ECLI:NL:GHSHE:2012:BY1281
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toepassing van materieel alimentatierecht bij bijstandsverhaal op basis van artikel 62A Wwb
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de man tegen de gemeente Eindhoven, die een verhaalsbijdrage op hem heeft opgelegd op basis van artikel 62 Wwb. De man was gehuwd met de vrouw en na hun echtscheiding heeft de gemeente de man verzocht om bijstandsbijdragen te betalen. De rechtbank had eerder bepaald dat de man maandelijks een bedrag moest betalen aan de gemeente ter hoogte van de aan de vrouw verstrekte bijstand. De man is in hoger beroep gegaan, omdat hij van mening was dat de beschikking van het hof van 14 oktober 2010, waarin het verzoek van de vrouw tot vaststelling van een bijdrage in de kosten van haar levensonderhoud was afgewezen, van invloed was op de huidige zaak.
Tijdens de mondelinge behandeling op 19 september 2012 is de man vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. F.J. Koningsveld, en de gemeente door mr. I.K. Kolev. De gemeente stelde dat de man niet-ontvankelijk was in zijn hoger beroep omdat hij geen procesadvocaat had gesteld, maar het hof heeft dit verweer gepasseerd. Het hof oordeelde dat de man niet-ontvankelijk verklaard kon worden, omdat er sprake was van een vergissing die door zijn advocaat was hersteld.
Het hof heeft vervolgens de argumenten van de man beoordeeld en geconcludeerd dat de gemeente niet voldoende bewijs had geleverd dat de vrouw behoefte had aan een bijdrage in haar levensonderhoud. De gemeente had niet tijdig de benodigde stukken overgelegd ter onderbouwing van de behoefte van de vrouw. Hierdoor was het hof van oordeel dat de beschikking van de rechtbank vernietigd moest worden en het verzoek van de gemeente afgewezen moest worden. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten dragen. De uitspraak werd gedaan op 24 oktober 2012.