroordelend strafvonnis tegenbewijs open staat, terwijl het oordeel van de strafrechter dat een bepaald feit niet bewezen wordt verklaard de civiele rechter niet bindt; HR 20 juni 2003, NJ 2003, 487; HR 12 december 2003, NJ 2004, 102) legt het hof aan partijen voor of zij de (onherroepelijke) beslissing in de strafzaak wensen af te wachten.
Indien beide partijen aanhouding van de bewijslevering wensen totdat in de strafzaak is beslist zal het hof daartoe overgaan. Partijen kunnen zich hierover uitlaten bij akte. Daartoe zal de zaak thans naar de rol worden verwezen.
7. De uitspraak
Het hof:
verklaart [appellant] niet-ontvankelijk in het hoger beroep tegen het tussenvonnis van 4 december 2008 en de rolbeslissing van 10 februari 2010;
verwijst de zaak naar de rol van 8 januari 2013 voor akte als in rechtsoverweging 6.15 nader omschreven, eerst door Bordeaux Advisory c.s. en vervolgens door [appellant];
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.Th. Begheyn, Th.C.M. Hendriks-Jansen en S. Riemens, en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 27 november 2012.