ECLI:NL:GHSHE:2012:BV6986
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep kort geding
- C.M. Aarts
- E.A.G.M. Waaijers
- R.R.M. de Moor
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding over loonvordering en arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in een kort geding dat is aangespannen door [X.] Infra B.V. tegen [Y.], die een loonvordering heeft ingediend in verband met zijn arbeidsongeschiktheid. [Y.] was sinds 2 juni 2008 in dienst bij [X.] als grondwerker en had een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Na een ziekmelding op 3 januari 2011 wegens rugklachten, heeft hij zijn werkzaamheden op 21 februari 2011 hervat, maar viel hij na een halve dag weer uit. [X.] vroeg op 21 januari 2011 toestemming aan het UWV om de arbeidsovereenkomst op te zeggen, welke toestemming op 24 februari 2011 werd verleend. De arbeidsovereenkomst werd op 8 maart 2011 opgezegd, met een opzegtermijn tot 15 april 2011. De bedrijfsarts verklaarde [Y.] op 30 maart 2011 volledig arbeidsgeschikt, maar het UWV oordeelde dat hij op 31 maart 2011 niet in staat was zijn eigen werk te verrichten. [Y.] heeft zijn werkzaamheden niet hervat en [X.] stopte de loonbetaling vanaf die datum.
In het kort geding dat volgde, oordeelde de voorzieningenrechter dat de vordering van [Y.] tot doorbetaling van loon moest worden toegewezen, wat leidde tot het hoger beroep van [X.]. Het hof oordeelde dat de spoedeisendheid van de vordering van [Y.] aanwezig was, gezien zijn afhankelijkheid van het loon voor zijn levensonderhoud. Het hof verwierp de grieven van [X.] en oordeelde dat de arbeidsongeschiktheid van [Y.] op het moment van opzegging en stopzetting van de loonbetaling aannemelijk was. Het hof bekrachtigde het vonnis van de voorzieningenrechter en veroordeelde [X.] in de proceskosten van het hoger beroep.