Uitspraak
12.Het tussenarrest van 15 juni 2010
13.Het verdere verloop van de procedure
Er is sprake van een inmiddels reeds langdurig bestaande ernstige depressieve stoornis als reactie op een auto-ongeval.
neurologischeafwijking verklaard kunnen worden. Verder wijst [psychiater 1] op de bevindingen van de psychologen [psycholoog 2], [psycholoog 3] (productie 1c bij conclusie na deskundigenbericht van 12 april 2006) en
“In algemene zin gaat het om de vraag, of bij [appellant] sprake is van een depressie en zo ja, of die is ontstaan als gevolg van (de nasleep van) het ongeval.”) vooraf bevestigend te beantwoorden. Hij gaat er feitelijk van uit dat [appellant] lijdt aan een post-whiplashsyndroom; hij stelt in feite dat de whiplashklachten hebben geleid tot psychische problemen. Dit uitgangspunt van [psychiater 1] strookt echter niet met de bevindingen van [neuroloog 2] en [neuroloog 1], die [psychiater 1] ten onrechte terzijde heeft geschoven ten gunste van de bevindingen uit de behandelende sector. In het algemeen wordt echter aan de bevindingen van een door partijen of de rechter benoemde deskundige meer waarde toegekend dan aan informatie uit de behandelende sector. Aan het rapport van [psychiater 1] moet dus voorbij worden gegaan en er moet een nieuwe deskundige worden benoemd.
neurologischeafwijkingen bij [appellant] konden vaststellen en dus niet tot de diagnose post-whiplashsyndroom konden komen. Evenmin is hij voorbijgegaan aan de vaststelling van het hof in r.o. 4.5.4 en 4.5.5 van het tussenarrest van 7 oktober 2008, dat niet van een post-whiplashsyndroom of een andere neurologische afwijking gesproken kan worden en ook niet van een voldoende objectiveerbaar klachtenpatroon dat als door het ongeval veroorzaakte stoornis in aanmerking genomen kan worden. [psychiater 1] is alleen uitgegaan van de “kale” lichamelijke klachten die [appellant] direct na het ongeval vertoonde en die, behalve door de beide genoemde neurologen, ook als gevolg van het ongeval genoemd worden door de controle-arts [controle-arts] en de neurologen [neuroloog 3] en [neuroloog 4]. Daar waar [psychiater 1] (en [psycholoog 1]) spreken van een acceleratie-deceleratie ongeval geven zij slechts de aard van het ongeval weer, zonder als hun mening te geven dat een post-whiplashsyndroom daarvan het gevolg zou zijn geweest.