ECLI:NL:GHSHE:2012:BY2956
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontnemingszaak hennepteelt en ervaringsregels kalk- en algenafzetting
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 24 oktober 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Maastricht van 1 maart 2011. De zaak betreft een ontnemingsvordering ex artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, waarbij de veroordeelde werd beschuldigd van het wederrechtelijk verkregen voordeel uit hennepteelt. De advocaat-generaal vorderde dat het hof het eerdere vonnis zou vernietigen en het wederrechtelijk verkregen voordeel zou vaststellen op een bedrag van EUR 33.888,59. De veroordeelde heeft echter betoogd dat de vordering tot ontneming afgewezen moet worden.
Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting heropend om verbalisant [T] te horen over ervaringsgegevens betreffende kalk- en algenafzetting in de hennepkwekerij. Tijdens de zitting op 20 juni 2012 verklaarde [T] dat de bevindingen in het proces-verbaal een sjabloon zijn en dat hij nooit onderzoek heeft gedaan naar de ervaringsregels. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs is dat de verdachte eerder hennep heeft geoogst, ondanks de aanwezigheid van kalk- en algenafzetting. De advocaat-generaal kon zijn standpunt niet onderbouwen met overtuigend bewijs.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de vordering tot betaling van het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel afgewezen. Het hof concludeerde dat er onvoldoende aanwijzingen waren om te stellen dat de verdachte meer hennepplanten had gekweekt dan de hoeveelheid die op 19 november 2008 was aangetroffen. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer voor strafzaken, met mr. F. van Es als voorzitter, en mr. A.J.M. van Gink en mr. A.H. Klip als raadsheren, in aanwezigheid van griffier mr. drs. M.M. Spooren.