ECLI:NL:GHSHE:2012:BV5476
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- N.J.M. van Etten
- W.H.B. den Hartog Jager
- I.B.N. Keizer
- Rechtspraak.nl
Wachttijd na afwijzing van huurovereenkomst wegens dringend eigen gebruik
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om de vraag of de wachttijd van artikel 7:277 lid 2 BW van toepassing is na de afwijzing van een vordering tot beëindiging van een huurovereenkomst wegens dringend eigen gebruik. De appellanten, [A.] en [B.], hebben hun vorderingen gewijzigd en stellen dat de kantonrechter ten onrechte niet heeft beslist over de verlenging van de huurovereenkomst. De appellanten beargumenteren dat de huurovereenkomst bij afwijzing van de beëindigingsvordering van rechtswege wordt verlengd, en dat de kantonrechter had moeten oordelen of de huurovereenkomst voor onbepaalde of bepaalde tijd wordt verlengd. Dit is van belang omdat een hernieuwde opzegging van de huurovereenkomst wegens dringend eigen gebruik na een eerdere afwijzing en verlenging niet onmiddellijk kan plaatsvinden, afhankelijk van de duur van de verlenging.
Het hof oordeelt dat de wachttijd van artikel 7:277 lid 2 BW uitsluitend bedoeld is voor gevallen waarin de rechter na een inhoudelijke toetsing heeft geoordeeld dat van dringend eigen gebruik geen sprake is. In dit geval is de vordering tot beëindiging van de huurovereenkomst afgewezen omdat niet aan de driejaarstermijn is voldaan, en niet omdat de rechter inhoudelijk heeft geoordeeld. Hierdoor komt de rechter niet toe aan de afweging van belangen tussen verhuurder en huurder, wat noodzakelijk is voor een beslissing over de verlenging van de huurovereenkomst.
Het hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep en veroordeelt de appellanten in de proceskosten van het hoger beroep. De uitspraak benadrukt het belang van een inhoudelijke toetsing door de rechter voordat de wachttijd van toepassing kan zijn, en dat een afwijzing op basis van termijnoverschrijding niet leidt tot de toepassing van de wachttijd.