ECLI:NL:GHSHE:2012:BY1261
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging ondertoezichtstelling na acceptatie van hulpverlening door ouders
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, hebben de ouders van drie minderjarige kinderen in hoger beroep gevraagd om de ondertoezichtstelling van hun kinderen op te heffen. De ouders, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.M. Jonkergouw, stelden dat de zorgen van de Stichting Jeugdzorg Noord-Brabant niet meer aanwezig zijn en dat zij in staat zijn om voor hun kinderen te zorgen. De mondelinge behandeling vond plaats op 19 september 2012, waarbij zowel de ouders als de vertegenwoordiger van de stichting, de heer M.H.M. van der Velden, aanwezig waren.
De ouders voerden aan dat de ondertoezichtstelling, die eerder was ingesteld vanwege zorgen over de opvoedingssituatie, niet langer noodzakelijk was. Ze gaven aan dat zij inmiddels vrijwillige hulpverlening hebben geaccepteerd en dat de samenwerking met de hulpverleners goed verloopt. De stichting daarentegen betoogde dat de zorgen uit het verleden nog steeds bestaan en dat een verlenging van de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de kinderen te blijven ondersteunen.
Het hof heeft de situatie van de kinderen en de ontwikkeling van de ouders zorgvuldig beoordeeld. Het hof concludeerde dat de ouders inmiddels voldoende stappen hebben gezet in de richting van het aanvaarden van hulp en dat er geen ernstige zorgen meer zijn vanuit de scholen of andere betrokken instanties. Daarom oordeelde het hof dat de ondertoezichtstelling niet langer gerechtvaardigd is en vernietigde het de eerdere beschikking van de rechtbank, voor zover deze de ondertoezichtstelling na de datum van de uitspraak zou verlengen. De ouders werden in hun verzoek om opheffing van de ondertoezichtstelling in het gelijk gesteld, met uitzondering van de periode tot de datum van de uitspraak.