ECLI:NL:GHSHE:2012:BV3533
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- W.Th.M. Raab
- J.H.J.M. Mertens-Steeghs
- H.J.M. van Arkel
- Rechtspraak.nl
Beëindiging ondertoezichtstelling van minderjarigen na vrijwillige hulpverlening door moeder en stiefvader
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 9 februari 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen, geboren uit het inmiddels ontbonden huwelijk van de moeder en de vader. De moeder, die in hoger beroep ging tegen de beschikking van de rechtbank Breda van 13 oktober 2011, stelde dat de ondertoezichtstelling niet langer noodzakelijk was. Het hof oordeelde dat, hoewel er aanvankelijk gronden voor de ondertoezichtstelling waren, deze niet meer gerechtvaardigd waren omdat de moeder en haar stiefvader inmiddels de noodzakelijke hulpverlening in een vrijwillig kader hadden aanvaard. De moeder had actief hulp gezocht en er was een hulpverleningstraject opgestart, wat leidde tot verbeteringen in de thuissituatie en de communicatie tussen de ouders. Het hof concludeerde dat de problemen die eerder aanleiding gaven tot de ondertoezichtstelling, niet langer bestonden en dat de kinderen nu voldoende ondersteuning kregen. De beschikking van de rechtbank werd gedeeltelijk vernietigd, en het verzoek van de raad om de ondertoezichtstelling voort te zetten werd afgewezen. De uitspraak benadrukt het belang van vrijwillige hulpverlening en de rol van ouders in het waarborgen van een veilige opvoedingssituatie voor hun kinderen.