ECLI:NL:GHSHE:2012:BW3818
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- C.N.M. Antens
- E.L. Schaafsma-Beversluis
- J.H.Th. Veldman
- Rechtspraak.nl
Toelating tot de schuldsaneringsregeling en de vereisten voor een buitengerechtelijke schuldregeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 24 april 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toelating van [appellante] tot de schuldsaneringsregeling. [Appellante] had eerder bij de rechtbank een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de schuldsaneringsregeling, maar was niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank oordeelde dat [appellante] niet voldoende had aangetoond dat zij zich had ingespannen om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen, zoals vereist door artikel 285 lid 1 sub f van de Faillissementswet (Fw). Tijdens de mondelinge behandeling op 16 april 2012 heeft het hof kennisgenomen van de argumenten van [appellante] en de stukken van de zaak, waaronder het proces-verbaal van de eerdere behandeling en correspondentie van haar advocaat.
Het hof heeft vastgesteld dat [appellante] een totale schuldenlast van € 109.473,97 had, met onder andere schulden aan GGN Limburg en Endinet. Ondanks haar verzoek om een schuldsaneringsregeling, was er geen concreet voorstel gedaan aan de schuldeisers, wat volgens de rechtbank en het hof onvoldoende was om aan de vereisten van de wet te voldoen. Het hof heeft benadrukt dat de wetgever verlangt dat er eerst een serieuze poging tot een buitengerechtelijke regeling moet worden gedaan voordat een verzoek tot schuldsanering kan worden ingediend. Het hof concludeert dat [appellante] niet voldoende heeft aangetoond dat zij zich heeft ingespannen om tot een minnelijke regeling te komen, en bevestigt de beslissing van de rechtbank om haar verzoek niet-ontvankelijk te verklaren.
De uitspraak van het hof bekrachtigt daarmee het vonnis van de rechtbank, waarin werd geoordeeld dat er geen deugdelijke poging is ondernomen tot een reële buitengerechtelijke schuldregeling. Het hof heeft de zaak afgesloten door te stellen dat de vereisten voor toelating tot de schuldsaneringsregeling niet zijn nageleefd, en dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat [appellante] niet-ontvankelijk is in haar verzoek.