8.1. Het hof heeft de zaak naar de rol verwezen voor akte uitlating partijen, te beginnen met Logicx, opdat (a) Logicx zich over het beroep van [geïntimeerde] op de nietigheid van de beloningsregeling - zo al overeengekomen - kan uitlaten. Indien van nietigheid moet worden uitgegaan, in welk geval voor de beloning van de tijdens de diensten verrichte werkzaamheden niet op artikel 42 de cao kan worden teruggevallen, heeft het hof voorts aan partijen voorgelegd (b) welke beloning in hun visie alsdan toegepast zou moeten worden. Tot slot heeft het hof partijen verzocht zich uit te laten over de vraag (c) of [geïntimeerde] tijdens de 289 door hem geclaimde uren daadwerkelijk de bedongen werkzaamheden heeft verricht.
8.2. Logicx heeft zich bij akte ten aanzien van het hiervoor onder a) tot en met c) vermelde als volgt uitgelaten:
Ad a) De bijzondere beloningsregeling gaat uit boven de cao. De werknemer krijgt meer toegekend dan waartoe de cao verplicht. Logicx erkent dat sprake is van een algemeen verbindend verklaarde cao, dat op de betreffende beloningsregeling geen normeringregeling of dispensatieregeling van toepassing en dat de beloningsregeling niet geldig is.
Ad b) Aangezien de beloningsregeling zoals opgenomen in artikel 42 van de cao geen soelaas biedt, is er geen grondslag voor de beloning van de tijdens de diensten verrichte werkzaamheden, althans dient [geïntimeerde] daarvoor een deugdelijke grondslag aan te geven. Mogelijk zou [geïntimeerde] een beroep kunnen doen op artikel 7:618 BW doch op grond van dit artikel kan niet de verschuldigdheid van het loon over de inactieve uren worden vastgesteld. Voor zover het hof oordeelt dat [geïntimeerde] recht heeft op betaling van loon over de inactieve uren rijst de vraag wat een redelijke vergoeding zou kunnen zijn. Logicx heeft een aantal cao’s in andere bedrijfstakken bekeken. In vrijwel alle cao’s wordt een splitsing aangebracht tussen actieve en inactieve uren. Dat is in lijn met de rechtspraak van het Hof van Justitie. In geval van een geldelijke vergoeding is een maximum van 50% van het uurloon redelijk, aldus het oordeel van dit hof in het arrest van 7 april 2009 (JAR 2009, 143).
Ad c) [geïntimeerde] wil 289 uren betaald krijgen tegen cao-loon. Hij heeft evenwel per 15 uur dienst al 8 uur conform de cao betaald gekregen. Alvorens wordt vastgesteld dat [geïntimeerde] recht heeft op het cao-loon voor de resterende 7 uur dient eerst vastgesteld te worden of sprake is van actieve of inactieve uren omdat deze verschillend mogen worden beloond. [geïntimeerde] dient voorts te bewijzen dat gedurende de 289 diensturen de bedongen werkzaamheden zijn verricht.
Logicx voert aan dat zij de urenbriefjes over de periode juni 2006-januari 2007 heeft geanalyseerd. Daaruit blijkt dat [geïntimeerde] teveel loon heeft ontvangen.
Ten aanzien van de periode waarover betaling van 289 uren wordt gevorderd merkt Logicx op dat [geïntimeerde] zijn vordering kennelijk heeft beperkt tot de periode van 6 juni 2006 tot en met 15 januari 2007. De kantonrechter is dus van een onjuiste periode uitgegaan.