4.1.De feiten en het geschil
a. Bostik houdt zich bezig met het produceren, ontwikkelen en verhandelen van lijmen en afdichtingsmaterialen. Zij richt zich met name op bedrijven.
[geintimeerde], geboren op [geboortedatum] 1959, is per 1 juli 2008 in dienst getreden van Bostik als Technisch Account Manager. Per 1 juni 2010 is de functie van [geintimeerde] gewijzigd in Sales Manager Central Europe. Als zodanig hield [geintimeerde] zich bezig met de verkoop van zgn. hotmelts pressure sensitives voor de Tapes & Label Market. (Hotmelts zijn lijmen die in verhitte toestand worden aangebracht; na het aanbrengen koelen de lijmen af waardoor de kleefkracht ontstaat). Het salaris bedroeg laatstelijk € 4.720,= bruto per maand exclusief vakantietoeslag, variabele bonus en overige emolumenten. In de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst is in artikel 13 een concurrentiebeding opgenomen en in artikel 14 een relatiebeding.
b. Bij e-mail van 21 november 2010 aan de algemeen directeur van Bostik heeft [geintimeerde] laten weten dat hij gezondheidsklachten heeft en dat deze werkgerelateerd zijn; hij kan het voor zichzelf niet meer verantwoorden dat hij producten moet verkopen waarbij kwaliteitsproblemen, gezondheidsklachten en onveilige situaties bij de verwerking van die producten bij de klanten aan de orde zijn; hij verzoekt om terugplaatsing in de functie van Technisch Accountmanager Benelux voor de afdeling Industrie. Op 22 november 2010 heeft [geintimeerde] zich ziek gemeld. Begin januari 2011 heeft [geintimeerde] zijn werkzaamheden geleidelijk aan weer opgepakt.
c. Na een uitvoerige mailwisseling tussen [leidinggevende van geintimeerde], de leidinggevende van [geintimeerde], en [geintimeerde] in januari 2011 over onder meer de door [geintimeerde] aan de orde gestelde klachten van klanten en de niet volledig uitgekeerde bonus van [geintimeerde] over 2010, heeft op 28 januari 2011 een gesprek plaatsgevonden tussen [geintimeerde] en [leidinggevende van geintimeerde] in bijzijn van mevrouw [medewerkster van de afdeling P&O van Bostik] van de afdeling P&O van Bostik. Daarbij is aan de orde gekomen dat [geintimeerde] te lijden had van de beweerdelijke tekortkomingen in de organisatie van Bostik, dat zijn mail van 21 november 2010 volgens hem verkeerd geïnterpreteerd was en dat Bostik de uitleg van [geintimeerde] niet kon volgen. Bostik heeft toen aangegeven dat de verhouding met [geintimeerde] verstoord was en dat er een onacceptabele situatie was ontstaan. De conclusie van het overleg was dat de zaak een voorbeeld was van onhandige communicatie. Er zijn afspraken gemaakt voor het vervolg, zoals blijkt uit het bij brief van mr. Oberman van 9 september 2011 overgelegde gespreksverslag. Op 3 februari 2011 heeft conform de gemaakte afspraken een gesprek plaatsgevonden tussen de heren [geintimeerde], [medewerker A.], [medwerker B.] en [leidinggevende van geintimeerde] van Bostik. Daarbij is het volledige vertrouwen in [geintimeerde] uitgesproken.
Nadien hebben zich geen incidenten meer voorgedaan.
d. Op 31 maart 2011 heeft een telefoongesprek plaatsgevonden tussen [geintimeerde] en [leidinggevende van geintimeerde]. [geintimeerde] heeft dit gesprek op dezelfde dag aldus per e-mail aan [leidinggevende van geintimeerde] bevestigd:
“Geachte [voornaam van leidinggevende van geintimeerde],
Zoals ik je vandaag per telefoon heb meegedeeld ben ik van plan mijn arbeidscontract bij Bostik per 1 juni 2011 te beëindigen. Ofschoon niet contractueel- noch wettelijk vereist, neem ik om persoonlijke redenen een opzegtermijn in acht van 2 maanden.
