ECLI:NL:GHSHE:2012:BY1316
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- B.A. Meulenbroek
- W.H.B. den Hartog Jager
- I.B.N. Keizer
- Rechtspraak.nl
Bewijsopdracht en de rol van partijgetuigen in civiele procedures
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep van appellanten tegen een vonnis van de kantonrechter. De zaak betreft een lening van € 2.500,00 die door de geïntimeerde aan appellant sub 1 is verstrekt. De appellanten, bestaande uit appellant sub 1 en de echtelieden appellant sub 2 en appellante sub 3, zijn in eerste aanleg veroordeeld tot betaling van het geleende bedrag, vermeerderd met buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. De appellanten betwisten de vordering en stellen dat zij het bedrag contant hebben terugbetaald, maar de kantonrechter oordeelt dat zij hierin niet zijn geslaagd. De appellanten hebben vijf getuigen laten horen, waaronder partijgetuigen, maar de kantonrechter oordeelt dat de verklaringen onvoldoende bewijs opleveren voor de stelling dat de lening is terugbetaald.
In hoger beroep herhalen de appellanten hun standpunt en betwisten zij de waardering van het bewijs door de kantonrechter. Het hof overweegt dat de appellanten de bewijslast dragen en dat partijgetuigenverklaringen alleen als bewijs kunnen dienen als er aanvullend bewijs is dat de verklaringen geloofwaardig maakt. Het hof concludeert dat de verklaringen van de partijgetuigen niet voldoende zijn om aan te tonen dat de lening is terugbetaald, vooral omdat er geen ander bewijs is overgelegd, zoals kwitanties of bankafschriften. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt de appellanten in de proceskosten van het hoger beroep.