ECLI:NL:GHSHE:2012:BV0633
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Th.A. Pouw
- L.Th.L.G. Pellis
- A.J. Coster
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het hoger beroep in een schuldsaneringszaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 10 januari 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de schuldsaneringsregeling van [Appellante]. De mondelinge behandeling vond plaats op 28 november 2011, waarbij [Appellante] werd bijgestaan door haar advocaat, mr. C.H.M. van Oosterhout, en de bewindvoerder K. van den Berg. De zaak betreft de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling, die door de rechtbank 's-Hertogenbosch op 5 augustus 2011 was uitgesproken. De bewindvoerder heeft in haar rapportage en ter zitting aangevoerd dat [Appellante] haar informatieverplichtingen niet is nagekomen en dat zij de uitvoering van de schuldsaneringsregeling frustreert. Dit zou blijken uit het niet melden van een privélening en het bezit van een 45-km auto, waarvan de bewindvoerder vermoedt dat deze nog steeds in gebruik is.
Het hof heeft vastgesteld dat [Appellante] in haar beroepschrift geen duidelijke grieven heeft geformuleerd en dat er geen petitum aanwezig was. Hierdoor kon het hof niet vaststellen op welke gronden [Appellante] meende dat het bestreden vonnis onjuist was. Het hof oordeelde dat de ingediende stukken niet voldeden aan de eisen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, waardoor [Appellante] niet-ontvankelijk werd verklaard in haar hoger beroep. De uitspraak van het hof benadrukt het belang van duidelijke en kenbare grieven in hoger beroep, evenals de noodzaak om te voldoen aan de procesrechtelijke vereisten.