4.2.1. Het navolgende is voorgevallen.
a) In opdracht van hoofdaannemer [Y.] vof werden in 2006/2007 werkzaamheden uitgevoerd ten behoeve van de bouw van het Maaslandziekenhuis in Sittard. Hierbij waren zowel ZNS als Staalbouw Nagelhout B.V. te [vestigingsplaats] (hierna: Nagelhout) betrokken.
b) Op 27 januari 2006 zond [appellante] een offerte aan ZNS t.a.v. de heer [hoofd montage ZNS] voor het uurtarief van € 31,50 (prod. 1 van [appellante] bij pleidooi in appel - hierna: HB-).
c) Op 31 januari 2006 schreef ZNS aan [appellante]:
“ In verband met contractuele inhuur van montagepersoneel in Nederland, gaat ZNS met onderaannemers eenduidige afspraken maken voor de lange termijn (..)
Omdat alleen bedrijven waar een overeenkomst mee afgesloten wordt in aanmerking komen voor inleen van hun personeel, vraag ik u voor 03-02-6 te reageren! (..)” (prod. 2 HB).
d) Op 24 februari 2006 heeft [appellante] met ZNS een overeenkomst “ inleen montage personeel ” voor week 10/2006 en week 11/2006 gesloten (“ rest in overleg ”) ten behoeve van het project Maasland Ziekenhuis te Sittard (prod. 3 inl. dagv.) De overeenkomst is opgemaakt op briefpapier van ZNS. Onder bijzonderheden staat vermeld: “ Zelfstandig werkende ploegen. Onze eigen uitvoerder zal parttime aanwezig zijn. Zoals afgesproken zal begeleiding vanuit uw eigen management ( [statutair directeur appellante]) plaats vinden. (..) ” Als uurtarief staat vermeld € 31,50.
e) [appellante] heeft op basis van genoemde overeenkomst staalmontagewerkzaamheden verricht, ook na de in de overeenkomst genoemde twee weken. De “ urenlijsten regieopdracht ” welke door [appellante] werden opgesteld, vermeldden in deze periode als opdrachtgever en werden ondertekend respectievelijk namens en door:
week vermelde opdrachtgever getekend namens getekend door
12 ZNS [medewerker Nagelhout 1] [medewerker Nagelhout 1]
13 ZNS [medewerker Nagelhout 1] [medewerker Nagelhout 1]
14/15 ZNS Nagelhout onleesbaar onleesbaar
16 ZNS Nagelhout [medewerker Nagelhout 1] [medewerker Nagelhout 1]
17 ZNS Nagelhout Nagelhout [medewerker Nagelhout 2]
18 ZNS Nagelhout [medewerker Nagelhout 2] [medewerker Nagelhout 2]
19 ZNS Nagelhout Nagelhout [medewerker Nagelhout 2]
20-25 ZNS Nagelhout [medewerker Nagelhout 1] [medewerker Nagelhout 1]
26 Nagelhout Nagelhout [medewerker Nagelhout 2]
27 Nagelhout [medewerker Nagelhout 2] [medewerker Nagelhout 2]
(prod. 5 inl. dagv). ([medewerker Nagelhout 1] en [medewerker Nagelhout 2] werkten toentertijd bij Nagelhout, hof)
De bijbehorende facturen zijn over de periode week 11/2006 tot en met week 27/2006 alle aan ZNS gezonden (prod. 5 inl. dagv.) en door ZNS betaald. Deze facturen vermeldden: “ Uitgevoerde montagewerkzaamheden zoals overeengekomen Met Uw Heer [hoofd montage ZNS] en bijgaande specificatie (..)”.
f) Op 7 april 2006 stuurde [hoofd montage ZNS] van ZNS een fax aan [appellante] met de tekst “Hierbij een copy van een schrijven welke wij ontvingen van onze opdrachtgever m.b.t. project ziekenhuis te Sittard. (..) ”’ Bijgevoegd waren veiligheidsrichtlijnen van de hoofdaannemer (prod. 3 HB).
g) Op 13 juli 2006 schreven [medewerker Nagelhout 1]en [medewerker Nagelhout 3] van Nagelhout aan ZNS, ter attentie van [hoofd montage ZNS] en met een kopie aan onder meer [appellante], over het onderwerp “ Wijziging facturering [X.] Montage ”:
“ Onze heer [medewerker Nagelhout 1]en u hebben vandaag telefonisch gesproken over facturering van de montage-uren van [appellante] montage bij het project Maasland Ziekenhuis/Prins Claus Centrum te Sittard. Hierbij bevestiging van de gemaakte afspraak:
-tot en met week 28: facturering via ZNS
-vanaf week 29: facturering via SNB [Nagelhout, hof] ” (prod. 4 inl. dagv.).
