4.1. In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
a) HL Holding is eigenaresse geweest van alle aandelen in HOH. Bij overeenkomst van 7 september 2006 heeft HL Holding al deze aandelen verkocht aan BHL Orthopedie B.V. (hierna: BHL). De aandelen zijn op diezelfde dag door HL Holding geleverd aan BHL.
b) In de “koopovereenkomst aandelen” komen onder meer de volgende bepalingen voor:
12.1 Tussen Verkoper en de Vennootschap zal voor het bedrijfs onroerend goed c.a., staande en gelegen aan [vestigingsadres] te [postcode] [vestigingsplaats], een overeenkomst van verhuur en huur worden aangegaan, overeenkomstig het concept dat als Bijlage 8 aan deze overeenkomst is gehecht.
(…)
13.1 De bijlagen bij deze overeenkomst maken daarvan een integraal onderdeel uit. Waar in deze overeenkomst wordt gesproken over overeenkomst zijn daaronder de aan deze overeenkomst gehechte bijlagen mede begrepen.
(…)
14.2 Geschillen die in verband met deze overeenkomst ontstaan, geschillen over het bestaan en geldigheid daarvan daaronder begrepen, zullen uitsluitend worden beslecht door middel van bindend advies en wel op de wijze, zoals bepaald in de aan deze overeenkomst als Bijlage 9 gehechte bindend adviesovereenkomst.
c) Bijlage 8 bij de koopovereenkomst aandelen is een Huurovereenkomst Winkelruimte van 7 september 2006 met betrekking tot de bedrijfsruimte aan het [vestigingsadres] te [vestigingsplaats], gesloten tussen HL Holding als verhuurder en HOH als huurder.
In artikel 9 van deze huurovereenkomst staat onder meer het volgende:
“Verhuurder verschaft aan huurder een onvoorwaardelijk kooprecht op het gehuurde, welk recht door huurder voor 1 januari 2010 op straffe van verval van recht schriftelijk moet worden ingeroepen bij de beheerder, met dien verstande dat de koopovereenkomst en de eigendomsoverdracht nimmer zal geschieden voor 2 januari 2010, doch op een tijdstip nadien door huurder te bepalen.
(...)
Partijen stellen vast dat, indien huurder van haar kooprecht gebruik maakt, deze huurovereenkomst met wederzijds goedvinden zal zijn geëindigd per de datum van het passeren van de akte van levering.”
d) Bijlage 9 bij de koopovereenkomst aandelen is de bindend adviesovereenkomst tussen HL Holding en BHL. In deze bindend adviesovereenkomst is onder meer het volgende bepaald:
“1. Deze overeenkomst is een nadere uitwerking van het bepaalde in de koopovereenkomst aandelen (…)
3. Uitsluitend de onderwerpen (hierna te noemen: geschillen) tussen partijen als bedoeld in de koopovereenkomst, voornoemd, alsmede alle geschillen die partijen daartoe bij afzonderlijke afspraak zullen aanwijzen, zullen tussen hen worden beslecht bij wijze van bindend advies.
(…)”
e) Bij brief van 29 december 2009 heeft HOH het kooprecht ingeroepen.
f) Tussen HL Holding en BHL zijn geschillen gerezen over de afwikkeling van de koopovereenkomst aandelen.
g) Bij brief van 21 januari 2010 heeft de advocaat van HL Holding aan de advocaat van HOH, tevens zijnde de advocaat van BHL, onder meer het volgende meegedeeld:
“Ik stel tevens vast, dat u vorige week, anders dan u schreef, geen telefonisch contact met mij heeft opgenomen om nader te overleggen omtrent de verdere afwikkeling van het kooprecht.
Overleg daarover is op dit moment overigens niet opportuun. Nu uw cliënte haar betalingsverplichting uit de overnameovereenkomst ten bedrage van € 50.000,-- niet nakomt, zonder daarvoor een goede juridische en feitelijke onderbouwing te geven, schort cliënte de nakoming van haar verplichting uit hoofde van het kooprecht van uw cliënte op. (…) Cliënte is bevoegd tot opschorting, omdat haar recht op betaling van € 50.000,-- een voldoende samenhang heeft met haar verplichting mee te werken een effectuering van het kooprecht van uw cliënte. (…)
Indien uw cliënte alsnog haar betalingsverplichting van € 50.000,-- nakomt door vrijgave van het escrow bedrag en (…) zal cliënte alsnog aan die leveringsverplichting haar medewerking verlenen (…).”
h) HOH is met ingang van 1 januari 2010 gestopt met het betalen van huur aan HL Holding.