4.2. Het gaat – voor zover in dit hoger beroep van belang – om het volgende.
(a) Partijen hebben sinds 1995 samengewerkt op het terrein van de exploitatie van onroerend goed. Sinds 2000 kreeg hun samenwerking gestalte in de vorm van een groot aantal vennootschappen, de Crescendogroep. Crescendo Investment Group Holding I BV houdt als houdstervennootschap al dan niet middellijk de aandelen in het kapitaal van het merendeel van de andere vennootschappen. [appellant sub 1.] en [geintimeerde sub 1.] houden ieder middellijk 50% van de aandelen van Crescendo BV, enerzijds via [geintimeerden] Holding BV, waarvan [geintimeerde sub 1.] bestuurder en enig aandeelhouder is, en anderzijds via Nemelaer Holding, waarvan [appellant sub 1.] bestuurder en enig aandeelhouder is.
Daarnaast participeerden [geintimeerde sub 1.] en [appellant sub 1.] gezamenlijk in een tweetal commanditaire vennootschappen inzake exploitatie van onroerend goed, geheten De Hoeven en De Hoeven II.
(b) Partijen hebben in februari 2001 om persoonlijke redenen besloten tot beëindiging van hun samenwerking. Partijen zijn daartoe op 7 februari 2001 een voorovereenkomst aangegaan (productie 1 bij akte overlegging producties; hierna: Voorovereenkomst).
Daarbij zijn partijen onder meer overeengekomen dat – kort gezegd – [geintimeerden] aan [appellanten] een optie verleende om alle aandelen in de gezamenlijke vennootschappen over te nemen. Prijsvaststelling zou plaatsvinden door twee accountants, waarvan partijen er ieder een zouden benoemen; mochten deze accountants geen overeenstemming bereiken dan dienden deze accountants gezamenlijk een derde onafhankelijke registeraccountant aan te wijzen.
(c) De overeengekomen ontvlechting van de samenwerking leidde tot geschillen tussen partijen; onder meer heeft de Ondernemingskamer naar aanleiding van een verzoek van [geintimeerden] professor [professor] tot commissaris van Crescendo BV benoemd.
(d) Omdat de door partijen benoemde accountants niet tot overeenstemming kwamen over de prijs is prof. Dr. [accountant 3.] van [accountants] tot derde accountant, tevens bindend adviseur, benoemd met de opdracht de prijs voor de door [appellanten] over te nemen aandelen vast te stellen.
(e) [accountant 3.] heeft een "voorlopig concept ter bespreking" van 26 pagina's, gedateerd 13 september 2002 (productie 7 bij memorie van grieven), aan partijen doen toekomen. In de begeleidende brief van 12 september 2002 heeft hij partijen verzocht daarop binnen twee weken te reageren. In dit rapport wordt op pagina 26 de waarde van het gezamenlijk belang gesteld op € 17.728.999.
(f) [accountant 3.] heeft vervolgens een "concept 2" van 40 pagina's, gedateerd 15 april 2003 en voorzien van een aantal bijlagen, uitgebracht (productie 11 bij akte overlegging producties, productie 8 bij memorie van grieven). In dit rapport wordt op pagina 39 de waarde van het gezamenlijk belang gesteld op € 21.586.972.
(g) [accountant 3.] heeft geen definitief rapport uitgebracht.
(h) Partijen hebben op 29 juli 2003 een overeenkomst gesloten, door hen aangeduid als “Vaststellingsovereenkomst" (productie 4 bij akte overlegging producties, hierna: Vaststellingsovereenkomst).
In deze overeenkomst wordt in de aanhef onder meer, en voor zover thans van belang, overwogen dat partijen sedert de ondertekening van de Voorovereenkomst van 7 februari 2001 betrokken zijn in diverse disputen en juridische procedures, dat die disputen en procedures partijen verlammen en de continuïteit van Crescendo bedreigen, en dat partijen aan die situatie een einde willen maken.
Vervolgens komen partijen onder 1 overeen dat [appellanten] alle aandelen van [geintimeerden] zal overnemen en dat [appellanten] het 25% onverdeeld eigendom van [geintimeerden] in het object [object] te [vestigingsplaats 1.] zal overnemen.
Onder 3 is bepaald wat [appellanten] voor deze koop aan [geintimeerden] zal betalen, te weten de overdracht van [appellanten]’ aandeel in een aantal onroerende zaken (met verrekening van de daarop rustende hypothecaire leningen); overname van alle rechten en verplichtingen uit hoofde van de geldlening en rekening-courant van [geintimeerden] aan Crescendo; de door [appellanten] aan [geintimeerden] onverschuldigd betaalde dwangsommen hoeven niet meer te worden terugbetaald en [appellanten] betaalt aan [geintimeerden] € 1.500.000. Ook de tussen partijen gesloten beheer- en administratieovereenkomsten worden beëindigd; daarnaast bevat de overeenkomst nog andere afspraken. Daartoe behoort onder meer de volgende, onder 4 opgenomen, afspraak:
" Gelijktijdig met de levering van het onder 1 vermelde zullen alle (bestaande of toekomstige) rechten en verplichtingen van partijen onder de Voorovereenkomst d.d. 7 februari 2001 met wederzijds goedvinden beëindigd/vernietigd worden."