h) Vanaf week 28/2006 (19 juli 2006) tot en met week 34/2007 heeft [appellante] haar facturen voor het werk te Sittard gezonden aan Nagelhout. Deze facturen vermeldden: “ Uitgevoerde montagewerkzaamheden zoals overeengekomen Met Uw Heer [medewerker Nagelhout 1]en bijgaande specificaties ”. Overgelegd in de procedure zijn de urenlijsten vanaf week 1/2007 tot en met week 34/2007 (prod. bij cvp). Deze urenlijsten vermeldden in de weken 2 tot en met 11/2007 als opdrachtgever: “ ZNS/Nagelhout ” en in de weken daarna “ Nagelhout ”. Voor zover deze lijsten zijn ondertekend, is dat gedaan door [medewerker Nagelhout 2].
i) Op 31 juli 2006 stuurde [appellante] een fax aan ZNS (t.a.v. [hoofd montage ZNS]) met een prijsopgave voor het ter beschikking stellen van twee lassers, met daarin de opmerking dat [appellante] nog niet in bezit was van de papieren van deze lassers (prod. 5 HB).
j) Op 18 augustus 2006 schreef [appellante] aan ZNS (t.a.v. [hoofd montage ZNS]) over de papieren van die lassers (“ Mochten deze niet in orde zijn, heb ik op dit moment nog geen alternatief voor deze mensen ”) (prod. 4 HB).
k) Op 1 september 2006 schreef [appellante] aan ZNS/Nagelhout (t.a.v. de heer [hoofd montage ZNS]/ de heer [medewerker Nagelhout 1]) over het uurtarief van twee voormannen (“ Hierbij bevestig ik hetgeen wij gisteren zijn overeengekomen ”) (prod. 6 HB).
l) Aanvankelijk werden de aan haar gezonden facturen door Nagelhout aan [appellante] betaald. Vanaf week 17/2007 (7 mei 2007) betaalde Nagelhout niet meer.
m) Op 15 augustus 2007 sommeerde de advocaat van [appellante] Nagelhout tot betaling en hij schreef daarbij onder meer: “ Mijn cliënte heeft in uw opdracht en voor uw rekening montagewerkzaamheden verricht (..) Genoemde facturen met een totaal van € 70.821,36 zijn door u ontvangen en zonder protest behouden. (..)” (prod. 8 inl. dagv.)
n) Op 30 augustus 2007 is Nagelhout in staat van faillissement komen te verkeren.
4.2.2. [appellante] heeft vervolgens ZNS tot betaling van het uitgevoerde werk aangesproken, waarvan het openstaande bedrag inmiddels was opgelopen tot € 82.405,21. Op 7 september 2007 schreef haar advocaat aan ZNS onder meer dat [appellante] van mening was dat de tussen haar en ZNS gesloten overeenkomst van 24 februari 2006 nog altijd gold: “ Het feit dat is verzocht om de facturen vanaf week 29 een andere tenaamstelling te geven, doet niet af aan het feit dat u de contractspartij bent” (..) “Voorzover het voor u bezwaarlijk zou zijn, dat de bijgaande facturen zijn gesteld ten name van Staalbouw Nagelhout BV, dan acht mijn cliënte het niet bezwaarlijk om bedoelde facturen uit te stellen te uwer name .” (prod. 7 inl. dagv.)
4.2.3. ZNS heeft zich op het standpunt gesteld niet gehouden te zijn de facturen te voldoen omdat zij vanaf week 28/2006 geen contractspartij van [appellante] meer was. [appellante] heeft daarop ZNS in rechte betrokken en betaling van de facturen gevorderd met handelsrente en kosten. Bij het thans beroepen tussenvonnis heeft de rechtbank geoordeeld dat [appellante] dient te bewijzen dat ook na week 28/2006 de overeenkomst met ZNS onverkort voortduurde en dat [appellante] op basis van die overeenkomst haar werkzaamheden tot week 34/2007 in opdracht en voor rekening van ZNS verrichtte. Bij het beroepen eindvonnis heeft de rechtbank geoordeeld dat [appellante] niet in het opgedragen bewijs is geslaagd en heeft zij de vorderingen afgewezen. Tegen dit oordeel zijn de grieven gericht.