ECLI:NL:GHSHE:2012:BX9931
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- O.G.H. Milar
- P.A.J.Th. van Teeffelen
- A.E. van Solinge
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek omgangsregeling tussen moeder en minderjarige dochter
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 10 oktober 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot het vaststellen van een omgangsregeling tussen een moeder en haar minderjarige dochter, die bij de vader woont. De moeder en haar dochter, wettelijk vertegenwoordigd door de moeder, hebben in eerste aanleg verzocht om een omgangsregeling van één dag per maand met de dochter van de vader, [dochter B.]. De rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, omdat er onvoldoende rust was voor [dochter B.], en het hof heeft deze beslissing in hoger beroep bevestigd.
De mondelinge behandeling vond plaats op 5 september 2012, waarbij zowel de moeder als de vader, bijgestaan door hun advocaten, en de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig waren. Het hof oordeelde dat de minderjarige [dochter A.] onbekwaam was om in rechte op te treden en vertegenwoordigd moest worden door haar moeder. De moeder heeft in hoger beroep aangevoerd dat de afwijzing van het verzoek niet in het belang van [dochter B.] was, maar voortkwam uit gebrekkige communicatie tussen de ouders.
Het hof heeft echter geconcludeerd dat de moeder niet voldoende heeft aangetoond dat zij betrouwbaar is geworden na eerdere problemen en dat het in het belang van [dochter B.] is om in een rustige en stabiele omgeving op te groeien. De moeder is aangespoord om aan te tonen dat zij daadwerkelijk is veranderd en kan in de toekomst een hernieuwd verzoek indienen, mits zij kan onderbouwen welke hulpverleningstrajecten zij heeft doorlopen en welke positieve resultaten dit heeft opgeleverd. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij de belangen van [dochter B.] voorop stonden.