ECLI:NL:GHSHE:2011:BU6838
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- J.M. Brandenburg
- P.M.A. de Groot-van Dijken
- P.M. Huijbers-Koopman
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over schadevergoeding en tekortkoming in contractuele verplichtingen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Parkbos Millen B.V. tegen [X.] houdstermaatschappij B.V. over een vordering tot schadevergoeding, op te maken bij staat. De procedure is een voortzetting van een eerdere zaak waarin het hof op 1 mei 2007 een arrest heeft gewezen dat bepalend is voor de verplichtingen van [X.] met betrekking tot het storten van 200.000 ton. Parkbos Millen stelt dat [X.] deze verplichting niet volledig is nagekomen en vordert schadevergoeding. Het hof heeft in eerdere arresten al geoordeeld dat er geen tekortkoming van [X.] is vastgesteld, maar dat de verplichting tot storten wel bestaat. In het tussenarrest van 5 april 2011 heeft het hof partijen de gelegenheid gegeven om hun standpunten opnieuw naar voren te brengen. Het hof heeft de bezwaren van Parkbos Millen tegen de eerdere oordelen verworpen en geconcludeerd dat de vorderingen van Parkbos Millen niet toewijsbaar zijn. Het hof heeft vastgesteld dat de schadeposten die door Parkbos Millen zijn ingediend, niet voldoende onderbouwd zijn en dat de vorderingen op basis van het gezag van gewijsde van het eerdere arrest niet voor toewijzing in aanmerking komen. Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank gedeeltelijk vernietigd, maar de vorderingen van Parkbos Millen afgewezen en haar in de proceskosten veroordeeld.