ECLI:NL:GHSHE:2012:BV1103
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- B.A. Meulenbroek
- W.H.B. den Hartog Jager
- I.B.N. Keizer
- Rechtspraak.nl
Huurprocesrecht en de beginselen van hoor en wederhoor in hoger beroep
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een hoger beroep in een huurproces tussen huurders en Stichting Woonpunt. De huurders, appellanten in deze zaak, waren in verzet gegaan tegen een verstekvonnis van de kantonrechter dat hen had veroordeeld tot ontruiming van hun woning wegens huurachterstand. De huurachterstand bedroeg € 2.114,30, wat bijna vijf maanden huur vertegenwoordigde. Het hof oordeelt dat de kantonrechter in eerste aanleg de beginselen van hoor en wederhoor heeft geschonden door huurders niet in de gelegenheid te stellen te reageren op nieuwe stellingen van Woonpunt die in een laatste processtuk waren geponeerd. Dit leidde tot de conclusie dat de huurders onterecht in hun rechten waren geschaad. Echter, het hof stelt vast dat huurders in hoger beroep wel degelijk de mogelijkheid hebben gehad om te reageren op de argumenten van Woonpunt, waardoor de schending van het procesrecht niet tot vernietiging van het vonnis leidt. Het hof bevestigt dat de huurachterstand niet is betwist en dat de ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is. De vorderingen van de huurders worden afgewezen, en het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter, waarbij huurders worden veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.