ECLI:NL:GHSHE:2012:BY2761
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- B.A. Meulenbroek
- I.B.M. Keizer
- J.H.H. Theuws
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst na vondst van harddrugs in woonwagen
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 6 november 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontbinding van een huurovereenkomst tussen een huurder en de Stichting Woonwenz. De zaak kwam voort uit een inval door de politie op 28 oktober 2010, waarbij in de woonwagen van de huurder, [appellant], 131,8 gram cocaïne werd aangetroffen. Naar aanleiding hiervan legde de burgemeester van Venlo op 7 januari 2011 een last onder bestuursdwang op, die leidde tot de sluiting van de woonwagen voor een jaar. De rechtbank Roermond verklaarde het beroep van [appellant] tegen deze sluiting ongegrond, waarna hij hoger beroep aantekende bij de Raad van State.
De Stichting Woonwenz vorderde vervolgens ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de standplaats, met als primaire grondslag artikel 7:231 lid 2 BW, dat de verhuurder het recht geeft om de huurovereenkomst te ontbinden indien het gehuurde door de burgemeester op grond van de Opiumwet is gesloten. Het hof oordeelde dat de sluiting van de woonwagen op grond van artikel 13b van de Opiumwet een geldige reden was voor ontbinding van de huurovereenkomst. Het hof weegt daarbij de belangen van de stichting, die streeft naar een goed woon- en leefklimaat, zwaarder dan de persoonlijke omstandigheden van [appellant].
Het hof concludeert dat de ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is, ongeacht of [appellant] tekort is geschoten in zijn verplichtingen. De stelling van [appellant] dat hij niet op de hoogte was van de aanwezigheid van de drugs, werd verworpen, omdat hij verantwoordelijk is voor de gedragingen van degenen die hij in zijn woonwagen heeft toegelaten. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter, die de ontbinding en ontruiming had toegewezen, en veroordeelt [appellant] in de proceskosten van het hoger beroep.