8.2.1. In r.o. 2.1.-2.8. van het beroepen vonnis heeft de rechtbank vastgesteld van welke feiten in dit geschil wordt uitgegaan. Met grief 3 in principaal appel wordt deze vaststelling voor zover in r.o. 2.1. gedaan (terecht) bestreden. Het hof komt hierna in r.o 8.3.3. daar op terug. Voor het overige vormen de door de rechtbank vastgestelde feiten ook in hoger beroep het uitgangspunt. Voorts staan nog enkele andere feiten, als enerzijds gesteld en anderzijds niet betwist, tussen partijen vast. Het hof zal hierna een overzicht geven van deze relevante feiten.
8.2.2. Het gaat in deze zaak, kort samengevat, om het volgende.
[appellant] heeft in het voorjaar van 2008 aan [geintimeerde] opdracht gegeven voor de realisatie van een uitbouw aan zijn woning en de renovatie van zijn keuken en toilet/hal. In mei 2008 is [geintimeerde] met het werk begonnen. Nadat op enig moment tussen partijen geschillen waren ontstaan over de uitvoering van de werkzaamheden en over het bedrag dat door [appellant] nog aan [geintimeerde] moest worden voldaan, heeft [geintimeerde] het werk neergelegd. Partijen hebben rond die tijd de hulp ingeroepen van bemiddelaar [bemiddelaar]. Tussen partijen staat niet vast of het schikkingsvoorstel van [bemiddelaar] door [appellant] is geaccepteerd.
[appellant] heeft door ZNEB BV Expertise en Taxatie op 10 december 2008 een onderzoek laten uitvoeren. [geintimeerde] was daarbij niet aanwezig. Het op 16 maart 2009 uitgebrachte expertiserapport maakt gewag van een bedrag van € 12.530,-- ter zake nog uit te voeren werk, € 925,-- ter zake te herstellen gebreken en € 950,-- ter zake schade inboedel.
8.2.3. Van de offerte van [geintimeerde] aan [appellant] zijn door partijen verschillende exemplaren overgelegd. Niet alleen de bedragen verschillen, maar ook sommige – niet alle – delen van de tekst van deze offerte. Van de verschillende offertes valt op dat deze alle dezelfde, weinig voorkomende, spelfouten bevatten. Thans bevinden zich in het procesdossier een door [geintimeerde] overgelegde offerte van [geintimeerde] d.d. 20 april 2008,-- ten bedrage van € 14.992,-- incl. btw (prod. 1 cva) en een door [appellant] overgelegd exemplaar, dat door hem en zijn vrouw is getekend en dat als opschrift heeft “offerte/rekening Factuurnummer [factuurnummer]” d.d. 20 april 2008,--. Deze tweede offerte/rekening sluit op een bedrag van € 12.550,-- excl. btw, zijnde € 14.934,50 incl. btw (bijlage c/c/ bij prod. 4 dagv. en prod 15 mvg.). Hierop staat voorts vermeld: “7.500 euro is reeds overgemaakt restant dat nog overgemaakt moet worden is € 7437,50”.
Weliswaar is door de advocaat van [geintimeerde] ter comparitie bij de rechtbank verklaard dat de offerte en de facturen en de crediteringen door [geintimeerde] geen waarde hebben, omdat partijen alles onderling zwart regelden en deze stukken alleen maar waren opgesteld [kennelijk] om geld los te krijgen van de bank waar het bouwdepot van [appellant] stond, maar nu zowel [appellant] als [geintimeerde] hun stellingen verder geheel op deze offertes, facturen en crediteringen baseren, zal het hof deze overgelegde stukken wel bij zijn oordeel betrekken.
8.2.4. Ten aanzien van het voorgevallene zijn in de procedure voor zover thans relevant voorts overgelegd de navolgende stukken (in chronologische volgorde):
a) een handgeschreven kwitantie d.d. 7 juli 2008, ondertekend door [geintimeerde] waarop staat vermeld: “2e aanbetaling a € 5000 voldaan (get. [geintimeerde])” (prod. 16 mvg).
b) een rekening van [geintimeerde] gedateerd 15 juli 2008, waarop staat te lezen:
“voor u gerealiseerd
spuit en stucwerk
dichten v naden plafond (..)”(bijlage c2 bij prod 4 bij dagv. en prod. 17 mvg)
Deze rekening sluit op € 2.400,--, vermeerderd met 6% btw = € 2.544,00. Met de hand staat hierop geschreven “contant voldaan” voorzien van een paraaf en de handtekeningen van [appellant] en zijn vrouw.
