ECLI:NL:GHSHE:2011:BU8834
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Th.A. Pouw
- L.Th.L.G. Pellis
- J.H.Th. Veldman
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de hardheidsclausule in de schuldsaneringsregeling en de vereiste gedragsverandering
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 20 december 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de aanvraag van [X.] voor toelating tot de schuldsaneringsregeling. [X.] was op 8 maart 2011 op eigen verzoek in staat van faillissement verklaard en heeft op 8 september 2011 een verzoek ingediend tot opheffing van het faillissement, met gelijktijdige toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank had eerder het verzoek van [X.] afgewezen, omdat niet voldoende aannemelijk was dat zij te goeder trouw was ten aanzien van het ontstaan of onbetaald laten van haar schulden in de vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag. Het hof heeft de mondelinge behandeling op 12 december 2011 gehouden, waarbij zowel [X.] als de curator zijn gehoord. De curator heeft betoogd dat [X.] niet voldoende medewerking heeft verleend aan het boekenonderzoek door de Belastingdienst en dat zij verantwoordelijk blijft voor de juistheid van de administratie, ongeacht wie deze feitelijk voert.
Het hof heeft overwogen dat voor een geslaagd beroep op de hardheidsclausule van artikel 288 lid 3 van de Faillissementswet (Fw) vereist is dat er sprake is van een gedragsverandering. Het hof concludeert dat de door [X.] aangevoerde omstandigheden, zoals de echtscheiding en het beëindigen van de onderneming, niet voldoende zijn om aan te tonen dat zij haar gedrag heeft veranderd. De rechtbank had terecht vastgesteld dat [X.] niet te goeder trouw was geweest en dat de omstandigheden die bepalend waren voor het ontstaan van de schulden niet onder controle waren. Het hof bekrachtigt daarom het vonnis van de rechtbank, waarbij het verzoek van [X.] tot toelating tot de schuldsaneringsregeling is afgewezen.