ECLI:NL:GHSHE:2011:BU5583
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- E.L. Schaafsma-Beversluis
- P.A.J.Th. van Teeffelen
- P.C.G. Brants
- Rechtspraak.nl
Opheffing van de gemeenschap van goederen na echtscheiding met terugwerkende kracht
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 23 november 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over de opheffing van de huwelijksgoederengemeenschap tussen de vrouw en de man. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. E.E.M. van Schaijk-Böhm, verzocht om de opheffing van de gemeenschap van goederen, omdat de man naar haar mening op lichtvaardige wijze schulden maakte en goederen van de gemeenschap verspilde. De man, die niet ter zitting verscheen, werd vertegenwoordigd door mr. A. van den Berg en voerde aan dat de vrouw onvoldoende bewijs had geleverd voor haar claims. De mondelinge behandeling vond plaats op 19 oktober 2011, waarbij de vrouw haar argumenten onderbouwde met bewijsstukken, waaronder een inschrijving van de echtscheidingsbeschikking op 14 oktober 2011.
Het hof constateerde dat de vrouw na de scheiding veelvuldig werd geconfronteerd met onbetaalde rekeningen van de man en dat hij geen openheid van zaken gaf over de financiële situatie. De vrouw had geen contact meer met de man sinds november 2010 en de gemeente had hem geregistreerd als 'Land onbekend'. Het hof oordeelde dat de vrouw voldoende gronden had aangevoerd voor de opheffing van de gemeenschap, zoals bedoeld in artikel 1:109 van het Burgerlijk Wetboek. Het hof vernietigde de eerdere beschikking van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 7 februari 2011 en besloot de gemeenschap van goederen op te heffen, met terugwerkende kracht tot de datum van het verzoek van de vrouw op 13 december 2010.
De beslissing van het hof houdt in dat de vrouw een uittreksel van de beschikking moet publiceren en dat deze zal worden ingeschreven in het huwelijksgoederenregister van de rechtbank 's-Hertogenbosch. Deze uitspraak benadrukt de rechten van een echtgenoot om opheffing van de gemeenschap te verzoeken in geval van financieel wanbeheer door de andere echtgenoot.