8.2. Het gaat in deze zaak om het volgende.
a) Stichting Wonen is een woningcorporatie, met als doel uitsluitend werkzaam te zijn op het gebied van Volkshuisvesting.
b) [geïntimeerde] is per 1 januari 2006 benoemd tot commissaris van Stichting Wonen voor een periode van vier jaar. Op 1 juli 2007 is [geïntimeerde] benoemd tot vice-voorzitter van de raad van commissarissen; sedert 1 september 2008 heeft hij gefungeerd (waargenomen) als voorzitter van die raad.
c) In een brief gedateerd 2 december 2008 (prod. 4 bij conclusie van antwoord) heeft [commissaris 1] (hierna: [commissaris 1]), commissaris van Stichting Wonen, mede namens de overige drie leden van de raad van commissarissen, aan [geïntimeerde] verzocht om conform artikel 20 lid 4 van de statuten van de stichting een extra vergadering van de raad van commissarissen uit te schrijven op 12 of 9 december 2008 met als onderwerp het voorgenomen ontslag van [geïntimeerde] als commissaris.
Op 3 december 2008 heeft [commissaris 1] dat verzoek mondeling aan [geïntimeerde] meegedeeld en deze brief willen overhandigen.
d) Bij e-mail bericht van 4 december 2008 (prod. 12 bij memorie van grieven) heeft [commissaris 1] een extra vergadering van de raad van commissarissen uitgeschreven, met als agendapunten (sub 2) gelegenheid tot horen van de heer [geïntimeerde] en (sub 3) voorgenomen ontslag van de heer [geïntimeerde] als commissaris.
e) [geïntimeerde] heeft bij brief d.d. 5 december 2008 aan de afzonderlijke leden van de raad van commissarissen (prod. 2 bij inleidende dagvaarding) in reactie op de e-mail van [commissaris 1] van 4 december bericht dat het bijeenroepen van een vergadering door de verzoeker voorbarig en statutair onjuist is en dat eventueel genomen besluiten geen werking hebben. Voorts vermeldt de brief dat [geïntimeerde] overigens - om persoonlijke redenen - op 12 december 2008 niet beschikbaar zou zijn geweest, en dat hij met inachtneming van het gestelde onder artikel 20 lid 4 van de statuten via het secretariaat een uitnodiging zal doen toekomen voor bedoelde extra vergadering met datavoorstellen en een agenda.
f) Bij e-mail van 7 december 2008 (productie 5 bij conclusie van antwoord) heeft [commissaris 1], mede namens de overige leden van de raad van commissarissen, aan [geïntimeerde] bericht dat hem in verband met zijn aangekondigde niet beschikbaarheid op 12 december gelegenheid wordt geboden om op 10 december 2008 over het voorgenomen ontslag te worden gehoord dan wel schriftelijk zijn zienswijze voor 12 december 12.00 uur kenbaar te maken.
g) Bij brief e-mail van 7 december (prod. 10 bij memorie van grieven) heeft [geïntimeerde] aan [commissaris 1] het voorstel gedaan om op 10 december met elkaar te spreken. Op 10 december waren beiden op het hoofdkantoor aanwezig, maar heeft geen gesprek plaatsgevonden.
h) [geïntimeerde] heeft bij e-mail bericht van 10 december 2008 een extra vergadering van de raad van commissarissen bijeengeroepen voor vrijdag 23 december 2008. De agenda (overgelegd als bijlage bij prod. 4 bij inleidende dagvaarding) vermeldt als onderwerpen (i) het horen en het besluit tot ontslag van de heer [commissaris 1]als commissaris (verzoek ingebracht door de [geïntimeerde]) en (ii) het horen en voorgenomen ontslag van de heer [geïntimeerde] als commissaris.
i) Blijkens het verslag van de vergadering van de raad van commissarissen van 12 december 2008 (prod. 6 bij conclusie van antwoord) is buiten aanwezigheid van [geïntimeerde] besloten [geïntimeerde] per direct te ontslaan uit zijn functie van lid van de raad van commissarissen
j) Bij brief van 12 december 2008 (prod. 7 bij conclusie van antwoord), ondertekend door de commissarissen [commissaris 1], [commissaris 2], [commissaris 3]en [commissaris 4], is aan [geïntimeerde] meegedeeld dat tijdens de gehouden extra vergadering van de raad van commissarissen op 12 december 2008 is besloten om hem met onmiddellijke ingang als lid van de raad van commissarissen te ontslaan. De redenen voor het ontslag worden in de brief als volgt omschreven:
“- De Raad van Commissarissen, met uitzondering van de heer [geïntimeerde], is van mening, dat er sprake is van een volstrekt onwerkbare situatie binnen de Raad met grote negatieve consequenties voor de Stichting. Een situatie op grond waarvan handhaving van de heer [geïntimeerde] als lid van de Raad van Commissarissen redelijkerwijs niet van de Stichting kan worden verlangd.
