a. [X.] drijft een administratiekantoor. In die hoedanigheid verrichtte hij vanaf 1990 tot eind december 2007 werkzaamheden, waaronder het bijhouden van de administratie, het voeren van de boekhouding en fiscale werkzaamheden, voor aanvankelijk de vennootschap onder firma Gebroeders [C.] en vanaf 2005, na een herstructurering, voor de verschillende vennootschappen die werden opgericht, waaronder [Z.] en [A.] Beheer. [Z.] exploiteert een autobedrijf alsmede een garagebedrijf. De bestuurders van [Y.] Beheer zijn de holdings van de beide broers [C.]. Ook voor de holdings verzorgde [X.] de administratie. Door [X.] zijn steeds per maand bedragen in rekening gebracht als honorarium. Hij heeft in geen enkel jaar een eindafrekening verstrekt waarmee de maandelijkse bedragen werden verrekend.
b. De omzet van het garage-en autobedrijf (eerst de vof Gebroeders [C.] en later [Z.]) nam na 2003 sterk toe: tussen 2003 en 2007 verdubbelde de omzet van ruim 4 miljoen euro naar ruim 8 miljoen euro. Op 11 juli 2005 heeft [X.] een brief aan de vof gebr. [C.] gestuurd met als onderwerp: “Prijsafspraak m.b.t. administraties”. Hij schrijft daarin dat de totale kosten in 2003 circa € 18.000,- en in 2004, minus de extra gefactureerde werkzaamheden, € 16.600,- hebben bedragen. Hij schrijft voorts:
“Gezien de nieuwe ondernemingsvormen brengt dit in 2005 met zich mee dat de werkzaamheden m.b.t. het samenstellen van de jaarrekeningen en de daarmede samenhangend de fiscale werkzaamheden aanzienlijk meer zullen zijn.
Voor het verrichten van alle werkzaamheden, zijnde het uitvoeren van secretariaatswerkzaamheden, boekhouding, loonadministratie, jaarrekeningen en fiscale werkzaamheden, ontvangt u hierbij de kostenopgaaf voor de vier ondernemingen.
Totaal per jaar per maand
-[D.]Holding B.V. 2.400 200
-[E.] Holding 2.400 200
-[Y.] Beheer B.V. 3.600 300
-[Z.] B.V. 8.400 700
16.800,= 1.400,=
Alle bedragen zijn exclusief BTW
Bovengenoemde bedragen gaan in met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2005. Reeds gefactureerde bedragen worden hierop in mindering gebracht.
Over de voorgaande jaren zal geen naverrekening worden toegepast.
Gaarne hierover op korte termijn overleg.”
c. Op 5 januari 2007 heeft [X.] een brief naar [Y.] Beheer gestuurd waarin hij aangeeft dat er in 2005 voor € 22.013,- aan werkzaamheden is uitgevoerd en in 2006 voor € 24.864,-. Hij schrijft:
“(…) De termijn-declaraties bedragen op jaarbasis € 9.900,-, welke dus resulteert in een aanzienlijk tekort. De aldus nog te declareren bedragen over 2005 en 2006 zijn respectievelijk € 12.113,- en 14.964,-. Vanaf januari 2007 zullen wij U maandelijks € 2.000,- in rekening brengen. (…)
Overweging
Naar mijn mening is het maandelijks factureren tegen de werkelijk gemaakte kosten een beter alternatief.
Het probleem van naverrekenen is niet meer en bij het verminderen van werkzaamheden, bijvoorbeeld door minder omzet, is de declaratie toch gebaseerd op de werkelijk verrichte werkzaamheden. (…)
Dit geldt uiteraard voor alle ondernemingen.
Graag jullie mening over het op deze wijze van declareren.”
d. Bij brief van 31 januari 2008 heeft [B.] via haar advocaat de samenwerking met [X.] per 31 december 2007 opgezegd omdat zij niet tevreden is over zijn dienstverlening.
e. Bij brief van 25 februari 2008 heeft [X.] over de jaren 2005, 2006, 2007 en januari 2008 slotdeclaraties verstuurd. Daarin wordt op uurbasis gedeclareerd, waarop termijnbetalingen in mindering zijn gebracht. Voor [Z.] komt dit neer op een te betalen bedrag van € 42.158,79 en voor [Y.] Beheer op € 8.251,49.