Ook is in overeenkomst onder 10 opgenomen dat de opdracht aan [accountant 3.] door partijen gezamenlijk zal worden beëindigd.
(i) Op 10 november 2003 is ten overstaan van notaris [notaris 1.] te [standplaats] een akte van levering gepasseerd met als comparanten (gevolmachtigden van) [geintimeerden] en [appellanten] (productie 8 bij akte houdende overlegging producties). De akte betreft de levering van een groot aantal onroerende zaken. In de akte is voorts onder meer opgenomen:
"Partijen hebben overeenstemming bereikt over – ondermeer – de verdeling van bovenvermelde onroerende zaken casu quo de aan ieder van hen toekomende aandelen in de genoemde commanditaire vennootschappen. Hiervan blijkt uit een aan deze akte te hechten kopie van een ondermeer door partijen getekende vaststellingsovereenkomst de dato negenentwintig juli tweeduizenddrie. Van de effectuering van de overige transacties voortvloeiende uit deze vaststellingsovereenkomst blijkt uit tien notariële akten, verleden voor een waarnemer van na te noemen notaris [notaris 2.] en één notariële akte verleden voor na te noemen notaris [notaris 3.]".
Voorts hebben – blijkens de slotbepalingen onder IX – partijen elkaar volledige kwijting en décharge verleend.
(j) Eveneens op 10 november 2003 is tussen partijen ten overstaan van notaris [notaris 2.] voornoemd een akte gepasseerd met als opschrift "overeenkomst" (productie 10 bij memorie van grieven; hierna: de nadere overeenkomst). In de akte is onder meer het volgende opgenomen:
"IN AANMERKING NEMENDE:
(i) de Groep [geintimeerden] enerzijds en de Groep [appellanten] anderzijds zijn sedert de ondertekening van een voorovereenkomst van zeven februari tweeduizend één betrokken in diverse disputen en juridische procedures;
(ii) deze disputen en procedures verlammen partijen en bedreigen de continuïteit van de groep, die partijen aanduiden als "de groep van Crescendo" en die hem volledig bekend is;
(iii) partijen hebben aan de situatie in einde willen maken, zodanig dat de Groep [geintimeerden] en de Groep [appellanten] hun volledige samenwerking, welke onder andere in de groep van Crescendo is vormgegeven, definitief willen beëindigen;
(iv) partijen hebben daartoe onder andere een vaststellingsovereenkomst gesloten op negenentwintig juli tweeduizend drie. Deze overeenkomst (hierna: "de Overeenkomst") is als Bijlage 1 aan deze akte gehecht;
(v) ter nadere uitwerking van hetgeen partijen in de Overeenkomst zijn overeengekomen wordt een aantal in de Overeenkomst door partijen op zich genomen verplichtingen bij deze akte nader uitgewerkt en vorm gegeven;
( )
Artikel 7
Voorzover nodig en mogelijk vernietigen partijen hierbij uitdrukkelijk een (vermeende) voorovereenkomst de dato zeven februari tweeduizend één.
Artikel 11
De Groep [appellanten] en de Groep [geintimeerden] zijn overeengekomen dat de Groep [appellanten] () ter compensatie van de ongelijke waarde van de aandelen, registergoederen, vorderingen, schulden en overige rechten en plichten, die over en weer tussen de Groep [geintimeerden] en de Groep [appellanten] zijn overgedragen, een bedrag van één miljoen vijfhonderdduizend euro (EUR 1.500.000,00) door de Groep [appellanten] () aan de Groep [geintimeerden] wordt betaald. Dit bedrag is gesaldeerd met alle betalingsverplichtingen over en weer uit hoofde van de uit de Overeenkomst voortvloeiende transacties conform de daartoe door de betrokken notarissen opgestelde nota's van afrekening en het saldobedrag ad () (EUR 2.192.111,49) is door [appellanten] () gestort op de kwaliteitsrekening van mr. [notaris 1.] ().
Artikel 13
Partijen verrichten de onderhavige transacties ter uitvoering van de Overeenkomst en ter beëindiging van hun onderlinge geschillen. De Groep [geintimeerden] enerzijds en de Groep [appellanten] en Crescendo anderzijds verlenen elkaar derhalve hierbij onherroepelijk over en weer finale kwijting voor alle aanspraken, vorderingen en aansprakelijkheden ()."