ECLI:NL:GHSHE:2012:BW1263

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
26 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
HV 200.080.655 T2
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewijslevering in hoger beroep betreffende financiële verplichtingen en samenwoning

In deze zaak, die voorlag bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, ging het om een hoger beroep van de man tegen een beschikking van de rechtbank. De man, vertegenwoordigd door mr. W.F.M. Giebels-Derks, en de vrouw, vertegenwoordigd door mr. A.D. Roos, waren verwikkeld in een geschil over financiële verplichtingen en bewijslevering met betrekking tot hun samenwoning. De vrouw had de verplichting gekregen om financiële stukken in het geding te brengen, waaruit moest blijken dat zij haar eigen levensonderhoud en financiële lasten kon dragen, en dat zij huur had betaald aan haar partner [Z.] sinds november 2007.

Het hof heeft op 26 januari 2012 de vrouw in de gelegenheid gesteld om de benodigde bewijsstukken te overleggen. De man kreeg de kans om uiterlijk op 27 februari 2012 schriftelijk aan te geven of hij bewijs wenste te leveren en op welke wijze. Het hof heeft de ingediende stukken van beide partijen beoordeeld en vastgesteld dat de vrouw aan haar verplichting had voldaan. De man had nog niet aangegeven of hij bewijs wilde leveren, wat leidde tot de beslissing van het hof om de zaak aan te houden voor verdere uitlating van bewijs en/of schriftelijke reactie.

De beslissing van het hof benadrukt het belang van hoor en wederhoor in het proces, waarbij de man de gelegenheid kreeg om te reageren op de nieuwe stukken die de vrouw had ingediend. Het hof heeft tevens aangegeven dat het niet de bedoeling was dat de vrouw opnieuw nieuwe stukken zou indienen, om zo de procedure niet te vertragen. De zaak werd aangehouden voor verdere behandeling op 27 februari 2012.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Sector civiel recht
Uitspraak: 26 januari 2012
Zaaknummer: HV 200.080.655/01
Zaaknummer eerste aanleg: 200100 / FA RK 09-5267-2
in de zaak in hoger beroep van:
[X.],
wonende te [woonplaats],
appellant,
hierna te noemen: de man,
advocaat: mr. W.F.M. Giebels-Derks,
tegen
[Y.],
wonende te [woonplaats],
verweerster,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat: mr. A.D. Roos.
5. De beschikking van 26 juli 2011
Bij die beschikking heeft het hof de vrouw op grond van artikel 22 Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bevolen financiële stukken in het geding te brengen, voorzien van een toelichting waaruit blijkt dat:
- de vrouw vanaf het moment dat zij bij [Z.] is ingetrokken (met ingang van november 2007) maandelijks huur heeft betaald aan hem;
- de vrouw in haar eigen levensonderhoud voorziet en haar eigen financiële lasten voldoet;
- de vrouw zelf haar aandeel (en eventueel het aandeel van haar kinderen) heeft betaald van de kosten van de gezamenlijke vakanties met [Z.].
6. Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
Het hof heeft vervolgens kennis genomen van:
- de brief met bijlagen van de advocaat van de vrouw d.d. 23 september 2011;
- de brief van de advocaat van de man d.d. 7 oktober 2011;
- de brief met bijlagen van de advocaat van de vrouw d.d. 24 november 2011.
7. De verdere beoordeling
7.1. Naar aanleiding van de door partijen nader in het geding gebrachte stukken overweegt het hof het volgende.
7.2. Bij voornoemde beschikking heeft het hof de vrouw verplicht om stukken in het geding te brengen teneinde de man de gelegenheid te bieden zijn stelling te bewijzen. Naar het oordeel van het hof heeft de vrouw aan die verplichting voldaan, zodat de man thans in de gelegenheid is om desgewenst tot bewijslevering van zijn stelling over te gaan.
7.3. De man is in zijn reactie op de door de vrouw overgelegde stukken reeds uitvoerig op die stukken ingegaan. De man heeft nog niet medegedeeld of en op welke wijze hij bewijs wenst te leveren of dat hij met een schriftelijke reactie op de stukken wenst te volstaan. Wanneer de man bewijs wenst te leveren door middel van het horen van getuigen en hij voornemens is om getuigen te horen die reeds in eerste aanleg zijn gehoord, dan wordt van hem verlangd dat hij aangeeft of en in hoeverre die getuigen meer of anders kunnen verklaren dan zij al hebben gedaan.
7.4. De vrouw heeft de haar geboden gelegenheid om te reageren op de reactie van de man benut. Zij heeft zich daartoe echter niet beperkt maar tevens nieuwe stukken in het geding gebracht. Nu de man nog niet in de gelegenheid is geweest om te reageren op die stukken, zal hij daartoe alsnog in de gelegenheid worden gesteld. Uit oogpunt van hoor en wederhoor mag de vrouw daarop reageren. Het hof merkt thans reeds op dat het niet de bedoeling is dat de vrouw dan wederom nieuwe stukken in het geding brengt; deze zullen worden geweigerd.
7.5. De slotsom luidt dat het hof de man in de gelegenheid stelt om uiterlijk op 27 februari 2012 schriftelijk mede te delen of en op welke wijze hij bewijs wenst te leveren (zie rov 7.3). De man kan desgewenst volstaan met het geven van een schriftelijke reactie op de door de vrouw bij brief van 24 november 2011 in het geding gebrachte stukken.
Indien de man zowel tot bewijslevering wenst over te gaan als een schriftelijke reactie wenst te geven dient hij zijn schriftelijk reactie uiterlijk op 27 februari 2012 te geven.
8. De beslissing
Het hof:
alvorens verder te beslissen:
verwijst de zaak naar 27 februari 2012 voor uitlating bewijs en/of het geven van een schriftelijke reactie zoals overwogen in rechtsoverweging 7.5;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mrs. M. van Ham, C.D.M. Lamers en P.C.G. Brants en in het openbaar uitgesproken op 26 januari 2012.