c) een rekening van [geintimeerde] gedateerd 24 augustus 2008, waarop staat te lezen:
“voor u gerealiseerd
Betegelen toilet compleet
Betegelen keuken compleet
Inc vloer keuken”(bijlage c3 bij prod 4 bij dagv., prod. 8 cva in reconventie)
Deze rekening sluit op € 2.550,00--, vermeerderd met 19% btw = € 3.043,50. Vermeld staat voorts “betaling volgens afspraak via telefonische overboeking”
d) een overzicht van de bouwdepotrekening van [appellant], waaruit blijkt dat op 12 september 2008 aan [geintimeerde] is uitbetaald het bedrag van € 3.043,50 (prod. 9 cva in reconventie)
e) een brief van [geintimeerde] aan bemiddelaar [bemiddelaar] d.d. 13 oktober 2008 (prod. 2 mva):
“Voorstel voor werkzaamheden fam [appellant]
De volgende werkzaamheden zullen voltooid worden
A metselen buitenzijde woning
B stucadoren aanbouw
C afwerken tussendeuren inc stuc en afhangen excl sluitwerk
D montage radiatoren
E afwerken wandtegels
F plaatsen vloertegels keuken
Fam [appellant] dient de vloertegels zelf te bekostigen
Prijs van aangeboden vloertegel keuken A € 12,50 zal in mindering worden gebracht totaal 10 m2 inc btw
Alle andere werkzaamheden vallen onder meerwerk en kunnen onder een meerprijs a € 37.50 per uur Voor u worden verricht
Werkzaamheden zullen door ons worden hervat na het voldoen a € 2000 excl bij DHR [bemiddelaar]”
f) een e-mail van bemiddelaar [bemiddelaar] aan [appellant] d.d. 17 november 2008 (prod. 3 mva):
“Dag Fam [appellant]
Hierbij de brief van [geintimeerde].
Mijn bankrekening is (..)
Zie uw betaling tegemoet en zal zorgdragen voor een juiste afwerking.”
g) een e-mail van [appellant] aan de bemiddelaar [bemiddelaar] d.d. 18 november 2008 (prod. 3 mvg):
“Bij de brief van meneer [geintimeerde] [hof: [geintimeerde]] is een paar onderdelen onbekend.
-WC moet klaar zijn
-elektriciteit van keuken, woonkamer en tuinverlichting
(..)
In de vorige brief staat 37.50 per uur meerprijs voor onz wordt verricht, wat bedoeld hij daarmee. Vervolgens wat bedoelt hij over de 2000 exl voldaan bij meneer [bemiddelaar], wat betekend exl hier. Dat was de afspraak eerst € 1000 naar u rekening overmaken en als hij klaar is, betalen we de € 1000.
Kunt u graag vragen van heer [geintimeerde] om een nieuw brief met correctie naar ons toesturen.”
h) een brief van [geintimeerde] (zonder aanhef) gedateerd 19 november 2008 (prod. 4 mva princ. app.) met daarin een opsomming van werkzaamheden die nog voltooid moesten worden, het meerwerk dat reeds was verricht en het meerwerk dat nog verricht moet worden. In deze brief staat onder meer:
“De verbouwing zal [geintimeerde] in opdracht laten uitvoeren.
Een bedrag van € 2.000,-- over te maken aan [bemiddelaar].
(..)
De werkzaamheden onder het kopje meerwerk kunnen gerealiseerd worden o.b.v. meerwerk. De kosten hiervan bedragen per uur € 37,50 excl 19% btw en voorrijkosten en kilometervergoeding.”
i) een e-mail van [bemiddelaar] aan [appellant] d.d. 20 november 2011, waarin de brief van [geintimeerde] van 19 november is meegezonden (prod. 3 cva in conv.). Deze e-mail eindigt met de vraag:
“Graag hoor ik of u ingaat op het voorstel van [geintimeerde].”
j) een (naar de stellingen van [appellant]: aangetekende) brief van [appellant] aan [geintimeerde] d.d. 25 november 2008 (prod. 1 inl. dagv.):
“Wij vinden het vervelend dat de situatie zo is gelopen. We hadden namelijk een afspraak (getekend offerte) en wij hebben het totale bedrag overgemaakt, maar u bent deze afspraak niet nagekomen.
