4.3.4. Assbel voert aan, kort gezegd, dat zij het in de factuur van 25 september 2009 genoemde bedrag niet hoeft te betalen omdat, in aanmerking nemende wat al betaald is, dit bedrag ver uitgaat boven het in de brief van 5 april 2007 begrote bedrag en er geen nader overleg heeft plaatsgevonden of nadere prijsafspraken zijn gemaakt, zoals voorzien in de overeenkomst van 5 april 2007.
Het hof overweegt dienaangaande het volgende.
In rov. 3.9 heeft de kantonrechter, kort gezegd, overwogen dat de in die brief genoemde ‘aanvullende werkzaamheden’ niet zien op de daarvoor opgesomde werkzaamheden. Daaruit heeft de kantonrechter afgeleid, in rov. 3.11, dat ten aanzien van de overeengekomen werkzaamheden geen overleg behoefde plaats te vinden, ‘ook niet indien deze kosten de in de brief genoemde begrote kosten zouden overschrijden’.
Assbel heeft deze uitleg van de brief via haar grieven bestreden.
Het hof kan de kantonrechter – en [geintimeerde] die deze opvatting deelt - niet volgen.
Wanneer, zoals hier, specifieke bedragen voor de uit te voeren werkzaamheden worden begroot en geoffreerd dan hoeft de opdrachtgever niet elke overschrijding van die begroting zonder meer te aanvaarden, zelfs niet als juist is de uitleg van wat de aanvullende werkzaamheden inhouden, als door de kantonrechter gegeven, al juist zou zijn.
[geintimeerde] heeft niet, althans onvoldoende betwist dat bij een begroting van ongeveer twee maal € 8.950,- exclusief btw, zijnde € 21.301,- inclusief btw, meer dan het dubbele in rekening is gebracht namelijk in totaal € 42.194,78 inclusief btw. Daarbij komen nog het van Assbel gevorderde bedrag van € 3.195,15 inclusief btw en de eventueel van de andere twee vennootschappen daarboven gevorderde bedragen.
De genoemde totaalbedragen hebben weliswaar betrekking op werkzaamheden ten behoeve van de drie ondernemingen, maar [geintimeerde] heeft niet gesteld, zelfs niet onderbouwd, dat haar werkzaamheden ten behoeve van Assbel niet ongeveer het dubbele hebben bedragen van hetgeen werd begroot en geoffreerd. Het had op de weg van [geintimeerde] als eiseres gelegen om haar vordering toereikend te onderbouwen, mede in het licht van het gevoerde verweer. Dat zij heeft zij nagelaten. Het hof gaat er derhalve vanuit dat Assbel veel meer in rekening is gebracht dan begroot en geoffreerd en dat de onderhavige vorderingen daar nog eens bovenop komen.
Naar het oordeel van het hof is wel enige overschrijding van de begroting denkbaar, maar de onderhavige kostenoverschrijding is dermate hoog en afwijkend van wat was geoffreerd dat [geintimeerde] geen aanspraak kan maken op betaling van de laatste factuur, die welke thans in geschil is. [geintimeerde] heeft immers niet betwist dat zij Assbel niet tijdig heeft kenbaar gemaakt dat deze kosten alsnog betaald zou moeten. Ook blijkt niet van gemaakte afspraken met betrekking tot de overschrijding van de begroting. Assbel heeft zich dan ook niet (tijdig) kunnen beraden op voortzetting van de relatie. Een deugdelijke waarschuwing en behoorlijk overleg over de ontstane situatie waren wel vereist, zo niet op grond van de overeenkomst van 5 april 2007 dan wel op grond van de redelijkheid en billijkheid die de rechtsverhouding tussen partijen beheerst. [geintimeerde] is evenwel, zonder zich de belangen van Assbel aan te trekken en zonder acht te slaan op haar eigen begroting, doorgegaan met factureren. Gelet op de mate van overschrijding van de begrote bedragen, en in aanmerking nemende dat Assbel al aanzienlijk meer heeft betaald dan was begroot, staan de redelijkheid en billijkheid eraan in de weg dat [geintimeerde] de afsluitende werkzaamheden factureert zoals zij heeft gedaan en is het onaanvaardbaar dat zij daarvan betaling verlangt. Assbel hoefde, nadat zij had geprotesteerd tegen het toesturen van steeds maar nieuwe facturen, niet meer te verwachten dat haar deze laatste factuur ook nog in rekening zou worden gebracht.
Bij memorie van antwoord heeft [geintimeerde] nog een opgave gedaan van correspondentie waaruit zou blijken dat er veel extra werkzaamheden door [geintimeerde] zijn verricht die als aanvullend, in de door de kantonrechter gebezigde zin, kunnen worden aangemerkt. Wat daar ook van mogen zijn, [geintimeerde] heeft deze aanvullende werkzaamheden niet van een prijs voorzien zodat het hof niet kan vaststellen in hoeverre er aanvullende kosten, bovenop het begrote bedrag, verschuldigd zijn en of deze aanvullende kosten alsnog betaling van de geclaimde facturen rechtvaardigen.
[geintimeerde] heeft nog aangevoerd dat Assbel haar administratieve gegevens ondeugdelijk zou hebben aangeleverd hetgeen extra kosten met zich bracht. Als deze stelling al juist is dan had het op de weg van [geintimeerde] gelegen om, aanstonds na de constatering van dit gebrek, een aanvullende begroting aan Assbel voor te leggen, die zich dan had kunnen beraden over het afbreken van de relatie dan wel op het op een andere wijze aanleveren van de gegevens dan wel de aanvaarding van de nieuwe begroting. Nu [geintimeerde] zo’n aanvullende begroting niet heeft opgesteld blijft zij gebonden aan de oorspronkelijke offerte. Op grond van die offerte komt haar betaling van de laatste factuur niet toe.
Een en ander leidt ertoe dat de vordering in conventie voor wat betreft de factuur van 25 september 2009 alsnog moet worden afgewezen. De daarover toegewezen handelsrente deelt dit lot.