a. [Q.] en [R.] handelen beiden in paarden. In het verleden heeft [Q.] drie paarden van [R.] gekocht.
b. Het vierde paard, Sandro, stond aanvankelijk te koop bij een Belgische springruiter, [springruiter]. [R.] heeft [Q.] op de verkoopadvertentie van het paard gewezen en het paard uiteindelijk zelf gekocht van [springruiter].
c. Bij de koop ontving [R.] van [springruiter] een cd-rom met daarop röntgenfoto’s van het paard, gedateerd 5 december 2008, en een daarbij behorend, voorgedrukt, beoordelingsformulier eveneens gedateerd 5 december 2008 (productie 2 bij dagvaarding in eerste aanleg, productie 1 bij memorie van grieven). Op dit formulier zijn de straalbeenderen voor, de kogels voor en de knieën achter ingedeeld in klasse 1 en de sprongen achter in klasse 1-2. De kogels achter zijn beoordeeld met “goed” en de eveneens op het formulier vermelde sesambeenderen voor zijn niet geclassificeerd. Verder is op dit formulier, voor zover thans van belang, vermeld: “LA kogel kleine CHIP voorzijde ? geen probleem”.
d. Nadat [R.] het paard had gekocht, heeft hij [Q.] enige foto's van het paard toegezonden.
e. Op 3 juni 2009 is [Q.] naar [R.] gegaan en heeft zij het paard - niet onder het zadel - zien lopen en - vrij - zien springen. Diezelfde dag heeft [Q.] het paard van [R.] gekocht en direct meegenomen. Bij de koop heeft [Q.] van [R.] voormelde cd-rom, afkomstig van Röntgenservice [U.], met - in het hoesje - het beoordelingsformulier ontvangen. [Q.] heeft de koopsom ad € 3.000,00 op 4 juni 2009 overgemaakt op de rekening van [R.].
f. Nadat [Q.] per e-mail bij [R.] heeft geïnformeerd naar een ander paard en [R.] in zijn reactie op deze mail onder meer heeft gevraagd: “Hoe is het met Sandro? Heb je hem nog?”, heeft [Q.] per e-mailbericht van 28 juli 2009 (productie 6 bij dagvaarding in eerste aanleg) aan [R.] onder meer medegedeeld:
“Sandro begint nu mooi te wrden. (…)
Ik heb hem nog ja. Moest opnieuw gekeurd….heeft iets op de sprong achter, niet afgekeurd maar wel een negatief aankoopadvies ! Heb flink bonje gemaakt met die hondendokter. Geen erkend arts
Hij wilde geen 3 geven want het was een 2, maar toch een negatief aankoopadvies.
Dus…. weer door met andere klanten. (…)
Afwachten wat een andere arts zegt…je kan het op de meegegeven foto’s niet zien want de foto’s waar het opstaat zijn niet gemaakt ! Maar hij is dus niet afgekeurd.
Hij is braaf onder het zadel. Opstappen (…) sprongetje onder het zadel etc etc.”
g. Op verzoek van een andere potentiële koper van [Q.] is het paard op 3 augustus 2009 door [dierenarts A.], dierenarts te [vestigingsplaats], klinisch en röntgenologisch gekeurd. Op het hiervan op diezelfde dag opgemaakte onderzoeksrapport (productie 5 bij dagvaarding in eerste aanleg) staat onder het kopje “CONCLUSIE” vermeld: “Paard klinisch acceptabel op basis van de röntgen fotos negatief aankoop advies”. Op het bijbehorende onderzoeksprotocol zijn de kootgewrichten voor ingedeeld in klasse 1-2, de sesambeenderen voor in klasse 1, het spronggewricht linksachter in klasse 2 en het spronggewricht rechtsachter in klasse 3. De eveneens op dit protocol vermelde straalbeenderen voor zijn niet geclassificeerd. Verder zijn op dit protocol nog de (negatieve) resultaten van het onderzoek naar osteochondrose vermeld, alsmede de (negatieve) resultaten van nader onderzoek van alle kootgewrichten.
Bij brief van 13 augustus 2009 (productie 5 bij dagvaarding in eerste aanleg) heeft [dierenarts A.], voor zover van belang, verklaard:
“N.a.v. het klinische gedeelte waren er geen bezwaren met betrekking tot goedkeuring, maar voor de foto’s van de rechter sprong moeten wij een klasse 3 toekennen, waardoor wij een negatief aankoopadvies gegeven hebben.”
h. Per e-mailbericht van 5 augustus 2009 (productie 6 bij dagvaarding in eerste aanleg) heeft [Q.] [R.] onder meer laten weten:
“Het gaat om een verborgen gebrek. paard heeft spat/arthrose wat al aanwezig was ten tijde van de verkoop. (…)
Op de foto’s die erbij zaten was dit ook al iets zichtbaar maar niet zo heel duidelijk vanwege het ontbreken van een foto maar dus aanwezig bij verkoop. Op mijn foto’s is het overduidelijk, dat waren de foto’s die niet gemaakt zijn.”
i. Hierna is tussen partijen enige e-mailcorrespondentie (productie 6 bij dagvaarding in eerste aanleg) gevoerd, waarin zij geprobeerd hebben tot een minnelijke regeling te komen, doch zonder resultaat.
j. Bij brief van 2 september 2009 (productie 10 bij dagvaarding in eerste aanleg) heeft de rechtsbijstandverzekeraar van [Q.] aan [R.] onder meer te kennen gegeven:
“Aangezien u het paard aan cliënte als een gezond en zadelmak paard verkocht heeft voor een gangbare prijs, terwijl de voorstelling van zaken die u bij de verkoop tentoon heeft gesteld, zoals nu blijkt, aantoonbaar onjuist is, is de koop onder invloed van dwaling (…) tot stand gekomen. (…) Nu cliënte nimmer tot aankoop van het paard was overgegaan indien zij een juiste voorstelling van zaken had gehad, vernietig ik hierbij de koopovereenkomst (…)”
k. Hierna is tussen de rechtsbijstandverzekeraar van [Q.] en de advocaat van [R.] nog enige correspondentie (producties 11 en 12 bij dagvaarding in eerste aanleg) gevoerd, waarin beide partijen bij hun standpunt zijn gebleven en waarin de advocaat van [R.] de rechtsbijstandverzekeraar van [Q.] onder meer heeft medegedeeld:
“Cliënt geeft geen gehoor aan de sommatie. Het paard is zonder voorwaarden verkocht, dus in de staat waarin het zich op dat moment bevond. (…)
Er is niet afgesproken dat het paard op enige vorm dan ook aan een keuring moest voldoen, in tegendeel, het paard is door uw cliënte gekocht en geaccepteerd in de staat waarin het zich op dat moment bevond. (…)
Het is slechts de plicht voor cliënt als verkoper om alles wat hem bekend is mee te delen. Cliënt heeft daaraan voldaan door de CD met de röntgenologische beoordeling mee te geven.”