Per 1 juni 2011 ben ik aangesteld als Internationaal Accountmanager PVC lijmen met als focus hard PVC bij de Firma Saba. Omdat ik op geen enkele wijze een relatie zie met mijn huidige werkzaamheden in zelfklevende hotmelt lijmen maar ook omdat Bostik geen rol van betekenis speelt in de PVC markt, acht ik het concurrentie-/relatiebeding genoemd in mijn arbeidscontract niet van toepassing. Mocht hier volgens de directie van Bostik Benelux wel sprake van zijn, dan wordt ik hier graag op korte termijn van op de hoogte gesteld.
Uiteraard ben ik bereid mijn beweegredenen in een persoonlijk gesprek toe te lichten en overleg te plegen over afwerken c.q. overdragen van lopende zaken.”
e. Op 4 april 2011 heeft [geintimeerde] een e-mail aan mevrouw [medewerkster van de afdeling P&O van Bostik] voornoemd geschreven:
“Beste [voornaam medewerkster van de afdeling P&O van Bostik],
Vanwege het feit dat ik enkel [leidinggevende van geintimeerde] heb geïnformeerd en het zijn taak is mijn collega’s te informeren, hoop ik dat je onderstaande voorlopig even tussen ons houdt.
Ik ga Bostik verlaten per 1 juni a.s. en ga werken bij Saba.
Ik ben vast een aantal zaken aan het organiseren voor de overgang en de ziektekostenverzekering hoort hier ook bij. (…) Wanneer ik Bostik zou verlaten zou ik o.b.v. jaarbetaling een prijsverhoging krijgen van ca. 7% (….)”.
f. Op 5 april 2011 heeft [leidinggevende van geintimeerde] per e-mail aan [geintimeerde] bericht:
“Beste [voornaam van geïntimeerde],
Tot dusver heb ik alleen een melding van je gekregen dat je van plan bent om onze organisatie per 1 juni te verlaten. Als jij daadwerkelijk van plan om bent om Bostik te verlaten zie ik graag je officiële schrijven tegemoet, gericht aan [Y.], bij voorbaat dank.”
g. Op 6 april 2011 heeft mr. Oberman, de advocaat van Bostik, aan [geintimeerde] geschreven:
“(…)
U heeft aangekondigd de arbeidsovereenkomst op te zeggen, omdat u per 1 juli aanstaande in dienst treedt bij de firma Saba (…).
Dit betekent dat u in dienst treedt bij een concurrente als bedoeld in artikel 13 van de arbeidsovereenkomst.
(…)
Mijn cliënte zal u daarom houden aan zowel het concurrentiebeding als het relatiebeding.”
h. Op 7 april 2011 heeft [geintimeerde] per e-mail het die dag met [leidinggevende van geintimeerde] gevoerde telefoongesprek als volgt aan [leidinggevende van geintimeerde] bevestigd:
“(…)
Gisteren ontving ik per E-mail met als bijlage een brief van de heer Mr. G.P. Oberman (…).
(…) heb ik mij in contact gesteld met mijn raadsvrouw, mevrouw K. Oosterveld, en heb haar mijn contract, taakomschrijving alsmede het schrijven van de heer Mr. G.P. Oberman voorgelegd en advies gevraagd. Mevrouw Oosterveld komt evenals de heer Mr. G.P. Oberman tot de conclusie dat wanneer ik mijn carrière zou voortzetten bij Saba [vestigingsnaam] BV, er sprake is van schending van het concurrentie- en relatiebeding, genoemd in mijn arbeidscontract. Met mijn raadsvrouw heb ik dan ook de conclusie getrokken dat ik op grond van het gestelde in mijn arbeidscontract, de baan bij Saba [vestigingsnaam] niet kan aanvaarden. Ik heb besloten definitief af te zien van de baan bij Saba [vestigingsnaam]. Dit betekent dat ik mijn werkzaamheden voor Bostik TLC Central Europe normaal zal voortzetten.”