- Bovengenoemde onwerkbare situatie wordt naar de mening van de Raad, veroorzaakt door gedrag, handelwijze en houding van de heer [geïntimeerde].
- Ter adstructie: de heer [geïntimeerde]:
* houdt zich niet aan de in de Raad bij herhaling vastgestelde toezichtsfilosofie “toezicht op afstand”. Bemoeit zich met bestuursaangelegenheden en treedt, buiten de Bestuurder om, in overleg met medewerkers uit de organisatie;
* weigert door de overige leden van de Raad aangedragen agendapunten voor vergaderingen van de Raad te agenderen;
* treedt schofferend op naar de Bestuurder die hij verwijt dat hij de organisatie niet beheerst, dat hij niet kan plannen, enz. Hij wil nu zelfs ontslag van de Bestuurder in gang zetten;
* communiceert non-verbaal dat hij de overige leden van de Raad niet serieus neemt;
* heeft vrijwel permanent een houding naar de organisatie toe van “niets deugt”. Breekt hierdoor bij voortduring mensen en zaken af;
* heeft op vrijwel alle onderwerpen die in de Raad komen afwijkende opvattingen. Op zich geen probleem maar dit leidt wel tot irritaties bij de overige leden.
- De handelwijze van de heer [geïntimeerde] staat een behoorlijke taakvervulling van de Raad van Commissarissen in de weg en deze handelwijze kan in het belang van Wonen Limburg en haar stakeholders niet langer getolereerd worden.”
Voorts wordt [geïntimeerde] in deze brief nogmaals de gelegenheid geboden om over het ontslag te worden gehoord, en wel op de reguliere vergadering van de raad van commissarissen van 18 december 2008; na een eventuele intrekking van het ontslagbesluit zal [geïntimeerde] verder kunnen deelnemen aan de reguliere vergadering.
k) Bij brief van 16 december 2008 van zijn raadsman is namens [geïntimeerde] de nietigheid c.q. de buitengerechtelijke vernietiging van het op 12 december 2008 genomen ontslagbesluit ingeroepen (prod. 7 bij inleidende dagvaarding).
l) Blijkens het verslag van de vergadering van de raad van commissarissen van 18 december 2008, waar [geïntimeerde] zonder bericht niet aanwezig was, is voorwaardelijk, slechts voor zover het besluit van 12 december 2008 niet rechtsgeldig zou zijn, opnieuw besloten [geïntimeerde] per direct als lid van de raad van commissarissen te ontslaan (prod. 8 bij conclusie van antwoord.
m) Bij brief van 19 december 2008 (prod. 9 bij inleidende dagvaarding) heeft mw. [commissaris 4] als waarnemend voorzitter van de raad van commissarissen aan [geïntimeerde] meegedeeld dat is vastgesteld is dat hij geen gebruik heeft gemaakt van de geboden gelegenheid om gehoord te worden over het (voorgenomen) ontslag, dat het besluit tot ontslag op 18 december 2008 opnieuw ter vergadering is behandeld, waarbij ook de brief van de advocaat van [geïntimeerde] van 16 december 2008 is betrokken. De brief vermeldt voorts:
“Omdat noch van u noch van uw advocaat nieuwe informatie is ontvangen die tot een heroverweging zou hebben kunnen leiden is, slechts voorzover er aan het besluit van 12 december 2008 qua inhoud, dan wel qua de wijze waarop het tot stand is gekomen, enig gebrek mocht kleven, het voorstel tot ontslag opnieuw ter stemming voorgelegd. Met algemene stemmen werd vervolgens opnieuw besloten u met onmiddellijke ingang uit uw functie als lid van de Raad van Commissarissen te ontslaan.”
n) Bij brief van zijn raadsman van 6 januari 2009 (prod. 10 bij inleidende dagvaarding) is namens [geïntimeerde] de nietigheid c.q. de buitengerechtelijke vernietiging van het ontslagbesluit van 19 december 2008 ingeroepen. Blijkens het bij de brief meegezonden verslag van de op 23 december 2008 gehouden vergadering van de raad van commissarissen, waarin alleen [geïntimeerde] aanwezig was, is het voor die vergadering geagendeerde voorgenomen ontslag van [geïntimeerde] niet aangenomen.