We leven nu in een koude en vochtige woonkamer, doordat u uw werkzaamheden niet heeft afgemaakt. Door de regen zijn er op veel plekken vochtige plekken ontstaan. De schade loopt elke dag op. Hoe sneller dit opgelost is, hoe beter. Wij hopen binnen een week iets van u te horen.”
k) een (tevens per e-mail verzonden) brief van ARAG (namens [appellant]) aan [geintimeerde] d.d. 9 december 2008 (prod. 2 inl. dagv.):
“(..) U bent ernstig tekortgeschoten in de uitvoering van deze overeenkomst en naar ik begrepen heb weigert u thans zelfs de overeengekomen werkzaamheden verder uit te voeren ondanks een schriftelijke aanmaning van cliënt daartoe. (..) Cliënt is dan ook gerechtigd zich tot een derde te wenden voor de nog uit te voeren werkzaamheden, alsmede om de eventueel aanwezige gebreken in de door u uitgevoerde werkzaamheden te laten herstellen. (..)
Daarnaast is er tijdens uw werkzaamheden schade ontstaan aan eigendommen van cliënt. Het moge duidelijk zijn dat cliënt u ex artikel 6:162 BW ook aansprakelijk acht voor deze schade (..)
Voor dit moment heb ik namens cliënt een opdracht tot expertise gegeven aan ZNEB voor het vaststellen van de schade (..) De expert zal (..) u tevens uitnodigen om bij deze expertise aanwezig te zijn. (..)
Voor dit moment stel ik u bij dezen in ieder geval nogmaals uitdrukkelijk aansprakelijk voor alle door cliënt geleden schade (..)”
l) een e-mail van [geintimeerde] aan ARAG d.d. 10 december 2008 (prod. 3 inl. dagv.):
“(..) Ben zelf ook op de hoogte van de bestaande situatie i.v.m. expertise.
Acht het daarom niet nodig aanwezig te zijn. (..)
Ga er zeker niet mee akoord dat er een tweede partij verder gaat met de voltooiing van de werkzaamheden (..) Blijf niet in gebreke. Maar zal naar aantoning stukken duidelijk kunnen aantonen dat er een betalingsgeschil is. (..)”
m) een (tevens per e-mail verzonden) brief van ARAG aan [geintimeerde] d.d. 16 december 2008 (prod. 13 mvg):
“(..) Het is cliënt geheel onduidelijk op welk betalingsgeschil u exact doelt. Bij weten van cliënt zijn alle betalingstermijnen voldaan en weigert u simpelweg de werkzaamheden verder op te pakken en naar behoren af te ronden. Gezien deze weigering is er dan ook reeds sprake van verzuim uwerzijds ex artikel 6:83 BW en is cliënt dan ook gerechtigd zich tot een derde te wenden voor het laten afronden van de werkzaamheden en het herstellen van eventuele schade.
Gezien de huidige woonsituatie van cliënt is het in ieder geval noodzaak dat de werkzaamheden binnen zo kort mogelijke termijn weer worden opgepakt en worden afgerond. Gezien deze omstandigheden verzoekt cliënt u bij dezen en voor zover noodzakelijk sommeert cliënt u daartoe om binnen 5 dagen, aldus uiterlijk 19 december a.s. aan te geven of u de werkzaamheden weer zult oppakken (..)
Indien u binnen de gestelde termijn geen gehoor of geen positief gehoor geeft aan deze sommatie dan ziet cliënt zich genoodzaakt zich terstond tot een derde te wenden (..) Het moge duidelijk zijn dat alle kosten die hiermee gepaard gaan, volledig op u zullen worden verhaald. (..)”
n) een e-mail van [geintimeerde] aan ARAG d.d. 16 december 2008 (prod. 14 mvg):
“Dat de Fam [appellant] niet op de hoogte is van een betalingsverschil kan ik mij niet voorstellen aangezien hij via officieele mail heeft toegegeven aan onze tussenpersoon. Er was een betalings afspraak gemaakt te storten op een derde rekening.
Te zijner tijd zal mijn raadsman u deze papieren toesturen. (..)”
8.2.5. Ter gelegenheid van de comparitie van partijen in eerste aanleg zijn door partijen verklaringen over het voorgevallene afgelegd welke in het proces-verbaal zijn opgenomen en door partijen zijn getekend. Van belang is thans de ten overstaan van de rechter in eerste aanleg gedane erkenning door [geintimeerde] van betalingen door [appellant], te weten € 7.500,-- (hoofdovereenkomst)
€ 3.750,-- (hoofdovereenkomst) “ na de vakantie”
€ 2.544,-- (meerwerk)
€ 3.043,50 (meerwerk).
8.2.6. Tenslotte is door [geintimeerde] is een ongedateerde “offerte/bouwberekening” overgelegd (prod. 1 mva princ. app.). Gesteld noch gebleken is wanneer, ten behoeve waarvan en door wie dit stuk is opgesteld en of dit ooit aan [appellant] ter hand is gesteld. [appellant] ontkent dit stuk ooit eerder gezien te hebben. Het hof zal dit stuk daarom verder ter zijde laten.